- De gemeenteraad heeft het jaarlijksch hulpgeld ten behoeve van den Muntschouwburg (Fransche opera), van 80,000 op 100,000 fr. gebracht, naar aanleiding van de beslissing door Z.M. den koning genomen, om jaarlijks uit zijn vorstelijk vermogen 100,000 fr. aan dezen schouwburg te schenken. Van eenige vrijgevigheid voor het Vlaamsch tooneel is tot heden niets vernomen, noch van wege het stadsbestuur, noch van wege Z.M.
- Peter Benoits godsdienstige cantate, die den 27n November in de St-Joris- en den 31n December in O.-L.-Vrouwekerk te Antwerpen werd uitgevoerd, zal den 18n Februari in het hertogelijk paleis ten gehoore gebracht worden, met groote plechtigheid. De koninklijke familie zal, volgens wordt gemeld, de uitvoering bijwonen. (Zie de Vlaamsche School, 1871, bladzijden 177 en 191.)
- Volgens wordt gemeld, zou in 1873 eene onuitgegevene opera van Gevaert, Roger de Flor, opgevoerd worden.
- Gevaert, de nieuwe bestuurder van het conservatorium, is voornemens in eene reeks concerten fragmenten uit de muzikale werken van oude meesters ten gehoore te brengen, zoowel in de ongewijde als in de gewijde muziek. In het begin van Februari heeft onder zijne leiding het eerste concert plaats gehad. De bijzonderste uitgevoerde stukken, waren van Lulli, Rameau en Glück, drie groote namen der Fransche opera in de xviie en de xviiie eeuw. Vervolgens werden nog voorgedragen een koor van Sacchini en eene serenade van Gretry. Men was begonnen met een openingstuk van Spontini. De heeren Warnots, Warot, Mechelaer en de jufvrouwen Sternberg en von Edelsberg namen als zangers en zangeressen deel aan dit eigenaardig concert, welk zeer veel bijval verworven heeft en allerbest geslaagd is. Het werd bijgewoond door H.M. de koningin.
Men weet dat Peter Benoit, in 1870, te Antwerpen begonnen was met het geven van muzikale zittingen, waarop onder andere oude Vlaamsche liederen en arias werden voorgedragen. Wij hopen dat de talentvolle meester gelegenheid vinden moge om deze zittingen te hernemen, welke zoo aangenaam als leerzaam waren, en door de liefhebbers der muziek dan ook te recht op hoogen prijs werden gesteld. (Zie over deze zittingen de Vlaamsche School, 1870, bladzijde 24.)
Gent. - De Fransche academie, heeft aan den heer J.-B. Charlier, leeraar van scheikunde, de medalie van 1e klasse toegewezen voor zijne bouwkundige werken.
Brugge. - Een plaatselijk blad deelt mede, dat ridder X. Van Elewyck, in een klooster, welk bij de Fransche omwenteling van 1794 niet werd afgeschaft, een schrijfboek heeft ontdekt, welk meer dan 400 arias bevat, die vroeger in onze streken zeer geliefd waren. Onder andere treft men er in aan al de marschen, ter eere van de primussen der oude Leuvensche hoogeschool samengesteld, nationale marschen van de xviiie eeuw, Fransche, Waalsche en Vlaamsche volksliederen.
Dinant. - Het bestuur dezer stad heeft voorgenomen een gedenkteeken op te richten ter eere van de schilder Wiertz. Overeenkomstig des meesters uitdrukkelijken wil, zal het gedenkteeken geen standbeeld zijn; het zal evenwel zijn borstbeeld of zijn portret mogen bevatten; het model van des schilders afbeeldsel zal moeten goedgekeurd worden, wat betreft de gelijkenis, door den heer C. Potvin. De heeren kunstenaars die voorstellen zouden willen indienen, zijn verzocht, daarvan zoo spoedig mogelijk kennis te geven aan het schepencollegie van Dinant.