Kmiotek
houtsnede van h. brown en jos. de clercq.
De bovenstaande plaat hebben wij uit de nalatenschap van Hendrik Brown, den beroemden graveerder, wiens levensschets wij in 1870, bladz. 16, in ons tijdschrift mededeelden. Aangelegd door den meester, werd deze plaat grootendeels onder zijne leiding afgewerkt door een der verdienstelijke leerlingen van de Antwerpsche academie, den heer Jos. De Clercq, van Gent. 't Is ook hij, die ze voltooide. In 1861, blz. 5, verscheen in ons tijdschrift de bijzonderste plaat, welke Jos. De Clercq, gedurende zijn al te kortstondigen levensloop, vervaardigde. Brown overleefde zijn veelbelovenden, leerling, die in de maand Mei 1862 te Gent overleed.
Wij waren reeds in de gelegenheid hier aan te stippen, dat het den heere Brown, als plaatsnijder, nooit aan werk ontbroken heeft, gedurende den tijd dat hij in de Antwerpsche academie meester van de klasse der houtsnede was. Niet alleen van uit verschillende plaatsen in België; maar ook van uit het buitenland. Frankrijk, Holland enz., stroomden hem de bestellingen toe. De hier medegedeelde plaat, werd hem besteld voor een werk dat in Polen moest verschijnen. Vermoedelijk werd zij niet op den bepaalden tijd voltooid en is zij daardoor voor rekening van den plaatsnijder gelaten, door den persoon, voor wien zij bestemd was.
Het woord Kmiotek is de Poolsche vertaling van Landbouwer.
Zonder de juiste beteekenis van de voorgestelde handeling te kennen, gelooven wij, dat de man, rond wien eene zoo bonte menigte is verzameld, een treffend, behagelijk lied voorzingt, uit het boek, welk hij in de hand houdt. 't Kan ook wel eene voorlezing zijn, die door hem gehouden wordt; maar wij zouden eerder denken, dat hij zingt. Hoe of het zij, de zanger of voorlezer mag zich vleien, de aandacht en de belangstelling zijner hoorders in de ruimste mate op te wekken. Aller ooren zijn gespitst en aller oogen rusten op hem, zelfs die van de ettelijke kinderen, welke men tusschen de verzamelde mannen en vrouwen aantreft.
De samenstelling is zeer verdienstelijk en het karakter der verschillende personen goed uitgedrukt in elke figuur. Het geheel vormt, in eene kleine lijst, een vroolijk en levendig tafereeltje, waarop het oog met welgevallen rust.
De gravuur is breed gesteken en verdiende alleszins bewaard en in het licht gegeven te worden als een der laatste voortbrengselen der Antwerpsche graveerschool.
Al onze lezers, wij zijn er van verzekerd, zullen 't met ons eens wezen dat het te bejammeren is, dat men deze school heeft laten te niet gaan. Ook zien wij derzelver herinrichting met belangstelling te gemoet.