omstandig te gaan bezichtigen en daarover verslag te geven.
- Herenthals. - V.J. Dumoulin gaat uitgeven een Marsch op het thema van Karel Miry's Vlaamsche Leeuw, bewerkt door J. Ceulaers, muziekmeester der harmoniemaatschappij H. Cecilia. De prijs is op slechts 2fr. gesteld.
Bij denzelfden uitgever verschijnt: De Kempische Lier, welke haren vijfden jaargang is ingetreden; de Kempische Lier geeft zesmaal 's jaars een muziekstuk en kost slechts 21/2 fr., vrachtvrij verzonden in geheel het land.
Brussel. - De beroemde kunstschilder L. Gallait heeft de vier laatste schetsen der tafereelen, die de zaal der beraadslagingen van den senaat moeten versieren, afgewerkt; zij zijn in de daartoe bestemde lijsten geplaatst en stellen voor: Maria-Theresia, Willem-de-Goede, Philips-de-Goede en Philips van den Elzas.
- Van Patria Belgica bevat de 20e aflevering het vervolg en slot der Geschiedenis van de burgerlijke rechtsvordering; eene bijdrage over het Handelsrecht, door L. Bastiné, en een opstel van den heer substituut Julius Lameere over de Wetgeving betrekkelijk de vreemdelingen.
- Koninklijke academie van België. De heer Liagre is tot bestendig secretaris benoemd. De prijs van 1000 fr. voor staathuishoudkunde is toegewezen aan het werk getiteld: Entretiens populaires du lundi, ou Théorie économique des rapports du capital et du travail, van J. Dauby. De heer Edm. Poullet, leeraar van wijsbegeerte bij de Leuvensche hoogeschool, welke reeds viermaal bekroond werd, heeft behaald den grooten prijs van 3000 fr., gesticht door wijlen den baron de Stassart. De heer A. Van Weddingen, doctor in de godgeleerdheid bij de katholieke hoogeschool en aalmoesenier van het hof, bekwam een gouden eermetaal. De heer De Ceuleneer, student aan gemelde hoogeschool, erlangde een gouden eermetaal, voor zijn bekroond werk op de Regeering van Septimus Severus.
- De prijs van 3000 fr., door het staatsbestuur uitgeloofd voor 't beste tooneelstuk, gedurende de drie laatste jaren verschenen, is toegekend aan den heer Desiré Delcroix voor zijn drama Philippina van Vlaanderen, dat te Antwerpen den tweeden prijs behaalde. (Zie bladz. 32.)
- Van 1 September tot 1 November zal in de hoofdstad eene tentoonstelling geopend zijn van nijverheid, afgedeeld in de volgende vakken: i. bouwstielen, snijwerk, ijzer- en slootwerk, marmerwerk, mozaïk- en cement-vloeren enz., schrijnwerk, sieraden in steenhard carton, plaaster enz., decoratieschildering; ii. bronzen en koperen lichttoestellen, nabootsingen en galvanoplastiek, zilveren tafelgerieven, kachels, meubelmakerswerk, lijsten, marmeren pendules enz., potwerk, heel en half porseleinwerk, porseleinschilderingen, spiegelglazen en kristal, geschilderde en gegraveerde ramen, spiegels, geschilderd papier, leder en carton-leder, gewast doek (toile cirée), behangsels, tafellinnen en gordijnen; iii. stoffen en weefsels, alles wat tot kleeding en opschik behoort, schoenen, borduursels, linten, passement, waaiers, gemaakte bloemen, kanten en juweelen, echte en valsche, horloges, wandelstokken, zon- en regenschermen; iv. pijpen en sigarenbuisjes, metaalwaren, speelgoed, muziekinstrumenten, brillen en kijkglazen, prachtwapens, rijtuigen, spoorwegwagens en omnibussen, zadelwerk, getuigen, kerksieraden, papier, schrijfgerieven, boekbinderswerk, marokkijnwerk, drukwerk, lichtteekeningen, platen en gravuren; v. teekeningen, werk van teekenscholen. De tentoongestelde voorwerpen moeten in België gemaakt zijn; ieder tentoonsteller ontvangt een diploma; de tentoonstellers zullen hebben te betalen: voor elken vierkanten meter plaats, die hunne voorwerpen op den grond beslagen, 10 fr. en voor elken vierkanten meter tegen den muur, 5 fr.; de vervoerkosten per spoor, weg en weer, zijn voor rekening der tentoonstellers, maar de staatsspoorweg doet de verzendingen tegen halven prijs; de commissie der tentoonstelling waarborgt niet tegen schade of verlies; om ingeschreven te worden als tentoonsteller, moet men zich wenden tot den heer Mignot-Delstanche, algemeen
secretaris der commissie, Carolystraat, nr 31, te Brussel; onnoodig de brieven te frankeeren; de stukken door de commissie van keurders aangenomen om tentoongesteld te worden, moeten tusschen 1 en 15 Augustus vrachtvrij aangekomen zijn in het lokaal der centrale Hallen te Brussel.
Leuven. - Bij K. Peeters is verschenen: Drie dagen in de Maasvallei, door J. Brouwersz, zijnde eene beschrijving van schrijvers geboortestreek en van de aldaar gedurende zijn verblijf plaats gehad hebbende vermakelijkheden.
- Met tijd en vlijt heeft bij van Linthout uitgegeven: Lettervruchten, uitmakende een schoon boekdeel van 232 bladz. in-8o, versierd met het door Nauwens gegraveerde welgelijkend portret van J.A.E. Van Straelen, stichter van het genootschap; onder andere treffen wij in het boek bijdragen aan van de hoogleeraars A. Dupont, dr. E. Van Oye, H. Claeys, C. Siffer, J. Van der Linden, P. Raas, S. Daems, J. Van Ryswyck (zoon), dr. Smiets, P. Maes, A. De Ceuleneer, J.F. Hendrickx enz.
- De rederijkkamer Het Kersouwken schrijft eenen prijskamp uit voor Nederlandsche letterkunde; de gevraagde stukken zijn: eene novelle, een ernstig en een luimig volkslied, in te zenden voor 15 Augustus aan den heer secretaris J. Brouwersz, 121, Maria-Theresiastraat nr 21, te Leuven. De prijzen bestaan uit vergulde en zilveren eermetalen.
Gent. - De maatschappij tot bevordering van nijverheid en wetenschappen heeft besloten, dit jaar, evenals in de voorgaande, eene tentoonstelling van kunst- en nijverheidsvoortbrengselen in te richten, welke op 12 Juli aanstaande zal geopend worden.
Luik. - In den wedstrijd van sieraadschildering, door l'Union des artistes uitgeschreven, is de prijs toegekend aan den heer Julius Van Syngel, leerling der Gentsche nijverheidschool.
- In 1873, bladz. 192, hebben wij in ons tijdschrift de opmerking gemaakt, dat het standbeeld van Karel-den-Groote door het stadsbestuur in slechten staat van onderhoud gelaten werd en zelfs beschadigd was geworden, zonder dat men de moeite nam, de beschadiging te doen herstellen. De beeldhouwer C. Jehotte, door wien het gedenkteeken werd gemaakt, heeft het Luiksche stadsbestuur in rechten betrokken; hij hield staande, dat zijn goede naam, zijne faam als beeldhouwer te lijden heeft van den slechten staat waarin het gedenkteeken wordt gelaten, door de onverschilligheid van het stadsbestuur, van welk hij eene vergoeding van 50,000 fr. vergde en 200 fr. voor elken dag die er nog zou verloopen, zonder dat men zou beginnen te werken om het gedenkteeken op stads kosten terug in den staat te brengen, waarin het zich bevond, toen het in Augustus 1869 afgeleverd werd. Het gemeentebestuur hield op de rechtbank staande, dat deze niets te stellen had met die zaak; de Luiksche rechters waren van 't zelfde gevoelen en verklaarden zich onbevoegd. Tegen die uitspraak ging de heer Jehotte in beroep en het hof heeft de uitspraak van de Luiksche rechtbank verbroken en verklaard dat zij wél bevoegd is, om in de zaak uitspraak te doen. Dien ten gevolge zal de gezegde rechtbank, waarin evenwel andere rechters zullen zitten, het proces opnieuw moeten onderzoeken. Twee advocaten van Brussel, de heeren de Wandre en Bouvier, zullen voor den beeldhouwer pleiten.