Koninklijke prijs van 25,000 fr.
Het Belgische staatsblad heeft den volgenden brief onder dagteekening van 3 December megedeeld:
Mijn waarde minister,
Willende, zooveel het in mij is, medewerken tot de ontwikkeling van den geestesarbeid in België, heb ik voorgenomen, voor den duur mijner regeering, een jaarlijkschen prijs van 25,000 frank te stichten, bestemd tot de aanmoediging der werken op verstandelijk gebied voortgebracht. Deze instelling moet, volgens mij, een dubbel karakter hebben. Zij heeft allereerst voor doel, den geestesarbeid in ons land aan te prikkelen; vervolgens dient zij om de aandacht van den vreemde te vestigen op Belgische vraagstukken en België deelachtig te maken aan den vooruitgang der andere landen op het gebied van wetenschappen, letteren en schoone kunsten. Bij gevolg zal de prijs, welken ik instel, toegekend worden op de navolgende wijze en voorwaarden:
Gedurende drie achtereenvolgende jaren aan het beste werk, in België door eenen Belg uitgegeven, over stoffen, die voorop zullen bepaald worden, in dier voege, dat de prijskamp slechts vijf jaar na deze aanduiding zal plaats hebben.
Het vierde jaar zullen de vreemdelingen tot den wedstrijd toegelaten worden en de prijs zal toegekend worden aan het beste werk, uitgegeven hetzij door eenen Belg, hetzij door eenen vreemdeling, over een onderwerp van Belgisch belang, insgelijks voorop aangeduid. Op deze wijze zal er alle vier jaren een beroep gedaan worden op de ontwikkeling en de kennis van het buitenland, ten voordeele van België. Het vijfde, zesde en zevende jaar zal de prijs op nieuw uitsluitend aan Belgen worden toegekend; het achtste jaar zullen de vreemdelingen mogen mededingen, en zoo vervolgens voor elk tijdperk van vier jaren. Eene jury van zeven leden zal door den minister van binnenlandsche zaken, in overlegging met mij, aangesteld worden, om de aangebodene werken te beoordeelen.
Aangezien de aard van den prijskamp telken jare verandert, zal ook de jury alle jaren gewijzigd worden.
Het jaar, waarin de vreemdelingen zullen medekampen, zal de jury samengesteld zijn uit drie Belgische en vier vreemde leden van verschillende nationaliteit.
De voorzitter zal een Belg zijn. Ik koester de verwachting, dat er in de bevriende landen geleerden zullen gevonden worden, die mij niet zullen weigeren in Brussel te komen plaats nemen bij de jury. Daar ik de uitvoering mijner inzichten niet voor vijf jaar wil verdagen, wensch ik, door eene overgangschikking te zien bepalen, dat de eerste prijs zal uitgereikt worden gedurende de Septemberfeesten van 1878.
Voor de vier eerste jaren zal de prijs worden toegekend, in 1878 (uitsluitend Belgische prijskamp), aan het beste werk over de vaderlandsche geschiedenis; in 1879 (uitsluitend Belgische prijskamp,) aan het beste werk over bouwkunde; in 1880 (uitsluitend Belgische prijskamp), aan het beste werk over de uitbreiding der handelsbetrekkingen van België; in 1881 (gemengde prijskamp,) aan het beste werk over de middelen tot verbetering der havens, die, zooals de onze, gelegen zijn op lage en zandachtige kusten.
Het volgende jaar zal de prijskamp over 1882 uitgeschreven worden en zoo vervolgens zal elk jaar de wedstrijd worden opengesteld voor den prijs, die vijf jaar daarna zal te verdienen zijn. Ik verzoek u, mijn waarde minister, de noodige schikkingen te nemen ter uitvoering van het plan, waarvan ik u de schets heb medegedeeld en tevens de nieuwe uitdrukking mijner gevoelens van genegenheid te ontvangen.
Leopold.
Op den brief des konings volgt een besluit van 14 December, bevattende, benevens de schikkingen in bovengemelden brief aangeduid, nog de volgende bepalingen:
Art. 3. Om tot den prijskamp te worden toegelaten, zullen de werken gansch moeten zijn afgewerkt en aan den minister van binnenlandsche zaken moeten gezonden worden vóór! Maart van 't jaar waarin de prijs zal worden toegekend.
Art. 4. De nieuwe uitgaaf van een reeds gedrukt werk zal tot den prijskamp niet toegelaten worden, of zij zou merkelijk moeten veranderd of vermeerderd zijn.
Art. 5. Om het even op welk tijdstip de eerste deelen verschenen zijn, zal het werk mogen mededingen, indien het laatste deel verschenen is in het tijdvak, waarop de prijskamp betrekking heeft.
Art. 7. De jury, samengesteld uit 7 leden, zal bij meerderheid van stemmen uitspraak doen. Geen lid van de jury zal zich bij de stemming mogen onthouden.
Art. 8. De werkelijke leden van de jury kunnen aan den prijskamp geen deel nemen.
Art. 9. Aan het werk, dat den hierbij ingestelden prijs bekomt, zal geen der vijfjaarlijksche prijzen mogen toegekend