De Vlaamsche School. Jaargang 19
(1873)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– AuteursrechtvrijKroniek.Antwerpen. - Bernard Wittkamp heeft op de tentoonstelling van Londen zijne Spaansche furie te Antwerpen, zijne Boetelingen en nog eene derde schilderij, waarvan de titel niet wordt opgegeven, verkocht. - In den prijskamp, uitgeschreven door de bestiering der godshuizen, voor het leveren van een plan ter opbouwing van een nieuw gasthuis te Antwerpen, waren 14 ontwerpen aangeboden. Met eenparigheid werd de eerste prijs toegewezen aan het ontwerp Pro bono publico, van den heer F. Bacckelmans, bouwmeester te Antwerpen, de tweede aan het ontwerp Les promenoirs étant ouverts enz., van den bouwmeester J. Hubert van Bergen (Henegouwen), de derde aan den heer C. Neute, bouwmeester-ingenieur te Schaarbeeck, voor zijn ontwerp: De l'air. De drie vermelde ontwerpen werden acht dagen openbaar tentoongesteld in het gesticht Bogaerts-Torfs. De jurij was samengesteld uit de heeren Eug. Meeus, Oudart, Heylen, Jos. Lefebvre, F. Bex, H. Beyaert en A. De Meester. Het ontwerp van den heer F. Baeckelmans is een meesterstuk van bouwkunst; het daarnaar gebouwde gasthuis zal in Europa als een model genoemd worden. - Volgens wordt gemeld, laat de heer Florent Joostens, tegen den prijs van 60,000 fr., aan Victor Lagye eene zaal beschilderen in zijne prachtige nieuwe woning, gebouwd onder de leiding van den bouwmeester Janssens, op den Mechelschen steenweg. Dezelfde kunstvriend moet aan J. De Braekeleer het maken van een levensgroot wit marmeren beeld opgedragen hebben. - In de kloosterkerk van de Vincentiusstraat zijn geplaatst een kruisweg en een Lieve-Vrouwebeeld, geleverd door den beeldhouwer J. Geefs. - De heeren Stalins en Cie, die, in weinig tijds, zulken goeden naam als glasschilders hebben verworven, stelden onlangs ten hunnent een prachtig raam ten toon, bestemd voor de kerk van Acren en uitgevoerd volgens de teekening van hunnen medewerker, den heer Minjaye, een Engelschman. Het raam is opgevat in den trant der xve eeuw en verbeeldt de H. Maagd en de H. Martinus met de H. Drievuldigheid in het bovengedeelte. De teekening is keurig en de kleur zeer rijk, en de verkozene trant trouw gevolgd. Wij wenschen de heeren Stalins en Cie en den heer Minjaye hartelijk geluk met hunnen arbeid. - Driedubbele prijskamp van tooneelletterkunde. Wijziging aan het programma van 15 Februari 1873. (Zie bladz. 23.) ‘Aangezien van verschillige zijden is gevraagd, of er geene mogelijkheid bestond om den datum van inzending, vooral voor de ernstigere vakken van Comedie en Drama, te verschuiven: Om aan dezen wensch te voldoen, en in de hoop dat zulks ten voordeele der tooneelletterkunde strekkenzal, heeft het stadsbestuur aan het programma van 15 Februari de volgende wijzigingen toegebracht: De mededingende stukken moeten ingezonden worden op het secretariaat der Stad, namelijk: 1o De Blijspelen, vóór 1 Juli; 2o de Comediën, vóór 1 September; 3o de Drama's, vóór 1 October. Op ieder stuk moet aangeduid zijn, onder welk der drie genoemde vakken de schrijver zelf het rangschikt. De uitspraak van de jurij zal vóór 1 December plaats hebben. De schrijvers behouden het volle eigendomsrecht van hun werk. Alleenlijk, zooals in het vorig programma vermeld werd, staat het der stad vrij, de bekroonde stukken, alsook de onbekroonde die des waardig mochten geoordeeld worden, op den nationalen schouwburg te laten vertoonen.’ - Onze lezers zullen zich waarschijnlijk nog de afkeuring herinneren, door ons op bladz. 7 uitgesproken over het glasraam, door den heer Didron, van Parijs, voor de kapel van het H. Sacrament in Onze-Lieve-Vrouwekerk vervaardigd.Ga naar voetnoot(1) Niet slechts als voortbrengsel van de glasschilderkunst laat dit raam zeer veel te wenschen en staat verre beneden wat het voorgeslacht ons naliet, ja kan zelfs niet halen bij de werken van sommige onzer hedendaagsche Belgische en ook Antwerpsche glasschilders. Bovendien is in het raam van den heer Didron de geschiedenis miskend en heeft deze glasschilder er zich als het ware op toegelegd om den bouwtrant der kerk te buiten te gaan. Desniettegenstaande, zoo wordt ons gemeld, zullen door den heer Didron nog eenige ramen voor Onze-Lieve-Vrouwe gemaakt worden. Naar het schijnt, wil de fabriekraad, kost wat kost, den prachtigen tempel in eene staalkamer van wansmaak herscheppen. De ramen worden door milddadige personen geschonken: maar kan of mag zulks eene reden zijn, om ze zoo maar voetstoots aan te nemen? Wij zeggen neen, neen, driemaal neen en verhopen, dat de fabriekraad er nog eens wel over denken zal, eer hij bij den beganen misslag er nog nieuwe voegt. Betreffende deze voor de kunst en de kunstvrienden zoo belangrijke zaak, heeft de gekende kunstkenner, de heer Th. Smekens, een merkwaardigen open brief aan den heer Didron uitgegeven, onder den titel: Très-humble Remonstrance d'un ignorant à un Savant, lettre à M. Ed. Didron au sujet de ses vitraux d'Anvers. Dit welberedeneerd opstel ziet het licht naar aanleiding van opmerkingen, welke de heer Didron heeft laten drukken, tot wederlegging van eene waardeering zijner glasschilderingen, door den heer Smekens medegedeeld aan de Gazette des Beaux-Arts, die te St.-Nicolaas onder redactie van den heer A. Siret uitgegeven wordt. Wij veroorloven ons, de lezing van den voormelden open brief ten sterkste aan te bevelen aan de leden van Onze-Lieve-Vrouwe's fabriekraad, en daarbij den wensch uit te drukken, dat zij oogen mogen hebben om te zien, ooren om te hooren! Op den inhoud van den brief des heeren Smekens hebben wij eene aanmerking te maken die haar gewicht heeft. De schrijver spreekt over den heer Ed. Didron als over den te recht befaamden Franschen glasschilder die de Histoire du Vitrail heeft geschreven. De heer Ed. Didron is maar alleen de neef van den heer Didron ainé, die de voormelde geschiedenis heeft uitgegeven. - Verbond voor kunsten letteren en wetenschappen. Op 1 Juni waren de volgende kunstwerken tentoongesteld. Drie puik geschilderde stukken van C. Verlat, De lente, De verzamelaar, en De vos op loer; onnoodig hier aan te stippen, dat ze alle drie reeds in bezit waren van kunstliefhebbers; hoe vruchtbaar hij ook is, nog laat de heer Verlat de koopers wachten; maar er zijn dan ook zonder overdrijven liefhebbers bij 't dozijn die hun best doen om eene van 's meesters kunstparels machtig te | |
[pagina 86]
| |
worden; - Verhoeven Ball, De toebereidsels tot het noenmaal; - E.J. Boks, Roodkappeken; - J. Wagner, Aanlokkelijk voor allen; - H. Pieron, Een landschap; - J. Stobbaerts, Op zoek en Bezoek bij de gevangenen; - J. Meyers, drie landschappen: De avond, Na den middag en Gezicht in Vlaanderen; - L. Artan, eene studie naar de natuur, eene Stoomboot en het Kranenhoofd te Antwerpen; - P. Beaufaux, een wel geteekend en frisch geschildert portret; - J. Pecher een borstbeeld, portret in gebakken aarde, en J. De Braekeleer, drie fantazijborstbeelden en een kinderportret, alle in gebakke aarde. Brussel. - De hoofdstad beïevert zich loffelijk om hare oude merkwaardige gebouwen in eere te houden. Na de werken, aan het stadhuis verricht, komt de beurt aan het dusgenaamde broodhuis en de voorgevels van eenige andere huizen der Groote-Markt, na de beschieting van 1695 gebouwd. Ook aan de Gudula- en St-Janskerk wordt vlijtig gewerkt. Laatstgenoemde tempel is, zooals men weet, door W. Coeberger gebouwd. (Zie onzen jaargang 1868, blz. 165.) - Koninklijke academie van België (klasse van fraaie letteren). Uitslag der prijskampen. - Over de regeering van Karel den Stoute waren ingekomen drie verhandelingen. Die (in het Fransch geschreven) van den heer P. Henrard, majoor der artillerie in bezetting te Gent, werd bekroond. Niet bekronenswaardig werd gekeurd de eenige ingekomene proeve van eene Staatkundige geschiedenis van Vlaanderen (1305-1382). Voor de verhandeling over Antoon Van Dyck waren één Fransch en één Vlaamsch stuk ingekomen. Het laatste, van de heeren De Potter en Broeckaert, erlangde den prijs (dien van Stassart). De klasse benoemde van correspondenten tot werkelijke leden, de heeren A. Leroy (Luik,) en Em. de Borchgrave (Brussel), en tot correspondenten de heeren F. Loise, leeraar aan het Antwerpsch atheneum en J. Tielemans, eere-voorzitter van het Brusselsch hof van beroep. Gent. - Edw. Blaes is als muziekmeester in St.-Baafskerk benoemd. Brugge. - De kunstenaarsbond, onder voorzitterschap van den heer schepen Pecsteen, verzoekt alle kunstenaren een of ander voortbrengsel van hunne hand te willen schenken, om verloot te worden ten behoeve der oprichting van een gedenkteeken aan Breydel en De Coninck. De ontvangene stukken zullen in de Halle worden tentoongesteld. Wij hopen, dat deze oproep een goeden weerklank vinden zal. Herenthals. - Bij V.J. Du Moulin, is verschenen: De Kempische Lier, 4e jaar, nr 3: Waarom ik lach, lied door K. Van Loo, op muziek van B. Raes. De Kempische Lier verschijnt zes maal in het jaar; de prijs is slechts fr. 2.50. Bij denzelfde is verschenen de tweede uitgaaf van Meid-alleen, boertig tooneel, woorden en muziek van D. Vitaelsen; prijs fr. 0.75. |
|