Sterfgevallen.
LAMBRECHT DE KROON, vader, de oudste Vlaamsche tooneelist, is op 21 Maart in 75-jarigen ouderdom overleden te Antwerpen, in het gesticht der broeders van liefde, Vincentiusstraat. De plechtige begrafenis had den 24e, in den namiddag, op het Kiel plaats, onder een grooten toeloop van vrienden en vereerders des mans, wiens naam, een dertigtal jaren geleden, als eene star aan den tooneelhemel glinsterde. Lambrecht De Kroon bezat inderdaad een machtig talent, ofschoon geen tooneelist van beroep. Op de kist des waardigen mans schitterden een aantal gouden eermetalen, door hem, in de dagen van zijnen bloei, in tooneelwedstrijden behaald. Eene muziek ging den rouwstoet vooraf. De hoeken van het baar werden gehouden door de heeren J. Bruylants, Edw. en W. Van Ryswyck, F.-J. Van den Branden, E. Lemaire, F. Veyrière, C. Verbruggen en B. Van Eeckhoven. Aan het graf werden redevoeringen uitgesproken door de heeren Edw. Van Ryswyck, Jul. Van der Voort, C. Verbruggen en K. Dumont. Wij vernemen dat deze redevoeringen zullen gedrukt worden. Met eenen der sprekers hopen wij, dat op het graf van vader De Kroon een gedenkteeken zal verrijzen.
JAAK DE WINTER, te Gent geboren, is te Antwerpen overleden op 23 April in den weinig gevorderden ouderdom van 47 jaar. Opvolgens was hij verbonden aan het Journal de Gand en (sedert 1858) aan den Précurseur van Antwerpen. Door de Gentsche maatschappij van schoone kunsten werd hij destijds bekroond voor eene in het Fransch geschrevene verhandeling over Jacob van Artevelde. In het Vlaamsch schreef hij eene beknopte geschiedkundige verhandeling over de stad Gent in de tiende eeuw.