De Vlaamsche School. Jaargang 20
(1874)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– AuteursrechtvrijII. De klassen der menschen.
Englen zijn 't, die, om des naastens wille,
Eigen voordeel weinig achten;
Aardelingen, die vooreerst aan zich steeds,
Later echter aan den naaste dachten.
Duivels, die, om eigen voordeel, hunnes
Naastens ongeluk beramen.
Doch, die schaden, enkel om te schaden,
- Daarvoor zijn er geene namen!
| |
III. Volhouden.De kleinen vangen nimmer aan:
- Zij vreezen hindernissen.
De middelmatigen staan stil,
Bij de eerste hindernissen;
De grooten, echter, houden vol,
Trots duizend hindernissen!
| |
IV. Luiheid en werkzaamheid.De luiheid is des menschen lijf
Ten vijande aangeboren;
Zijn beste vriend is werkzaamheid:
Die werkzaam is, kan niet verloren.
| |
V. Stilzwijgen.De dommen kregen van de Goden eenen mantel,
Het zwijgen, ter bedekking hunner geestesnaaktheid.
Doch zie! vol hoogmoed over hunne welbespraaktheid,
Verscheuren zij dit hulsel, toonen hun' mismaaktheid,
- Terwijl de wijze zwijgt voor hunne lichtgeraaktheid!
J. Van Droogenbroeck.
Brussel. |
|