Een redmiddel.
De menschen, in het water vallende en niet kunnende zwemmen, verdrinken gewoonlijk, omdat zij hunne armen boven water uitsteken, welker gewicht het lichaam doet zakken. De dieren, daarentegen, hebben geen denkbeeld en ook niet het vermogen van zulke handelwijze. Wanneer de mensch in een diep water valt, komt hij weder naar boven, en zal aan de oppervlakte van het water blijven, zoo hij de armen niet opsteekt. Indien hij zijne armen onder water, in elke richting, die hij goedvindt, beweegt, zal zijn hoofd zoover boven water komen, dat hij adem kan halen, en indien hij zijne beenen wil bewegen, alsof hij liep, of liever nog alsof hij trappen opklom, zoo zullen zijne schouders boven het water uitsteken, weshalve hij minder beweging met zijne handen zal behoeven te maken. Deze eenvoudige handelwijze wordt in de herinnering aanbevolen van allen die in hunne jeugd niet hebben leeren zwemmen; mochten zij genoodzaakt zijn, er gebruik van te maken, zoo zullen zij er zich wel bij bevinden.