Tentoonstelling van schoone kunsten te Antwerpen.
(Vervolg van bladz. 152.)
B. Wittkamp maalde Jacob Cats te Zorgvlied in een zorgvuldig behandeld tafereel, dat als toon en kleurde oude Hollandsche school waardig is. - Jan Platteel verdient onverdeelden lof over zijne puike Ontmoeting; deze Zeeuwsche voorstelling genoot zeer veel bijval. - Bij C. Van den Daele vinden wij kracht van kleur en schildervaardigheid; maar de samenstelling laat veel te wenschen en de teekening is ongelukkig. - F. Beinke (Dusseldorp) vertoonde Keulsche Marionnetten op echt bevallige wijze. - G. Brillouin (Parijs) is uitmuntend met zijne zaal der oude pruiken, het beste van zijne twee tafereeltjes. - A. Plumot stelde drie prachtige schilderijen ten toon: Wederkomst uit den moestuin, een heerlijk stuk, een museum waardig, de Geitenhoedster en In de rust. - Tusschen de andere genreschilders, die loffelijk verdienen gemeld, noemen wij nog uit Antwerpen W. Angus, A. Cornet, C. De Veylder, Ed. Knudden, J. Moerenhout, en uit Brussel B. De Loose; tusschen de jongeren uit Antwerpen, C. Van de Wyngaert, een gewezen leerling van D. Col, A. De Bergh, H. Redig, E. Siberdt, E. Tijck, Jan Van Beers (veelbelovend met zijn Fiat Lux!) en A. Van den Bergh (wiens monnik in zielsvervoering zeer de aandacht trok); F. De Wilde (St.-Nicolaas) is vooruitgegaan. - In het vak van de stads- en binnengezichten vermelden wij: Jan Geeraerts, met eene hoogst zorgvuldig bewerkte zaal van het Antwerpsch stadhuis; J. Ruyten, een goed getroffen Gezicht op de oude Jezuïetenbrug te Antwerpen; V. Vervloet (Mechelen),
Inkoom van eene sacristy, een aangenaam kabinetstuk, een Gezicht op de St.-Gerijstraat te Brussel en de Inkoom van het choor der St-Marcuskerk te Venetië (waterverfschildering); J. Carrabain (Brussel), een Gezicht op het stadhuis te Cuilenburg en een Gezicht achter de hoofdkerk te Nijmegen; E. De Frenne, een Franschman, te Antwerpen gevestigd, Gezichten in de Antwerpsche St-Jacobskerk, goed van toon en kleur en over 't algemeen ook welgelijkend, maar niet genoegzaam afgewerkt en in sommige partijen vrij onachtzaam geteekend. - Tusschen de landschappen begroeten wij het eerst een pareltje van F. Lamorinière: Gezicht te Domburg vóór het onweder; Jos. Van Luppen stelde drie zeer fraaie stukken ten toon: De puinen van Mont-Aigle, Avondstond en de Herfst; alle drie zijn verkocht: het voorlaatste aan den heer L. Lemmé, het derde, ofschoon geen van 's meesters beste gewrochten, aan het hedendaagsch museum van Antwerpen; Th. Blatterbauer (Liegnitz), een puik Gezicht op de vallei van Domleschg; schoone landschappen leverden onder andere de Dusseldorpers W. Bode, W. Brandenburg, B. Burnier, J. Bütler, X. De Cocq (Deurle), H. De Cock (Antw.), Ar. en Aug. Danday (Namen), A. De Keyser (Antw.) wiens verdienstelijk Namensch buitengezicht werd aangekocht, A. De Lathauwer, L. Derickx (zijne Ambleve werd voor de verloting gekocht), E. De Schampheleer (Brussel),
J.J. Destree ('s-Gravenhage); C.H. de Swart (Arnhem), C.J. de Vogel (Dordrecht), J. Janssens, van Antwerpen (zijn Morgenstond in de Ardennen werd gekocht voor de trekking en een tweede stuk door den heer De Pauw), A. Numans (Brussel), wiens Landschap en gezicht op Windunne (Blankenberghe) van groote vorderingen getuigen. - In het vak van zee- en waterschildering treedt de Antwerpenaar H. Bource aan het hoofd; zijne kalme zee in 't gezicht van Scheveningen is een inderdaad voortreffelijk tafereel; L. Artan (Etterbeeck), twee verdienstelijke stukken: Het vallen van den avond en een Maneschijn bij de Schelde te Antwerpen; A. Bouvier (Brussel), Zeegezicht en boorden der Schelde; E. Baes (Elsene), Kusten van Normandië; L. Chabry (Bordeaux), Rotsen van Vallière, eene flink geschilderde holle zee; L. de Burbure, Het badseizoen te Blankenberghe, een net tafereeltje; in des schilders Negen zeetooneelen op de Belgische kusten blinkt eene groote opmerkingsgave; de zee is treffend weergegeven; zijne Groote handelsdokken van Amsterdam is een verdienstelijk stuk. - Stillevens waren er in de pronkzaal juist niet veel, maar de hoedanigheid van die er waren, was over 't algemeen goed te noemen. P.E. Nicolié's groot tafereel (wild en vruchten), hoe verdienstelijk dan ook, was zeer slecht geplaatst; in dit opzicht zag Jos. Nauwens zich wat beter bedeeld voor zijne voortreffelijke schilderij, die zich zoozeer aanbeval om hare goede kleur als door hare nette
bewerking; zij was aangekocht door den heer De Pauw. Lucas Schaefels zond twee keurige vrucht- en wildstukken, waarvan het eene voor de verloting, het andere door den heer Vleugels werd gekocht. In hetzelfde vak verdienen nog loffelijk te worden vermeld de schilderijen van E. Charles (Brussel),