| |
De heraldieke versiering der Antwerpsche beurs,
Vervolg van blz. 100.
Daar het onmogelijk was de stielen dusdanig te rangschikken, dat zij allen met deze handelstakken in verband stonden, werden de wapenschilden geplaatst als volgt:
| |
Kant der Israëlietstraat.
Eerste vak.
a. | De wijnstekers, voerende een zilveren veld met den druiventros van purper, gebladerd van sinopel. |
b. | De taverniers, van keel met de wijnpers van goud. |
c. | De wijnroeiers, van zilver met de hand van keel. |
d. | De kuipers, van azuur met de bijl van zilver, faasgewijs geplaatst, en waaraan, bij middel van eenen zilveren band, een hamer van zilver en eene ton van goud, zijn gehecht. |
e. | De kuipers (tweede blazoen), van keel, met de mouw van zilver, komende rechts uit eene wolk van azuur. |
f. | De kraankinders, van keel met de kraan van goud, geplaatst op eenen grond van sinopel. |
| |
Tweede vak
a. | De merceniers, van azuur met het hoofd gelijmd van sinopel; hierop eene balans van goud. |
b. | De suikerzieders, van azuur met het suikerbrood van zilver. |
c. | De kordewaagkruiers, van keel met den kordewagen van goud. |
d. | De buildragers, van keel, met den buideldrager van natuurlijke kleur, op eenen grond van sinopel geplaatst. |
| |
Derde vak.
a. | De koffiehandelaars (merceniers), van zilver met den koffieplant in natuurlijke kleur; in het vrije kwartier, het wapen der merceniers. |
b. | De visschers, van zilver met eenen gewapenden meerman zwemmend in een water van azuur en zilver. |
c. | De beenhouwers, van keel met de Antwerpsche burcht van zilver; in de poort, een os van natuurlijke kleur. |
d. | De schippers, van zilver met het schip van natuurlijke kleur, varend in een water van azuur en zilver; de mast en de achtersteven versierd met den wimpel en de vlag van Antwerpen. |
| |
Vierde vak.
a. | De rijsthandelaars (merceniers), van azuur met de rijstschoof van goud, gebonden van keel; in het vrije kwartier, het wapen der merceniers. |
b. | Het vrije serment der munters; gevierendeeld 1 en 4 van sabel met den leeuw van goud, en 2 en 3 van zilver met den leeuw van keel. |
c. | De timmerlieden, van keel met het hechtrankje van goud, begeleid, rechts van eene bijl van zilver, gesteeld van goud, en eenen winkelhaak van hetzelfde metaal, links, eene omgewende boor en een passer, beide van goud; in punt, eene zaag van zilver, gesteeld van goud. |
d. | De metsers, van keel met den klophamer van goud, waaraan, bij middel van een lint, twee beitels van zilver, in St-Andrieskruis, en een passer van zilver zijn gehecht, en begeleid, rechts, door eenen beitel van zilver en links door eenen winkelhaak van goud. |
e. | De goud- en zilversmeden, van azuur met drie kelken van goud. |
f. | De smeden, van keel, met den hamer van sabel, gekroond van goud. |
| |
Kant der Korte-Clarastraat,
Eerste vak.
a. | De graankoopers, van azuur, met drie graanhalmen, gebonden van keel. |
b. | De brandewijnstokers, van keel met de ton van goud. |
c. | De bakkers, van azuur, met twee bakkerspalen van goud (beladen met twee brooden van zilver), in St-Andrieskruis geplaatst en geëvend van vier brooden van goud, 1, 2 en 1. |
d. | De maalders, van keel met den molen van goud. |
e. | De kammers (brouwers der oude stad), van azuur met twee brouwerszwaarden van goud, in St-Andrieskruis geplaatst; in het hoofd, eene wan van goud; ter rechter en linker zijde een korf van hetzelfde metaal. |
f. | De brouwers (der nieuwe stad) van keel, met een brouwerszwaard en eene gaffel van goud, in St-Andrieskruis geplaatst; hierop een korf van goud. |
| |
Tweede vak.
a. | De theehandelaars (merceniers), van zilver met den theeplant van sinopel; in het vrije kwartier, het schild der merceniers. |
b. | De St-Lucasgilde, bestaande uit een aanzienlijk getal stielen, van azuur met drie schilden van zilver. |
c. | De caffa- en zijdestofwerkers, van keel met eene droogschaar en eene schapenschaar van zilver, in St-Andrieskruis geplaatst en begeleid, ter rechter zijde, van de letter c, ter linker, van de letter a. |
d. | De peltiers, van sinopel met den mantel van hermelijn, gekroond van goud. |
| |
Derde vak.
a. | De lijnwevers, van keel met het gouden weversgetouw be- |
| |
| |
| spannen met lijnwaad, begeleid van twee schietspoelen van goudGa naar voetnoot(1). |
b. | De garentwijnders, van keel met de kuip en de pomp van zilver, geplaatst op eenen grond van sinopel; in het hoofd, eene kroon van goud. |
c. | De lintwevers, van keel met den schietspoel van goud. |
d. | De lijndraaiers, van azuur met het getouw van goud; in middenpunt, het wapen van Antwerpen. |
| |
Vierde vak.
a. | De lakenbereiders, van keel met de droogschaar van zilver, geëvend, rechts, van eene kaarde van goud; links, van eenen haak van zilver. |
b. | De kousmakers, van keel met de schaar van zilver; in het frankkwartier van azuur met den band van goud. |
c. | De huidvetters, van keel met het huidvetterssnijmes van zilver. |
d. | De tabakhandelaars (merceniers), van zilver, met den tabaksplant van natuurlijke kleur; in het vrije kwartier, de wapens der merceniers. |
e. | De tabakwerkers, van keel met de karoot van goud, gebonden van azuur en geëvend van twee ponden snuif. |
f. | De pijpmakers, van keel met twee aarden pijpen van zilver in St-Andrieskruis geplaatst. |
Vier en tachtig wapens op de galerij waren bestemd, zooals hooger is gezegd, om de wapens te ontvangen der voornaamste handeldrijvende gewesten, te weten: de koninkrijken Engeland, Schotland, Zweden, Denemarken en Noorwegen; het hertogdom Moscovië; het koninkrijk Frankrijk; het Roomsche keizerrijk of Duitschland; de keurvorstendommen Trier, Keulen, Maintz, Bohemen, Beieren, Saksen, Brandeburg; de kringen Frankenland,Ga naar voetnoot(2) Beieren, Oostenrijk, Zwabenland, Hooger-Rijn, Neder-Rijn, Westfalen, Hooger-Saksen, Neder-Saksen, Burgondië, Wurtemberg; het markgraafschap Baden; de graafschappen Hessen en Elzas; het hertogdom Lorreinen; het prinsdom Luik; de graafschappen Kleef, Gulick, Nassau en Oldenburg; de hertogdommen Pommeren, Brunswyck en Mecklenburg; de aartsbisdommen Maagdeburg en Bremen; de Nederlanden; de vrijsteden Frankfort, Aken, Nuremberg en Leipzig; de Hanse; de vrijsteden Hamburg, Bremen en Lubeck; het koninkrijk Hongarië; het markgraafschap Moravië; het hertogdom Pruisen; de Teutonische Orde; het koninkrijk Polen; de republiek van Zwitserland; het bisdom Genef; het prinsdom Neuenburg (Neufchatel); het graafschap Savooien; de koninkrijken Navarre, Portugal, Spanje, de Kerkelijke-Staten; de republieken Venetië en Genua; de hertogdommen Milaan en Lombardië; de republiek Lucca; het hertogdom Toscanen; de republieken Florence en Sienna; de markiezaten Mantua, Parma en Bolonië; het hertogdom Modena; de republiek Raguzza; de koninkrijken Napels, Sicilië en Sardinië; het grootmeesterschap van Malta; de keizerrijken Turkijë, Abyssinië, Perzië, China en Japan; het rijk van den Grooten Mogol.
Op de vraag, door het stadsbestuur gedaan, of deze wapens in kleur dienden uitgevoerd te worden, kon niet anders dan bevestigend geantwoord worden. ‘In de heraldieke kunst, zegde ik, kent men geene wapens zonder kleuren; enkel bij uitzondering kan men, in gedenkteekens der xvie eeuw, gebeeldhouwde schilden aantreffen die niet gekleurd zijn geweest. Men moet dus dit punt aan de verantwoordelijkheid van den bouwmeester overlaten.’
Ik dacht nog te dezer gelegenheid te moeten doen opmerken dat men, in de xvie eeuw, geene strepen (hachures) voor de aanduiding der kleuren bezigde, en men, derhalve, geen gebruik daarvan voor de wapens der beurs kon maken.
In het midden der beurs, verheffen zich twee kansels welke elk drie vakken bevatten, bestemd om met wapens versierd te worden. In zitting van 13 Augustus 1872, keurde het schepenencollegie mijn voorstel goed om op den kansel der rechterzijde, de kenteekens te plaatsen welke vroeger een der pilaren der verbrande beurs versierden en het tijdstip der opbouwing van dit gebouw onder de regeering van keizer Karel aanduidden, te weten (zie blz. 98):
1o | De kroon van Spanje, als zinnebeeld van het staatsbestuur: |
2o | De leeuw van Brabant; |
3o | De rozenkroon van Antwerpen, als zinnebeeld ()n het magistraat dezer stad. |
(Wordt voortgezet.)
P. Génard.
|
-
voetnoot(1)
- De Antwerpsche lijnwevers droegen nog het volgende wapen: van keel met den schietspoel en het wiel van goud.
-
voetnoot(2)
- Deze verdeeling van het keizerrijk in kringen, geschiedde in 1512 door keizer Maximiliaan van Oostenrijk.
|