De lammergier.
De hier afgebeelde roofvogel is een lammergier, in de wetenschap gekend onder de benamingen Vultur barbatus en Gypaëtos barbatus. Hij maakt den overgang tusschen de familie der arenden en der gieren uit. De kop en hals zijn bevederd en aan den wortel van de onderkaak draagt hij eenen vederbaard. Hij woont op de hooge bergen van Zuid-Europa en West-Azië. Men vindt hem zoowel in Siberië als op de Alpen. De plaatsen waar hij zijne nesten bouwt, zijn zoo weinig toegankelijk, dat sommige natuuronderzoekers en onder andere de verdienstelijke J.-Alb. Uilkens beweren, dat dezelve nog nooit door menschen gevonden zijn. Wij beschouwen deze bewering als zeer gewaagd.
De lammergier is de grootste Europesche vogel. Uitgestrekt, meten zijne vleugels meer dan 2 1/4 meter. Hij voedt zich met geiten, gemzen, hazen, konijnen, wilde katten, lammeren en dergelijke die hij doodt, door ze van groote hoogten neer te werpen. Hij valt ook wel kinderen aan.
Aan de verhalen, volgens welke lammergieren of arenden kinderen en schapen zouden wegvoeren, verdient geen geloof te worden gehecht. De heeren Bosch en Degenhart doen in hunne beknopte natuurlijke historie hieromtrent zeer te recht opmerken, dat geen vogel veel meer kan dragen, dan hij zelf zwaar is en zij hunne prooi slechts kunnen wegvoeren, na die verscheurd te hebben.
Men heeft beweerd dat de lammergier, wanneer hij door den honger gedwongen is, den reebok weet te doen verschrik-