Het reine hart.
Een rein hart? - Ach hoeveel bevatten deze weinige woorden! - Het is dus niet genoeg dat gij uitwendig niets kwaads doet; dat gij u met geene grove misdaden bezoedelt; dat gij geen bedrieger, geen verrader of lasteraar, geen verleider der onschuld of meineedige zijt, neen, niet alleen uwe handen moeten zich niet met bloed of roof, met bedrog of wellust bezoedelen; maar ook uw hart moet rein zijn; ook uwe gedachten moeten uw hart niet met zonden ontwijden. Gij hebt nog geen rein hart, wanneer gij ook niemand schade toebrengt, zoolang gij u nog niet bewust zijt, dat gij den naasten zooveel goeds doet als gij kunt. Uw hart is niet rein, zoolang gij deugd predikt en geene deugd beoefent; zoolang al uw streven en pogen, al uwe bemoeiingen niet daarop gericht zijn, dat gij in uwen kring een weldoener wordt van allen op wie gij weldadig werken kunt.
Heinrich Zschokke.