De Vlaamsche School. Jaargang 20
(1874)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– AuteursrechtvrijSterfgevallen.Fritz REUTER, de beroemde Duitsche schrijver, is in de maand Juli te Eisenach aan eene beroerte overleden. Christoffel-Johan VAN RENTERGHEM, gemeenteonderwijzer te Gent, is aldaar op 12 Augustus overleden, in den ouderdom van ongeveer 49 jaar; stichter en voorzitter van de maatschappij Lei- en Scheldezonen, was hij een ieverig Vlaming en verdienstelijk man; aan zijn graf werden redevoeringen gehouden door de heeren Andries, K. Van de Vyver, Dobbelaere, Teirlynck en J. Sanders. C. BERNHARDI, een uitstekend Duitsch geleerde, die, omstreeks 1820, wegens staatkundige redenen, Duitschland ontweek en zich geruimen tijd in België ophield (hij bekleedde te Brussel de betrekking van leeraar aan de hoogeschool), is te Kessel op 75-jarigen leeftijd overleden. Paolo ROSA, pater Jezuïet, een bekwaam sterrekundige en onvermoeid medewerker van pater Secchi, in het observatorium van het Romeinsch college, is te Rome overleden. RIO, de vriend van Montalembert, en schrijver van het werk l'Art Chrétien, is in den ouderdom van zeventig jaren overleden. Paul DETOUCHE, de gekende historie- en genreschilder, in de kunstwereld Destouches genaamd, is te Parijs in tachtigjarigen ouderdom overleden. J.B. BERNAERTS, beeldhouwer, te Antwerpen geboren den 26n September 1830, is dezer dagen te Parijs overleden. Jong zijnde trad hij in het werkhuis van den heer J.J. Rousseaux en volgde 's avonds de lessen der Antwerpsche academieGa naar voetnoot(1); in 1851 ging hij zich te Parijs vestigen en trad daar in den echt; te Parijs leidde hij een zoo werkzaam leven als te Antwerpen; tusschen de gewrochten die hij tentoonstelde, verdient zijne Visschersvrouw (eene marmeren groep) hoogst loffelijk vermeld te worden en zoo ook nog: de Nestenroover, een plaasteren beeld (Brussel, 1857); de Charmeuse, in gebakken aarde (1869); hetzelfde onderwerp in plaaster uitgewerkt (1871); model van een kind, welks voet door eene kreeft omklemd is (dit model, volgens wordt verzekerd een meesterstuk, is door de Fransche regeering aangekocht). Wel mag bejammerd worden, dat de vroegtijdige dood des beeldhouwers hem heeft verhinderd, laatstgenoemd model in marmer uit te werken; hij had gerekend het te zullen voltooien tegen 1875. Als een meesterstuk mag ook worden geroemd, het door Bernaerts vervaardigd borstbeeld van zijnen zoon, dat op de laatste Brusselsche tentoonstelling prijkte. De overledene heeft ook als liefhebber-schilder ettelijke goede stukken nagelaten. A. VAN DEN BERGH, de veelbelovende kunstschilder, van wien wij op bladz. 72 loffelijk vermeldden een schilderstuk, voorstellende: Van Hort zijn tafereel verdedigende tegen de beeldstormers in de hoofdkerk te Antwerpen, is op 7 September te Antwerpen overleden. Hij was te Antwerpen geboren op 23 December 1849. Aan het graf van den te vroeg ontslapen rijkbegaafden jongeling, den 16n September, werden drie redevoeringen uitgesproken. Willem DE MOL, de voortreffelijke componist, die in den dusgenaamden prijskamp van Rome voor toonzetting, als primus uitgeroepen werd, is, op zijne reis naar Italië, den 9n September te Marseille overleden; de overledene, wiens ontijdig afsterven lang zal betreurd worden, beloofde een uitstekend meester te zullen worden. Onder andere laat hij onvoltooid een oratorio achter, getiteld De levenstijden, waarvan Em. Hiel de woorden geleverd had. Er is te Brussel eene inschrijving geopend om het stoffelijk overschot van Willem De Mol naar België over te brengen, en de beroemde Hendrik Conscience laat voor eigene rekening eene levensschets drukken die alleen zal verkrijgbaar zijn voor de inschrijvers van ten minste 5 fr. ter oprichting van een gedenkteeken dat te Laeken zal geplaatst worden. Theodoor HILDEBRANDT, wiens werken zeer veel hebben bijgedragen tot den roem der Dusseldorpsche school, is te Dusseldorp op 29 September overleden. Geboren op 2 Juli 1804, werd hij in 1820 aangenomen onder de leerlingen der academie te Berlijn; in 1823 kwam hij onder de leiding van Wilhelm Schadaw en hij behoorde tot de weinigen, die den meester naar Dusseldorp volgden, toen deze in 1826 werd benoemd tot bestuurder der Dusseldorpsche academie. In 1831 verkreeg Hildebrandt den rang van hulpleeraar in de schilderschool; in 1836 werd hij bevorderd tot gewoon leeraar en professor. Tot voor weinige jaren bekleedde hij deze betrekking op roemvolle wijze. |
|