Over de aantrekkingskracht.
Een druppel water geplaatst tusschen twee glazen platen, die met elkander volgens eene liggende richtlijn eenen hoek uitmaken, neemt eene cirkelvormige uitbreiding en nadert tot het toppunt van den hoek. Het zelfde verschijnsel heeft plaats in kegelvormige buizen, en de kleine kolom vocht die ze inhouden, nadert tot het toppunt of verwijdert zich ervan, volgens dat hare einden hol of bol zijn.
De haarvormige verschijnsels hebben niet alleenlijk plaats in enge buizen of tusschen dicht tegen elkander gevoegde platen, maar ook bij enkele aanraking van een hard lichaam met een vloeibaar lichaam. Het water verheft zich tegen eene glazen plaat, integendeel verlaagt het rond dezelve, wanneer de plaat met vet besmeerd is.
Dagelijks hebben wij verschijnsels voor oogen die door haarvormkracht of capilariteit veroorzaakt worden.
Een stuk suiker, gedeeltelijk in water gedompeld, wordt er spoedig in zijne gansche uitgestrektheid van doordrongen; een muur, welks onderwerk in water of in eenen natten grond geplaatst is, wordt vochtig op eene groote hoogte; een druppel olie verspreidt zich verre in een linnen weefsel of in een stuk papier. Het is door capilariteit dat de vetstoffen tot de wiek van eene kaars of van eene lamp opklimmen; dat een vat, gedeeltelijk met water gevuld, zich gansch ledigt druppelsgewijs, wanneer men er een katoenen lemmet in plaatst, dat met een zijner einden buiten het vat hangt.
Dr F.-J.-Matthyssens.