De Vlaamsche School. Jaargang 18

Vechtende reigers.

Het gevecht tusschen de verwoede dieren is zeer aanschouwelijk voorgesteld; wij zien het bloedig drama, dat zij spelen, op zijn keerpunt. De slag is grootendeels geleverd en de allerwege gestrooide uitgerukte veeren, zoowel als de wonden der kampers, getuigen, dat hij met wezenlijke hardnekkigheid werd gevoerd.

Ofschoon een uitmuntend schilder in onderscheidene vakken, is 't vooral in het afmalen van dieren, dat Edwin Landseer den grootsten roem verworven heeft. Zeer aanzienlijk is het getal schilderijen, waarin de meester dieren van allerhande soort, 't zij in de rust, 't zij aan den arbeid, 't zij in den strijd heeft afgemaald. De honden hebben hem het onderwerp van menig tafereel geleverd.

Tusschen zijne beste gewrochten behooren de volgende schilderijen: Terugkomst van de valkenjacht, De kinderen van den hertog van Sutherland met honden en herten, Het portret van lady Fitzharris met hare schoothonden, De vloed in de hooglanden, De getemde wederspannige, enz. enz. Wij verhaasten ons, hier bij te voegen, opdat het noemen van die eenige stukken niemand in dwaling brengen zou, dat de lijst der voortreffelijke werken van Sir Edwin Landseer eenige bladzijden vullen zou.

Wij zegden reeds, dat hij niet al zijne onderwerpen aan de dierenwereld ontleende. Inderdaad, men bezit van hem buitendien eene menigte genre-stukken, portretten, bloem- en fruitstukken en stillevens. Landseer is niet enkel een van Europa's beste, maar ook een van zijne vruchtbaarste schilders. Al zijne gewrochten verraden een buitengewoon gemak in 't werken, zonder zulks iets te kort doet aan hunne verdiensten. Hij heeft ook muurschilderingen gemaakt, waartusschen als de best geslaagde die worden genoemd, welke hij, onder medewerking van Eastlake, Stanfield en andere schilders, uitvoerde in Buckingham-house. De onderwerpen dezer frescos zijn geput uit de werken van Engelsche dichters en voornamelijk uit die van Milton.

Een groot getal van Landseers schilderijen werden gegraveerd. Sommige werden door den schilder zelve in plaat gebracht.

[p. 128]

Edwin Landseer aanschouwde het eerste levenslicht te Londen, in 1802. De eerste lessen in de kunst werden hem gegeven door zijn ouderen broeder, Charles Landseer, geboren in 1799 en die insgelijks een geachten naam tusschen de Engelsche schilders geniet, onder andere wegens zijne schilderijen De plundering van Basing-house en De ark van Noë. Eerstgenoemd tafereel werd gegraveerd door Murray. Edwin streefde zijnen broeder echter al spoedig op de baan der kunst vooruit. Van voor hij dertig jaren oud was, had hij zich reeds eene benijdenswaardige en verdiende faam verworven, die hij trapsgewijze heeft weten te verhoogen, naarmate hij in leeftijd vorderde.

In 1866 werd Sir Edwin Landseer het bestuur der Londensche academie aangeboden, doch hij bedankte voor dezen post. Sir Edwin Landseer is lid van de Londensche en van verscheidene academiën buiten Engeland, onder andere die van Antwerpen en Brussel. Zijne benoeming als werkelijk lid van het academisch lichaam der Antwerpsche academie dagteekent van 23 Augustus 1870. Hij verving als dusdanig wijlen F. Overbeck. Van voor 1870 had Landseer den titel van buitenlandsch toegevoegd lid der Antwerpsche academie.

Wij hopen, dat de meester in de gelegenheid zal gesteld worden, om voor het Antwerpsch museum der academiekers eene schilderij, vergezeld van zijn portret, te leveren.