Over de aantrekkingskracht.
III. Een der bijzonderste bewijzen der aantrekkingskracht op onzichtbaren afstand, is de kristalvorming van menigvuldige harde lichamen, alvorens tot vloeibaarheid gebracht, hetzij door smelting, hetzij door oplossing in vloeistoffen; dusdanig is de kristalvorming van verschillige delfstoffen, dusdanig is die van de suiker, van het zout, enz.
Ten opzichte der kristalachtige lichamen, zullen wij, met den beroemden natuurkundige Hauy, twee soorten van vormen onderscheiden, te weten: de kristalvorm van tweede maaksel, onder welken de kristalachtige lichamen zich in de natuur aanbieden, en de oorspronkelijke kristalvorm, welken het kristalachtig lichaam eindelijk bij afschilfering bekomt.
De kristalvormen van het tweede maaksel zijn oneindig verschillig. Tot hiertoe kent men maar zes oorspronkelijke kristalvormen: 1o de zesvlakkige vorm of parallelipipedum. (nr 1); 2o de achtvlakkige vorm of octaëder, (nr 2); 3o de viervlakkige vorm of tetraëder (nr 3); 4o de zesvlakkige zuil of prisma hexaëder (nr 4); 5o de twaalf vierkantvlakkige vorm of chomboïdale dodecaëder, (nr 5); 6o de twaalf driekantvlakkige vorm of driehoekige dodecaëder (nr 6).
De oorspronkelijke kristalvormen kunnen op hunne beurt in kleine gedeelten, allen van gelijken vorm voor het zelfde kristalachtig lichaam, verdeeld worden. Deze vorm is drieërlei; te weten: de zesvlakkige vorm of vierhoekige zuil, (nr 1), de viervlakkige vorm of driehoekige spitszuil (nr 3), en de vijfvlakkige vorm of driehoekige zuil (nr 7).
Dr. F.-J. Matthyssens.