De Vlaamsche School. Jaargang 21

[p. 97]

Nog eene kunstramp.

Op 18 April ontstond er in de woning van den heer L.C. Lemmé, op de Meir, te Antwerpen, een brand, welke, zoo het schijnt, zijnen oorsprong had genomen in de kantoren, beneden; het vuur zette zich voort aan het eerste verdiep, wat de vernieling der volgende schilderijen voor gevolg had:

Agrassot. Tafereel.

H. Bource. Kinderen op den oever van de zee.

Carelli. Drie waterverfschilderingen.

P.J. Clays. Zeestuk.

L. Dansaert. Muziekpartij.

Nic. De Keyser. De Zomer en twee portretten.

Ad. Dillens. De schaatsenrijdster.

J. Goupil. Nieuws van den oorlog.

A. Hulck. Het Haarlemmermeer, gekomen uit de verzameling van wijlen A.F. Van Geetruyen, te Antwerpen verkocht in Juni 1872 en toegewezen aan den heer P.E. Nicolié, voor 1300 fr. (Zie de Vlaamsche School 1872, blz. 88.

Jacob Jacobs. Gezicht uit den Oosten. Werd door den meester geschilderd in 1844, voor den heer Rucker, consul der Hanzesteden te Antwerpen, die het bij testament vermaakte aan mevrouw C.L. Lemmé.

Waterval in Noorwegen, prijkte in 1870 op de Antwerpsche driejarige tentoonstelling en werd daar aangekocht door mevrouw C.L. Lemmé.

B.C. Koekkoek. Landschap.

H. Leys. Het welkom, zijnde het model van het vierde deel der muurschilderingen uit des schilders eetzaal in zijne woonst te Antwerpen en waarvan wij een deel in plaat gaven in 1860, blz. 81. Dit tafereel werd door den meester voltooid in Juli 1862 en prijkte dat jaar op de tentoonstelling te Londen; het behoorde toen aan den heer G. Couteaux van Brussel en kwam beurtelings in bezit der heeren Gambart, te Londen, J. Hollender, te Brussel en P.L. Everard en c^ie, te Londen. In het begin van 1874 verkocht deze laatste het aan den heer Lemmé, vóór den koopdag, welke op 25 Februari te Brussel plaats had. Het was op paneel geschilderd, 50 centimeters hoog en 76 breed.

J.G. Meyer, van Bremen. De terugkomst van den soldaat, tafereel dat in 1855 prijkte op de Antwerpsche driejarige tentoonstelling van schoone kunsten. (Zie ons overzicht dezer tentoonstelling in gemeld jaar, door Johan Van Rotterdam, blz. 150.)

Onbekend. Twee portretten.

Perlaut en Verboeckhoven. Landschap met dieren.

Jan Swerts. Herinnering aan Italië, welk tafereel prijkte op de Antwerpsche driejarige tentoonstelling van 1873. (Zie onzen jaargang 1873, blz. 141.) Van denzelfde, een portret.

Jos. Van Lerius. De Spijt, een uitmuntend stuk, welk des schilders meestergewrocht genoemd wordt en waarover wij breedvoerig handelden in 1871, blz. 15, benevens een portret.

E. Verboeckhoven. Landschap.