De Vlaamsche School. Jaargang 20
(1874)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– AuteursrechtvrijKroniek.Antwerpen. - Wij vernemen en melden met hooge ingenomenheid, dat de heer Constantin Biart, de laatste hand legt aan een gewichtigen en veelomvattenden letterkundigen arbeid, die den roem van den grootsten Nederlandschen dichter, Joost van Vondel, in het buitenland merkelijk uitbreiden zal. Wat mev. Lina Schneider in het Duitsch gedaan heeft voor enkele werken van Vondel, dat heeft de heer Biart in het Fransch gedaan voor negen treurspelen van den vorst onzer dichters. Inderdaad, niet minder dan negen treurspelen van Vondel zijn door den heer Biart in Fransche verzen overgezet, te weten: Lucifer, Adam in ballingschap, Palamedes, Maria Stuart, Noach, Joseph in Dathain, Joseph in Egypte, Gysbrecht van Amstel en de Leeuwendalers. Personen die den heer Biart zijne overzetting van Lucifer hebben hooren lezen, verzekeren ons, dat de vertaling niet slechts zeer getrouw, maar dat zij Vondel waardig is. Voorzeker zou geen grooter lof aan den arbeid van den heer Biart kunnen toegezwaaid worden. Vondels rijke en machtige verzen tot Fransche gedichten herleiden, is eene taak, waartegen ook door de stoutsten bedeesd opgezien wordt. Aan die taak, welke een jarenlangen arbeid zal hebben gevorderd, heeft de heer Biart zich niet slechts gewaagd; maar hij heeft ze, naar ons stellig verzekerd wordt, glansrijk voltrokken. Dat zulks voor de Nederlandsche letterkunde eene gelukkige gebeurtenis zou mogen heeten, zal zeker door een ieder worden bijgestemd. Wij zien met eene belangstelling die door alle Nederlandsche letterkundigen zal worden gedeeld, de uitgaaf van het werk van den heer Biart te gemoet. Volgens het schijnt, zou zij of wel in Holland of wel in Parijs geschieden. - Naar aanleiding dat de wet over het gebruik der Vlaamsche taal bij de rechtbanken op 27 Augustus toepasselijk werd, boden zijne vrienden en waardeerders den heere volksvertegenwoordiger Ed. Coremans op 23 Augustus een banket aan, in de groote benedenzaal der Harmoniemaatschappij. - De heer Victor Driessens is benoemd tot bestuurder van het nationaal tooneel voor een driejarig tijdvak. - Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen. Van 19 tot 24 Juli waren tentoongesteld werken van de volgende kunstbeoefenaren uit de verzameling Evrard: G. Wappers, Bakalowich, Claeys, G. De Jonghe, Willems, De Noter, J. Du Pré, Fromentin, L. Gallait, Jacque, Kaemener, baron Leys, Modrazo, Th. Rousseau, Alf. Stevens, Thirion, Troyon, Levy, Toulmouche, Diaz, Saint-Jean, Boldini, La Roche, Corot en Willems. Werken van de volgende schilders bestemd voor de tentoonstelling van Gent, waren op 26, 27 en 28 Juli tentoongesteld: H. Schaefels, P. Beaufaux, D. Col, J. Van Luppen, P. Van der Ouderaa, B. Wittkamp, Verhoeven-Ball, J. Ducaju, E. Van den Bussche, A. Plumot, Neuhuys, E. Gons, Linnig, A. De Braekeleer, Troy, F. Moermans, Van den C. Daele, I. Meyers, J. Van Lil, E.F. Leemans, J. Nauwens, H. Redig, E. Sibert, A. De Keyzer, | |
[pagina 114]
| |
Ch. Venneman, L. Neetesonne, J. Geeraarts en R. Minor, Claus. J. Stobbaerts en R. Fabri hadden hunne werken te Brussel uitgestald. Op 23 en 24 Augustus was tentoongesteld een prachtig portret van den hoogleeraar Emiel De Laveleye, geschilderd door L. Gallait. - Van wege het museum der academiekers is aan den heer Jos Geefs, voor het hedendaagsch museum, eene marmeren groep besteld, die, volgens Goethe's ballade, De verdrinkende visscher zal verbeelden. Bij het afleveren der groep, zal de heer Geefs, ingevolge de gebruiken der instelling, zijn portret aan het museum moeten ten geschenke geven. - Op blz. 68 van dezen jaargang hebben wij gemeld, dat, volgens alle waarschijnlijkheid, de stadsregeering eigenares zou worden van de door den heer Ed. Ter Bruggen aan de stad te koop aangebodene verzamelingen van medailles, penningen en gravuren. De koop is thans gesloten. De gemeenteraad had het college gelast de verzamelingen te doen schatten; de uitslag dezer schattingen was als volgt: de heer Picqué, bewaarder der medailles bij de bibliotheek van Brussel, schatte de penningen, medailles, enz., als innerlijke waarde, op fr. 17,000, en met betrek tot de geschiedenis van Antwerpen op fr. 20,000; de heer Papillon, printverkooper te Brussel, schatte de gravuren op fr. 19,900 en de heer C. De Brou, bibliothecaris van den hertog van Arenberg, op fr. 19,244. De stad heeft de verzamelingen van den heer Ter Bruggen gekocht voor de gezamenlijke som van 40,000 fr. De heeren E. Linnig en H. Hijmans, die door den heer Ter Bruggen aangesteld waren, hadden de verzameling der gravuren alléén op 34,149 fr. geschat. - Een onzer medewerkers, de dichter M.H. de Graaff, kondigt het verschijnen aan van een declamatorium, dat ten prijze van één frank aan de inschrijvers zal afgeleverd worden. Het is getiteld: De Vlaamsche School of muurschildering in het hoofdportaal vun het museum van Antwerpen door N. De Keyser. De schrijver zegt in zijn prospectus: deze bewonderenswaardige schildering heeft aanleiding tot mijn Declamatorium gegeven. Daarin worden de meesterstukken der Vlaamsche school dichterlijk behandeld, met inachtneming eener historische volgorde, gelijkerwijs de schilderkunst zelve eene getrouwe maar geniale afbeelding der geschiedenis is. Zij stelt ons immers de voornaamste tafereelen van het wereldtooneel, de nationale toestanden van een volk, en de natuurschoonheden van een land voor. Dit echt nationaal onderwerp heeft mij in geestdrift doen ontvlammen en draag ik aan de belangstellende deelneming der Belgische natie op. - Mits één frank in postzegels ten onzen bureele te zenden, bekomt men het werk na de verschijning vrachtvrij; verder kan men inschrijven bij alle boekhandelaren of bij den drukker L. Dela Montagne, Wijngaardstraat, te Antwerpen. Wij roepen op deze uitgaaf de aandacht in van al de vrienden der vaderlandsche kunst en letterkunde. - Koninklijke academie van schoone kunsten te Antwerpen. De door ons op bladz. 73 vermelde groote prijskamp voor graveerkunst is geëindigd; de uitgevoerde teekeningen, platen en afdrukken zijn openbaar tentoongesteld geweest van 6 tot 13 Augustus. De door den minister van binnenlandsche zaken benoemde jury was samengesteld als volgt: ridder Ed. Pycke van Ideghem, gouverneur der provincie, N. De Keyser, bestuurder der academie, G. Biot, D. Desvachez, J. Franck, J.B. Meunier, plaatsnijder te Brussel, J.B. Michiels, leeraar in het vak te Antwerpen en A. Robert, kunstschilder te Brussel; bijgevoegde leden: J. Demanez, plaatsnijder en F. Slingenijer, kunstschilder te Brussel. De 1e prijs werd met algemeene stemmen toegekend aan Frans Lauwers; eene eervolle melding bekwam Joseph Dirks; de heeren Lauwers en Dirks zijn beide van Antwerpen. De prijskamp mag schitterend worden genoemd; al de mededingers hebben ernstig gewerkt. Nauwelijks was de uitslag van den prijskamp bekend, of vele bewoners der lange-Nieuwstraat, die door den primus en zijne ouders bewoond wordt, verhaastten zich hunne huizen feestelijk te vlaggen. Frans Lauwers,Ga naar voetnoot(1) te Antwerpen geboren op 25 Februari 1854, begon zijne studiën in de graveerkunst in 1865, onder de leiding van J. BalGa naar voetnoot(2) en volgde later de lessen van J.B. Michiels; in 1866 ontving hij in de academie zijner geboortestad eene aanmoedigingsmedaille; in 1867 behaalde hij de eerste plaats in den prijskamp voor het snijden eener plaat naar een plaasteren borstbeeld; in 1871, verwierf hij het gouden eermetaal voor eene plaat naar een tafereel van P.P. Rubens: Reeds in 1867 vervaardigde de jonge plaatsnijder in het Antwerpsch museum twee teekeningen naar tafereelen van H. Van Memlinghe; in 1868 teekende hij naar H. De Caisne de Mater dolorosa welke in de tentoonstelling van Antwerpen en Brussel prijkte; deze teekening, in plaat gebracht, verscheen in 1871 in ons tijdschrift (bladz. 65), evenals wij in 1873 van Lauwers in de Vlaamsche School opnamen, bladz. 10, eene sterkwaterplaat naar het portret in het Antwerpsch museum, dat aan Holbein toegeschreven wordt, en in 1874, bladz. 60, het voortreffelijk portret van Nicolaas Rockox. Zoowel te Brussel als te Antwerpen stelde Frans Lauwers in de laatste jaren teekeningen en platen ten toon, onder andere, buiten de reeds vermelde, naar Rubens, Van Dyck, Van Ostade, Dyckmans enz. Hij graveerde in 1873 een welgelijkend klein portret van den heer Van Spilbeeck-Van den Bergh en eene plaat naar eene schilderij van Carlo Dolci, uit de verzameling van den heer Jos. De Bom. Wij weten, dat de heer Lauwers eenige platen onder handen heeft, welke nog onafgewerkt zijn. Wij wenschen den jongen plaatsnijder hartelijk geluk met de hooge onderscheiding die hem is te beurt gevallen en wij hopen, dat zij de voorbode van eene schoone toekomst voor hem moge zijn. Brussel. - Van Patria Belgica bevat de 21ste aflevering eene bijdrage over Strafrecht en rechtspleging, door G. Nypels, eene studie van A. Visschers over het stelsel van zedelijke verbetering der veroordeelden en eene verhandeling van den luitenant-generaal baron Goethals over de krijgskundige geschiedenis en het krijgswezen. De 22ste aflevering bevat het vervolg van baron Guillaume's werk over de krijgsgeschiedenis en het krijgswezen en een opstel van den heer A. de Robaulx de Sommoy, over de krijgsgerechtshoven. - Bij F. Hayez is verschenen een afzonderlijk boekdeeltje in-8o van 75 bladz., Antoon Van Dyck en zijne werken, door Frans de Potter en Jan Broeckaert, bekroond door de koninklijke academie van België, met eene plaat naar des schilders standbeeld in Antwerpen. - De door ons in 1872, bladz. 180, aangekondigde Liederen voor kleine en groote kinderen, door Em. Hiel, liggen ter pers en zullen eerlang verschijnen onder den titel van Hiel's kinderliederen, bewerkt en tot muziekschoolboek ingericht door Leo Van Gheluwe. De bundel zal ruim 80 melodiën en meer dan 200 bladz. behelzen en slechts 2 fr. kosten. (Zie 1873, bl. 40 en bl. 116 van dit jaar.) - Uitslag van den tooneelprijskamp uitgeschreven door de Wijngaard (leden van de jury: de heeren E. Stroobant, voorzitter; F. Van de Sande, F. Van der Voorde, A. Dandois en | |
[pagina 115]
| |
J. Schaumans): Hollandsche maatschappijen, 1e prijs niet toegekend; 2e prijs, de rederijkkamer van Gorinchem met: De militaire Willemsorde; 3e prijs, Utrechtsche vereeniging met: De koperen ring; Belgische maatschappijen: 1e prijs, Hoop en Liefde (Antwerpen), met: Een tooneelspel op den buiten; 2e prijs, De Dijlezonen (Mechelen), met: Een liedje van Moeder; 3e prijs, De ware vrienden (Hasselt), met: Mans hand boven; 4e prijs (bijgevoegde), Vlamingen vooruit (Leuven), met: Drie oude hanen voor eene jonge hen; hoogst eervolle meldingen: De Vlaamsche ster (Yperen), met: De visschers van Blankenberg, en De Verbroedering (Antwerpen), met: Het badmeisje. - Koninklijke academie van België. Programma der prijskampen door de klasse der letteren uitgeschreven voor 1876: 1o Schets der letterkundige geschiedenis van Henegouwen; 2o Schets der geschiedenis van de liefdadigheidsgestichten in België, sedert het Karlovingisch tijdvak tot aan de kerkvergadering van Trente, met opgaaf van hunne bronnen van inkomst, hun bestuur, hunne betrekkingen met de wereldlijke en geestelijke overheid, hunne huisregels, en waardeering van hunnen invloed op den stoffelijken en zedelijken toestand der behoeftigen; - 3o Geschiedenis van het jachtrecht en de wetgeving op de jacht in België en in het Luikerland, met terugblik op dezelfde geschiedenis voor Holland, Duitschland, Engeland, Italië en Frankrijk,; - 4o Geschiedenis der Dietsche taalkunde tot op het einde der xvie eeuw; - 5o Aanwijzing van de onderhandelingen die voorafgingen aan het verdrag van Westfalen (1648), en waardeering van het karakter en de uitkomsten van dit verdrag opzichtens de Nederlanden. - Op last van het ministerie van binnenlandsche zaken zijn in druk gegeven de verslagen der ambtenaren, die het toezicht hebben over de Belgische academiën van schoone kunsten en teekenscholen; deze verslagen en andere betrekkelijke stukken vormen een lijvig boekdeel. Het werk is getiteld: Enseignement des arts du dessin, rapports des délégués chargés par le gouvernement de l'inspection des académies des beaux-arts et des écoles de dessin au royaume de Belgique. - Tot leden van den verbeteringsraad der teekenkunst, zijn benoemd de heeren Alvin, voorzitter, Bamps, Th. Canneel, N. De Keyser, D. De Taye, Drion, F. Laureys, J.F. Portaels, J. Rousseau, Piron, F. Stroobant, en A. Van Hasselt, Dulien secretaris. - In de Sint-Lucasgalerij is onlangs tegen 3000 (drieduizend) fr. een tafereel van E. De Biefve verkocht, voorstellende Rafaël werkende aan zijn laatste meesterstuk de Hemelvaart. Deze schilderij van De Biefve werd in 1847 door den heer Couteaux 10,000 fr. betaald en die liefhebber had ze hetzelfde jaar herverkocht tegen 70,000 fr. Halle. - De eerste aflevering der door ons opbladz. 68 aangekondigde Geschiedenis der stad Halle van Everaert en Boucherij is verschenen ter drukkerij van A. De Schepper-Philips, te Dendermonde. De inhoud is zeer belangrijk en de druk uitmuntend verzorgd. De prijs per aflevering is slechts 50 centiemen. Gent. - Koninklijke academie. In het stadhuis zijn tentoongesteld geweest de teekeningen der leerlingen die zich aangeboden hadden om voor den grooten prijskamp van bouwkunde mede te kampen; tot den kamp werden toegelaten: A. Bouy, D. Hebbelynck, A. Marchand, H. Vaerewyck, K. Van Rysselberghe, O. Van Rysselberghe; ieder hunner moest leveren het plan van een stadhuis; de kunstrechters waren de volgende bouwmeesters: A. Balat, Payen en De Man, van Brussel, P.P. Stoop, van Antwerpen, Hubert van Bergen; de groote prijs werd toegekend aan Karel Van Rysselberghe; vereerende meldingen bekwamen D. Hebbelynck en Octaaf Van Rysselberghe; laatstgenoemde zou wellicht de primus geweest zijn, indien hij bij het bewerken van zijn plan niet afgeweken ware van zijne eerste schets, iets wat tegen de regels van den prijskamp is. - Bij W. Rogghé is verschenen een op schoon papier en keurig gedrukt boekdeel, groot octavo van 196 bladz., bevattende al de Gedichten van Karel-August Vervier (zie 1872, bladz. 162-ix), verzameld door Karel Bogaerd, gedrukt bij A. De Schepper-Philips, te Dendermonde, voorafgegaan van 's dichters levensschets en het verzenstuk, door den verzamelaar bij het graf van Karel-August Vervier gelezen. In 't geheel behelst de bundel 47 dichtstukken; wij raden onze lezers aan zich de gedichten van den voortreffelijken Vervier aan te schaffen. Wij deelen er een van mede op bladzijde 109. - Verschenen bij Ch. De Vylder, het 148e werk van den heer Edward Gregoir: Marche solennelle, hulde aan H.K.H. prinses Louisa Maria Amelia van België en Z.K.H. prins Ferdinand Filip Maria hertog van Saksen. - Op 2 Augustus had de plechtige prijsuitdeeling plaats aan de leerlingen der nijverheidsschool, onder voorzitterschap van den heer schepen Wagener. - De plaatsingcommissie der aanstaande tentoonstelling is samengesteld als volgt: voor Antwerpen, Jos Delin en Jos. Van Luppen; voor Brussel, A. Robert en E. Wouters; voor Gent, Sunaert en L. Lebrun. |
|