G.-G. Gervinus.
Een van de uitstekendste wegbereiders der hedendaagsche geschiedkundige wetenschap, de beroemde Duitsche geleerde, G.-G. Gervinus, is den 18n Maart te Heidelberg overleden, in ruim 65-jarigen ouderdom, zijnde hij op 20 Mei 1805 geboren te Darmstadt.
Gervinus was begonnen met zich op den handel toe te leggen; maar er verliep niet veel tijd, of hij zag van deze loopbaan af en begaf zich tot de studie der geleerde wetenschappen. In 1824 volgde hij de leergangen der hoogescholen van Giessen en Heidelberg. Op nauwelijks 25-jarigen leeftijd was hij toegevoegd en drie jaren later buitengewoon leeraar aan de Heidelbergsche universiteit. Zijne rond 1833 verschenen geschiedkundige studiën hadden veel bijgedragen, om hem als buitengewoon leeraar te doen benoemen. Hij nam vervolgens eenen leerstoel te Göttingen aan, maar werd in 1844 met nog zes collegas afgezet, om protest te hebben aangeteekend tegen de willekeurige handelingen van vorst Ernst-August. In 1844 werd hem den titel van leeraar der Heidelbergsche hoogeschool opgedragen, zonder hij evenwel het ambt waarnam.
Gervinus doorliep ook op staatkundig gebied een uitgebreiden werkkring. Onder andere leverde hij ettelijke schriften over 't vraagstuk van het catholicisme in Duitschland en over de Sleeswijk-Holsteinsche aangelegenheden. In 1847 stichtte hij met Mathy Mittermaier en Hausser de Heidelbergsche Deutsche Zeitung. Na de beroerten der maand Maart was hij lid van de commissie der zeventigen, die eene Duitsche grondwet, met een erfelijk Pruisisch keizerrijk, ontwierpen. Hij zetelde als Saksisch afgevaardigde in de rijksvergadering van Frankfort en deed er zich, na mislukking der ontworpene grondwet, als een hevig tegenstander der Pruisische staatkunde kennen.
Gervinus gaf merkwaardige verhandelingen over Shakespeare in het licht. Hij verwierf zich inzonderheid een blijvenden naam bij alle beschaafde natiën door zijne in de meeste talen overgezette Geschiedenis der negentiende eeuw, bevattende de geschiedenis sedert het congres van Weenen tot de Juli-omwenteling. De Nederlandsche vertaling dezes werks is uitgegeven in acht deelen.
Gervinus schreef ook eene geschiedenis der Duitsche dichtkunst, waarvan hij eene nieuwe uitgaaf bezorgde, toen de dood hem is komen treffen.
De overledene was een man die ook in het huiselijk leven en den vertrouwelijken omgang, naar ons door Duitsche tijdschriften wordt gemeld, eene welverdiende achting genoot.