Buitenland.
Tilburg. - Den 17n Maart werd alhier ingehuldigd een 12 meters hoogen versierden zuil met het wit marmeren borstbeeld van Willem II, verheven gewerkt; het gedenkteeken werd gemaakt door Jos. Geefs, van Antwerpen, volgens het ontwerp van den bouwmeester H. Van Tulder.
's-Gravenhage. - Bij M. Nijhoff is verschenen, Bibliographische Adverseria; onder andere is hierin opgenomen, een stuk van den heer Campbell, betreffende het begin der boekdrukkunst te Rotterdam.
Leiden. - 14e Taal- en letterkundig congres. Wij hebben den volgenden omzendbrief ontvangen: ‘Bij besluit van het 13e taal- en letterkundig congres, ten vorigen jare te Antwerpen gehouden, werd Leiden als de plaats voor het 14e congres gekozen. Door het gemeentebestuur uitgenoodigd, om als regelings-commissie op te treden, hebben wij aan dit verzoek gaarne voldaan, in het vertrouwen, dat het ons, zoowel in Noord- als Zuid-Nederland, niet aan steun en medewerking ontbreken zal. Wij mogen met te meer grond die medewerking verwachten, nu de bijeenkomst zal plaats hebben in Noord-Nederlands oudste academiestad, die als van zelf tot het houden van een taal- en letterkundig congres is aangewezen. Wij deelen u daarom mede, dat het 14e congres zal gehouden worden op 31 Augustus en 1 en 2 September aanstaande, en noodigen u dringend uit, het met uwe tegenwoordigheid te vereeren. Om in de werkzaamheden eene behoorlijke orde te brengen, en daarvan tijdig een volledig programma te doen verschijnen, zal het noodig zijn, dat wij vóór 15 Mei aanstaande kennis dragen van de onderwerpen die men wenscht te behandelen. Indien dus bij u het voornemen bestaat, de eene of andere werkzaamheid op u te nemen, of het een of ander voorstel of vraagpunt in overweging te geven, zouden wij gaarne voor dien tijd willen vernemen, waarover door u het woord zal worden gevoerd. Ten overvloede herinneren wij u hier nog, dat de werkzaamheden van het congres zich bepalen tot de volgende drie punten: i. Nederlandsche taal en Letterkunde, - ii. Nederlandsche oudheidkunde en geschiedenis, - iii. Nederlandsche tooneel- en zangkunst, boekhandel en bibliographie, en dat geene geschrevene redevoeringen worden toegelaten, waarvan de voorlezing meer dan een kwartier uurs zoude vorderen.’
Wij hebben reeds op bladz. 8 de namen der leden der regelings-commissie medegedeeld, welke tot voorzitter heeft den wakkeren hoogleeraar M. de Vries.
Professor M. de Vries is een beroemd redenaar en bekleedt in Holland eene der eerste plaatsen op het taalkundig gebied; groot zijn de door hem bewezene diensten; het is onder zijne bekwame leiding, dat het groot algemeen woordenboek der Nederlandsche taal wordt bewerkt; hij begon zijne letterkundige loopbaan in 1843 met het bezorgen der uitgaaf van den Waremar van P.C. Hooft; hij schreef voor dit werk eene zeer merkwaardige inleiding en helderde voorts den inhoud op met geleerde aanteekeningen; de heer M. de Vries was overtuigd dat de taalkunde op geschiedkundige gronden moet rusten; daarom legde hij zich vooral op de studie der middeleeuwsche schrijvers toe; dat hij het deed met goeden uitslag, blijkt onder andere uit zijne meesterlijke bewerking van den Leekenspieghel, van Van Boendale, den Antwerpschen schepenklerk, in 1844 te Leiden verschenen, alsmede uit zijne Proeve van Middelnederlandsche Taalzuivering, welke in 1856 het licht zag; behalve het algemeen Nederlandsch woordenboek hebben wij hem nog te danken het Middelnederlandsche taalwoordenboek, onontbeerlijk voor alwie zich met de studie der Middelnederlandsche taal bezig houdt.