wij gemeld, dat de gemeenteraad, op verzoek des heeren Jos Ducaju, overeenkomstig de verslagvoorstellen der commissie van schoone kunsten, toelating had verleend, om het beeld van H. Leys uit wit marmer te maken, in plaats van het in brons te gieten, zooals aanvankelijk door den beeldhouwer aangenomen was. In zitting van 28 December 1872, heeft de gemeenteraad beslist, het beeld in brons te doen gieten en uit dezen hoofde aan den vervaardiger 4000 fr. opgeld toegestaan (de helft van die som zal door het rijk betaald worden). De heer Ducaju zal dus voor het maken van 't gedenkteeken 44,000 fr. ontvangen. Voor het voetstuk zal arduin in plaats van witten steen gebruikt worden.
- Op 9 December en volgende dagen werden de boeken, prenten enz., ongeveer 3,000 nummers, nagelaten door den heer Graaf G. Le Grelle, oud burgemeester van Antwerpen, in het sterfhuis verkocht. Uitslag der verkooping van de schilderijen (16 December 1872): ongenoemd stuk van P. Lievens, fr. 125 (kooper J. Van Geetruyen); Vruchten enz. Van Doren, fr. 100 (graaf A. Le Grelle); De jonge blinde, J.J. Van Regemortel, fr. 110 (Max Suremont); Biddende monnik, C. Jauquaud, fr. 240 (A. Le Grelle); de H. Maagd, C. Cels, fr. 120 (S. Le Grelle); De herderin, C. Sels, fr. 150 (A. Sevestre); Middagslaapje, F. De Braekeleer, fr. 300 (Sils); Storm, J. Meyne, fr. 180 (Sterckx); De vischmarkt, H. Van Hove, fr. 260 (Muscar); De ijsslede, H. Van Hove, fr. 200 (F. Le Grelle); Sacristij eener Napelsche kapel, F. Vervloet, fr. 200 (Blommaert), Het gelukkig huisgezin, E. De Block, fr. 310 (F. Delahaye); Puinen van een kasteel, L. De Maertelaere, fr. 75 (Schoesetters); Christus op den schoot zijner moeder, naar Van Dyck, door N. De Keyser, fr. 50 (A. Le Grelle); Schapen en eene geit, Ommeganck, fr. 560 (P.E. Nicolié); Landschap, B. en H. Van Hove, 135 (Schoesetters); Het Antwerpsch kasteel in 1831, J.B. Van Roy, fr. 50 (Van Geetruyen); Landschap met dieren, J. Van Lancker, fr. 280 (Van Hellendael); Zeegezicht, B. Peeters, fr. 230 (museum van Brussel); O.-L.-Vrouw met het kind, J. Gossaert, fr. 790 (R. della Faille); laatstgemelde schilderij, 79 centimeters hoog en 66 breed, werd, volgens den catalogus, destijds door de infante Isabella aan de Brusselsche Gudulakerk geschonken; Stilleven, J. Weenix, fr. 660 (Huybrechts);
Ecce Homo, Q. Massys, fr. 4900 (Giebens); laatstgenoemd stuk werd voor jaren door den heer Le Grelle tegen 5 of 600 fr. in de verkooping van den heer Van Camp aangekocht voor het museum, welks bestuur moet geweigerd hebben den aankoop voor zijne rekening te nemen, zoodat het stuk aan den heer Le Grelle verbleef; Portret van admiraal de Wit, Mierenveldt, fr. 340 (Muscar); Christus op de knieën van Maria, Van Diepenbeeck, fr 220 (Kockx); Dialectia, J. Van Bockhorst, alias Lange Jan, fr. 65 (De Man); twee kopijen naar Teniers, fr. 55 en 36 (Van Herck); Cyrus, P.P. Rubens, fr. 610 (ridder de Burbure); Christus in den stal van Bethleëm (Italiaansche school), fr. 65 (Van Helendael); Landschap met dieren, Van Lancker, fr. 100 (Maes); O.-L.-Vrouw en het kind, J. Van den Hoecke, fr. 220 (J. Isenbaert); Napelsch laudschap, F. Vervloet, fr. 11 (id.); Landschap, H. Van Assche, fr. 65 (R. della Faille); Land- en Zeegezicht, J. Van Os, fr. 810 (Jos. de Bom); Koning Davids geschenken aan Bethsabé, Simon De Vos, 360, enz.
- Het Vrije woord. - Op 4 en 11 Januari had er eene algemeene bespreking plaats over het onderwerp: De internationale werkersvereeniging, haar doel en hare middelen. Op 18, 25 en 31 derzelfde maand, handelde men over het verplichtend onderwijs.
- Nederduitsche bond. - Op 2 en 27 Januari hield de heer H. Sermon eene verhandeling over Anton Reinhard Falck, minister en afgezant van Willem I, koning der Nederlanden.
- De heeren Victor Driessens en E. Lemaire hebben, ieder afzonderlijk, het bestuur van den nieuwen Vlaamschen schouwburg aangevraagd.
- De heer Victor Driessens heeft het getimmerte der tooneelzaal van den heer F. Joostens gekocht en van 't stadsbestuur vergunning bekomen om, mits betaling van eenen huurprijs, eene loods te stellen nabij de Gemeenteplaats en er vertooningen in te geven.
Lier. - Op 29 December had de inhuldiging plaats van eenen standaard voor het genootschap van den H. Franciscus-Xaverius, vervaardigd door den goudborduurder L. Van Moock, van Antwerpen. Die standaard is een waar kunststuk. Hij is van bruin fluweel en gansch nieuw van vorm, het midden houdende tusschen de gewone kerkvanen en de standaarden van maatschappijen. Het goud is er niet kwistig op aangebracht, maar de kleurschakeering is rijk; de samenstelling is als volgt: in het midden, de patroon van het genootschap, omringd van acht medaillons, met de beschermheiligen der verschillende nijverheden van Lier; bovenaan de heilige familie in het huiske van Nazareth, Joseph arbeidende, geholpen door de H. Maagd en het kindje Jezus; rechts, de H. Franciscus van Assisen, patroon der kleermakers; de Vier gekroonden, der metsers, en de H. Gregorius, der zangers; links, de H. Antonius, abt, patroon der hoveniers; de HH. Crispinus en Crispianus, der schoenmakers; de H. Eligius, der smeders; van onder, de H. Gummarus, patroon der stad. Op linten, gestrengeld tusschen bloemen en sieraden, komen de volgende opschriften voor: Onder Gods geleide, godsdienst, vaderland, arbeid, eendracht en standvastigheid. Al de afbeeldingen zijn meesterlijk geborduurd in gekleurde zijde. In het onderste gedeelte prijkt het wapen der stad. Boven aan den stok, onder het kruis, is een schild bevestigd, voerende eene zinnebeeldige voorstelling van het geloof, de hoop en de liefde.
Brussel. - De kunstschilder E. Wauters is door het gemeentebestuur gelast met de versiering van de groote trapzaal van het stadhuis. In de twee groote paneelen zullen afgebeeld worden: Maria van Burgondië, op den dag harer blijde inkomst te Brussel, zwerende dat zij de voorrechten der stad zal eerbiedigen, en Maximiliaan, de Brusselaren te wapen roepende, om de belegerde stad te verdedigen.
- Belgische commissie voor de internationale tentoonstelling te Londen van 1873. - Bij koninklijk besluit van 18 Januari zijn benoemd om deel uit te maken van deze commissie: de Cannart d'Hamale, voorzitter; De Schampheleer, A. Marckelbach, kunstschilders te Brussel; De Wilde, leeraar in de militaire school; F. Baeckelmans, bouwmeester, te Antwerpen; Corr-Van der Maeren en Snijers- Rang, fabrikanten; Ed. Romberg, onder-voorzitter.
- De volgende aan de Vlamingen gerichte omzendbrief werd op 25 Januari uitgegeven:
‘Den 10n Fabruari aanstaande zal het zes jaren geleden zijn dat de moedige en onbaatzuchtige Vlaming Michiel Vander Voort ons door den dood werd ontrukt. Eene inschrijving destijds onder de Vlamingen geopend stelde ons in staat de nagedachtenis van den diepbetreurden overledene te verheerlijken, door het oprichten van een praalgraf op het kerkhof van Sint-Joos-ten-Oode. De commissie met het inzamelen der gelden gelast hield, na vereffening aller kosten, eene zekere som beschikbaar tot het uitgeven der levensbeschrijving van Michiel Van der Voort. Dit werkje is, door omstandigheden gansch van haren wil onafhankelijk, niet verschenen. Een nieuw kerkhof, waarop reeds de voornaamste grafzuilen van het oude zijn verplaatst, is in hooger genoemde gemeente tot stand gekomen; de commissie heeft gedacht geen beter gebruik van het beschikbare geld te kunnen maken dan het te besteden tot het