Kronijk.
Antwerpen.
- Door den Nederduitschen bond is, den 29n Augustus, de volgende omzendbrief rondgestuurd:
‘Eene ernstige en practische poging ter opbeuring onzer moedertaal en herstelling harer miskende rechten dient, den aanstaanden zittijd, in onze wetgevende kamers gedaan te worden. Een aantal onzer volksvertegenwoordigers zijn bereid een voorstel in dien zin voor te dragen. Ten einde des te meer kracht aan hunne poging bij te zetten, zou het hoogst wenschelijk zijn dat de strijdende flaminganten des lands het eens waren met die volksvertegenwoordigers, nopens het voorstel te doen, hetwelk alzoo niet meer het voorstel van eenige personen, maar het voorstel van de geheele Vlaamsche beweging zijn zou.
Vooraleer echter eenen landdag - indien zulks mocht noodig zijn - daaromtrent te beroepen, denkt de bestuurraad van den Nederduitschen bond van Antwerpen zich eerst tot u te moeten wenden, met verzoek, dat gij hem, binnen de maand, een antwoord zoudt laten geworden, waarin gij uw gedacht zoudt doen kennen nopens het in te dienen voorstel en het terrein waarop men de discussie gaarne geplaatst zag.
De bestuurraad van den Nederduitschen bond is van gevoeled, dat het voorstel, eerlang in de kamers vooruit te zetten - wil men tot een practisch resultaat geraken - zich moet bepalen bij de kwestie van het “lager en middelbaar onderwijs door den staat gegeven,” en voor doel hebben moet de herstelling onzer taalgrieven in dat onderwijs. Mochte men daarin gelukken, zoo ware een belangrijk punt gewonnen.’
- In de Sint-Jacobskerk, links van de Rubenskapel, is wederom een geschilderd glasraam geplaatst, uitgevoerd door J.-B. Capronnier, voorstellende: De H. Carolus-Borromeus. kardinaal en aartsbisschop van Milaan, die de heilige sacramenten der stervenden uitreikt aan zijne met de pest geslagen diocesanen. Daaronder zijn afgebeeld de heilige Maagd, het kindje Jezus dragende, de H. Joseph, de H. Amelia of Amelbergen en de wapenschilden der familie Geelhand. Het raam is een geschenk van wijlen jonkheer Karel Geelhand.
- Op 5 September bracht de groothertog van Saksen-Weimar, vergezeld van de prinses zijne dochter, den kunstschilder C. Verlat en verder gevolg, een bezoek aan Antwerpen. Na de muurschilderingen van Leys op het stadhuis te hebben bezichtigd, begaven de bezoekers zich naar St-Joriskerk. De hertog bezocht ze reeds voor de derde maal. Hij wenschte de heeren Guffens en Swerts met de voltooiing van hun werk geluk en zegde dat het hem een waar genoegen was, de voltrokkene uitstekende muurschilderingen te kunnen toonen aan zijne dochter, die, onder de leiding van Verlat (zooals men weet is deze meester te Weimar gevestigd), zich met goeden uitslag op de schilderkunst toelegt.
- Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen. - Op 10 September was er een groot en schoon tafereel tentoongesteld van den heer J. Portielje, verbeeldende: Eene jeugdige Spaansche straatzangster. Men zal opmerken dat de schilder ditmaal van zijn gewoon genre is afgeweken.