De rommelpot.
teekening naar eene schilderij van frans hals.
Met den vrij aardig klinkenden naam, welke aan het hoofd van dit opstel te lezen staat, werd een paar honderd jaar geleden het speeltuig bestempeld, dat wij in handen zien van den vroolijken kornuit, die op onze plaat is afgebeeld; het ding had zelfs twee namen; men noemde het ook foekepot. Volgens het schijnt, waren de oude straatzangers meest allen van zulk speeltuig voorzien; die rommelpotspelers waren de orgeldraaiers van dien tijd. Zij rommelden in hunnen pot en zongen van vierschaargericht, van een wreeden moord of van een meisje die met eenen jager ging, en verdienden op deze wijze hun dagelijksch brood. De dusgenaamde rommelpot was inderdaad een pot van gebakken aarde, overspannen met eene blaas; in 't midden van die blaas was eene opening, waarin eene soort van trommelstok stak; met dien stok rommelde of rammelde de speelman tegen den bodem en de binnenkanten van den pot, onder inachtneming van eene zekere maat; dit strekte tot begeleiding van zijnen zang. Dat de kinderen en volwassenen van dien tijd in onze Nederlanden zulke ‘muziek’ heel ge noeglijk vonden, kunnen wij opmaken uit de vroolijke gezichten van grooten en kleinen die den speelman op onze plaat omringen. Er zal zeker meer dan een beschouwer van onze gravuur aangetroffen worden, die wel een paar frank zou willen geven, om eens zoo smakelijk te kunnen lachen als hij hier boven ziet doen. Maar wij veronderstellen, dat het liedeken van den speelman ruim zooveel zal bijgedragen hebben tot de algemeene vroolijkheid der hoorders als het gerommel in zijnen foekepot, want oud en jong kijkt den kerel de woorden uit den mond.
't Is naar eene schilderij van den beroemden Frans Hals dat de hier medegedeelde plaat gegraveerd is; wij herinneren hier in 't voorbijgaan, dat de gunstig gekende uitgever A.W. Sijthoff, van Leiden, de uitgaaf begonnen is van een prachtig