droegen de algemeene goedkeuring weg. Dit borstbeeld is bestemd, om op de stadsbibliotheek, nevens dat van wijlen J.-F. Mertens, Torfs' medewerker aan de geschiedenis van Antwerpen, geplaatst te worden.
- De heer Clemens Ommeganck deed in zitting van den gemeenteraad van 29 Maart jl. verslag, namens de commissie van schoone kunsten, en stelde voor aan den academieraad te herinneren, dat elke te doene herstelling aan de schilderijen van het museum eerst aan het gemeentebestuur moet onderworpen worden. Deze maatregel is niet alleen noodzakelijk, ingevolge de bestaande verordeningen, maar is voorzichtig voor de goede behandeling der tafereelen.
- Bij J.-E. Buschmann zijn verschenen de twintig eerste afleveringen van les Annales publiées par les soins de la section de littérature française du Cercle artistique, littéraire et scientifique d'Anvers, uitmakende 160 blz., groot formaat, en te Antwerpen verkrijgbaar aan 4 fr.
- Een Amerikaansch blad, de Semi weekly Boston Advertiser, spreekt met veel lof over het tafereel van den kunstschilder Jos. van Lerius, voorstellende: Esmeralda en Djali.
Mechelen. - Op 3 Juli zal de tentoonstelling van schilderijen en verdere kunststukken geopend worden.
Brussel. - Wedstrijden voor 1870, uitgeschreven door de klasse der zedelijke en staatkundige wetenschappen van de koninklijke academie van België.
Eerste vraag. - De oorzaken opzoeken, die gedurende de XIIe en XIIIe eeuw destichting der Belgische volksplantingen in Hongarië en Zevenbergen verwekten. De inrichting dier koloniën aantoonen, en den invloed dien zij uitoefenden op de staatkundige en burgerlijke instellingen, alsmede op de zeden en gewoonten der landen, waar zij gesticht werden.
Tweede vraag. - De geschiedenis van de staatkundige en bestuurlijke betrekkingen, die bestaan hebben tuschen België en Burgondië, tot aan de verovering van het graafschap door Frankrijk.
Derde vraag. - Eene schets van het leven en de regeering van Septimus Severus.
Vierde vraag. - De geschiedenis van het jachtrecht en de wetgeving op de jacht in België en het land van Luik, met eene beknopte uitweiding over Frankrijk, Engeland, Duitschland en Nederland.
Vijfde vraag. - De verschillende kiesstelsels blootleggen, die opvolgenlijk ingevoerd werden bij de oude en hedendaagsche volkeren. Tenzelfden tijde den geest doen uitschijnen, waarin deze stelsels opgevat werden, en er de uitslagen van beoordeelen voor de burgerlijke en staatkundige vrijheid, voor de orde en den vooruitgang bij die volkeren.
De prijs voor iedere vraag is een gouden eeremetaal van 600 fr.; die waarde wordt op 1000 fr. gebracht voor de vijfde en op 1,200 voor de eerste en tweede vraag.
De klasse schrijft van nu af in haar programma voor 1871 de volgende vragen:
Eerste vraag. - Eene beoordeeling van Chastelains talent, invloed, staatkundige denkbeelden en letterkundige strekkingen.
Tweede vraag. - De grenzen aantoonen der pagi en hunne onderverdeelingen, gedurende de middeleeuwen, op het tegenwoordig grondgebied van België.
Derde vraag. - De staatkundige geschiedenis van Vlaanderen behandelen, sedert 1305 tot de opkomst van het huis van Burgondië (1382), bijzonderlijk stilblijvende bij de wijzigingen, welke, te dien tijde, de algemeene instellingen van het graafschap en de bijzondere instellingen zijner groote gemeenten ondergingen.
Vijfde vraag. - Aantoonen dat de invloed van beschaving en vrijheid nadeelig is aan de uitbreiding van het grondgebied der staten. Bewijzen dat een tijdstip, waarop die driedubbele invloed overheerscht, voor bepaalde strekking heeft, de kleinere staten niet te vernietigen, maar te vermenigvuldigen.
Eindelijk opent de klasse het 2e zesjarig tijdvak van den eeuwigdurenden prijs, ingesteld door baron de Stassart, en stelt de volgende vraag: Aantoonen welke, tijdens de Fransche overrompeling in 1794, de grondwettelijke beginselen waren, gemeen aan onze verschillende provinciën, en die waardoor zij onderling verschilden. De gewoone prijs van 3,000 fr. zal verleend worden voor de oplossing dezer vraag.
- Het staatsbestuur is voornemens al de scholen van teeken- en bouwkunst, volgens een algemeen en bepaald programma, herinterichten; enkel voor die scholen zal men nadien nog aanspraak op de hulp van den staat kunnen maken. Te dien einde worden thans al de scholen van teeken- en bouwkunst in oogenschouw genomen door twee afgevaardigden, de heeren Canneel, bestuurder der koninklijke academie van Gent, en de Taeye, bestuurder der academie van Leuven. Er bestaan 56 academiën van teeken- en bouwkunst in België; Oost-Vlaanderen alleen telt er 22 en West-Vlaanderen 10.
- Evenals de heer Gachard in de zitting van de geschiedkundige commissie der Belgische academie (zie de Vlaamsche School bladz 64, 1869) het oordeel van wijlen dr. Bergenroth ten opzichte van Joanna, de moeder van Keizer-Karel V, heeft bestreden en aangetoond, dat niet verdenking van ketterij, maar wel zinneloosheid oorzaak was van de afzondering, waarin de vorstin gedurende een groot gedeelte van haar leven is gehouden, wordt dit nu ook gedaan door den heer Rösler, in een werkje getiteld Beleuchtung der Enthullungen G.A. Bergenroth's aus dem Archiv von Simancas. Rösler meldt tevens, dat van het meerendeel dezer stukken reeds twintig jaren geleden afschriften zijn vervaardigd, welke te Weenen bewaard werden, en sedert den dood van Ferd. Wolf, in 1866 in de hofboekerij zijn nedergelegd.
- Den 5n Februari opende Em. Hiel, in de zaal van den onderrichtingsbond, zijnen cursus van Nederlansche taal, die regelmatig alle Donderdagen, ten 8 1/2 ure 's avonds, zal voortgezet worden. In de eerste voordracht handelde de uitstekende dichter over den Rijkdom der Nederlandsche taal.
- De toondichter Gustaf Huberti, gunstig gekend in Duitschland en ook hier te lande, brengt eene nieuwe kracht aan de Vlaamsche kunstbeweging bij. - Hij heeft eene gansche reeks liederen van Uhland gecomponeerd, die door den dichter Emanuel Hiel in het Nederlandsch vertaald en door de begaafde juf-