De Vlaamsche School. Jaargang 15
(1869)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 121]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kermisfeesten van Antwerpen, 1869.De kermisfeesten van Antwerpen namen dit jaar aanvang op Zaterdag 21 Augustus met een volksconcert onder het schoone paviljoen, dat jaarlijks de Groenplaats versiert, sedert 1853. Het werd vervaardigd ter gelegenheid van het bezoek welk HH. KK. HH. de hertog en de hertogin van Brabant, thans België's regeerende vorsten, op hunne huwelijksreis aan Antwerpen brachten. Het was aan den bouwmeester-ingenieur F.-J. Stoop, zoo ongelukkig omgekomen in den brand van het stapelhuis St-Felix, op 2 December 1861, dat het stadsbestuur dit werk opdroeg.Ga naar voetnoot1 Het gebouw is achtkantig, heeft negen meters in doorsnede en is langs wederkanten van trappen voorzien. Op het voetstuk rusten 8 pijlers met consolen, waartegen langs wederkanten een kolommetje met voetstuk en kapiteel, op hetwelk de platte bogen rusten die de acht openingen vormen en de kroonlijst dragen; het is ongeveertien meters hoog, zonder den vlaggentros die het toppunt versiert; acht meters tot aan de kroonlijst, waarboven, alsook op het toppunt, de wapenschilden der negen provinciën België's prijken. Bloemenkorven en vlaggen luisteren het op, en op de vooruitspringende deelen van het voetstuk prijken vazen met bloemen. De uitvoering werd toevertrouwd aan den heer J.-B. Winders, aannemer te Antwerpen, die dan ook sedert 1853 met de plaatsing ervan gelast is. De getrouwe plaat, die wij er hierboven van mededeelen, is geteekend door V. de Doncker, naar eene lichtteekening der heeren A. Stallins en Alf. Janssens, en gesneden door Ed. Vermorcken.
Bovengemelde feesten, waren onder meer dan een oogpunt, belangrijk, maar vooral door het leggen des gedenksteens van den eersten in België van bestuurs wege gebouwd wordenden Nederlandschen schouwburg. Om 8 ure werd het feest door het gelui der klokken aangekondigd. Wij laten hier het programma van het volksconcert volgen, dat onder de leiding des heeren vander Aa, leeraar aan de stadsmuziekschool, op de Groenplaats, op Zaterdag 21 Augustus, met veel juistheid uitgevoerd en door duizende inwoners en vreemdelingen aanhoord werd: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 122]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zondag 22 Augustus.Een overschoon weder begunstigde de feesten en de spoortreinen brachten zoovele vreemdelingen aan, dat de straten der stad al vroeg het levendigste uitzicht opleverden. Ten ruim negen ure vereenigden zich de maatschappijen van Wip, Handboog, kleinen en grooten Kruisboog, Bolboog, Kegelspel, Bolbaan, Karabijn, Schijvenspel, Tonspel, Duiven, Kolfspel, Kanarievogel- en Vinkenzang, om ten 10 ure juist de Groenplaats te verlaten, onder geleide van muziek, met ontrolde standaarden, en op het stadhuis de prijzen te gaan afhalen, die het gemeentebestuur dit jaar had uitgeloofd. Zij trokken langs verschillende straten, om op de Meir te scheiden, vanwaar de maatschappijen zich naar hare wederzijdsche lokalen begaven. Ten 10 ure werd in de groote zaal der koninklijke harmoniemaatschappij, Oude-Vaartplaats, eene prachtige tentoonstelling van zomerplanten en bloemen geopend, ingericht door de zorgen der koninklijke maatschappij van hof- en landbouw. De tentoonstelling was ook open 's Maandags en Dinsdags, en lokte eene overgroote menigte bezichtigers en bewonderaars uit. Ten 11 ure verliet de processie van O.-L.-Vrouw de hoofdkerk, die dan ook, zooals altijd, duizende nieuwsgierigen had uitgelokt. Zij was dit jaar nog prachtiger dan andere jaren. Wil men zich een gedacht maken van den luister en de pracht dezer godsdienstige plechtigheid, men raadplege onze beschrijving van 1864.Ga naar voetnoot1 Ten 12 ure had onder het schoone paviljoen der Groenplaats een symphonisch volksconcert plaats. Men voerde er het volgende programma uit, onder de leiding van den heer J. Odufré:
Ten 2 ure vereenigden zich aan de standplaats van den staat de maatschappijen die kwamen deelnemen aan het zangfestival, ingericht door de zorgen der maatschappij de Gildebarden. Zij trokken stoetsgewijze en met ontrolde vaandels, naar het stadhuis, langs de volgende straten: Statieplaats, Breydelstraat, Gemeentestraat, Gemeenteplaats, St-Jacobsmarkt, Kipdorp, Minderbroedersrui, lange- en korte-Koepoortstraten, Kaasrui en Groote-Markt, alwaar de plechtige ontvangst door het gemeentebestuur plaats had. De stoet was prachtig: een vijftigtal vaandels en standaarden leverden het eigenaardigst en schitterendst uitzicht op. Na de ontvangst op het stadhuis begaf de stoet zich langs de Oude-Koornmarkt, Groenplaats, Schoenmarkt, Meirbrug, Meir, Leysstraat, Teniersplaats, Kunstlei, Louisa-Marialei, naar het schoone nieuwe Park, waar het festival plaats had. Het feest werd geopend door laatstgemelde zangmaatschappij met het koor Vlaanderen den leeuw, getoonzet door Jos. Mertens, leeraar aan de Antwerpsche muziekschool. Ten 5 ure begonnen in den koninklijken schouwburg de internationale wedstrijden van tooneelkunst, geopend op last van het stadsbestuur, door het provinciaal leescomiteit van Antwerpen (zie blz. 93). De wedstrijd nam aanvang met: Voor het best opvoeren van tooneelspelen in één bedrijf, voor Belgische liefhebbers niet te Antwerpen woonachtig. De volgende stukken werden beurtelings gespeeld:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 123]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den beoordeelingsraad bestond uit de heeren P. Génard, J. Heremans, E. Rigelé, D. Sleeckx en Willems. Ziehier den uitslag: 1e prijs met algemeene stemmen, een verguld eermetaal en 400 fr., aan de koninklijke maatschappij Broedermin en Taalijver, van Gent; 2e prijs, een zilveren eermetaal en 200 fr., aan de maatschappij de Ware Vrienden, van Hasselt; 3e prijs, een zilveren eermetaal en 100 fr., aan de maatschappij de Vlaamsche Taalminnaren, van Lier; eenige prijs voor den besten tooneelliefhebber, een zilveren eermetaal, aan den heer J. Kennis, van Hasselt; 1e prijs, voor de beste tooneelliefhebster, een zilveren eermetaal, aan mejuffer van der Goten, van Brussel; 2e prijs, een zilveren eermetaal, aan mejuffer J. Barthelemi, van Hasselt. Ten 7 ure groot harmonieconcert in den tuin der maatschappij van dierkunde, waar men het geschenk van den heer bestuurder J. Vekemans had ontbloot. Het is eenegroep, vervaardigd door den beeldhouwer Jos. Geefs, en stelt voor: Een Indiaan te paard, door twee tigers aangevallen; een der tigers is het gevallen paard aan den nek gesprongen, de andere valt den ruiter aan die, neêrgestort, de bijl opheft om het monster den kop te klieven. Wij deelen er de plaat van mede, naar eene lichtteekening van J. Slaets, op blz. 125. Intusschen had het luisterlijk toonkundig feest in de koninklijke Harmoniemaatschappij plaats. De hof en het paviljoen, waaronder de muzikanten zitten, de fonteinen, alles was schitterend met gas verlicht, door den heer Jos. Servais. Dit feest eindigde met een prachtig vuurwerk. 's Avonds, ten 9 ure, had er in het lokaal het Kattenhof een luisterlijk dansfeest plaats, de aan het zangfestival deelnemende maatschappijen aangeboden. Ten 10 ure ving in het Théâtre des Variétés het nachtfeest aan, ingericht door de koninklijke maatschappij de Dageraad. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maandag 23 Augustus.Tegen 10 ure 's morgens verdrong men zich naar de plaats waar de nieuwe Nederlandsche schouwburg wordt opgericht, om getuige te zijn van het leggen van den gedenksteen. Deze belangrijke verrichting werd bijgewoond door de bijzonderste beoefenaars van de letterkunde en de toonkunst in Holland en België. Langs den kant der Gemeenteplaats was een eereboog opgericht; rechts en links, op voetstukken, waren, in zittende houding, de geniussen van de letterkunde en de toonkunst afgebeeld; op den sluitsteen van den poortboog prijkte het wapen der Sint-Lucasgilde. Aan de twee kanten van de poort stonden masten geplant, versierd met de wapenschilden der rederijkkamers de Violieren, de Goudbloem en de Olijftak en zinnebeeldige vlaggen. Boven de kroonlijst der poort, het stadswapen en een vlaggentros, het geheel bekronende. Op de plaats van de plechtigheid was eene met de stadskleuren (rood en wit) versierde loods opgericht, waarin eene tafel stond; op die tafel lagen het stadsgedenkboek, een blad perkament, eene koperen plaat met de namen der leden van de gemeenteoverheid, die de oprichting van den schouwburg heeft bevolen en bekostigt, een zilveren truweeltje, schrijfgerief enz. Naast de tafel, een mahonihouten bak met mortel. Uiterlijk was de loods zeer doelmatig versierd: in het midden prijkte het stadswapenschild. Aan het getimmerte vastgemaakte schilden gaven de datums op van de beslissing des gemeenteraads en de aanbesteding van het gebouw. Van afstand tot afstand geplante masten, voeren de kenteekens der voor de plechtigheid van de steenlegging opgekomene maatschappijen, die, rond half elf, voorafgegaan van muziek en vergezeld van de stedelijke overheden, de Antwerpsche volksvertegenwoordigers, leden van den provincialen raad, den bestuurder en de leeraars der academie van schoone kunsten, verschillige uitgenoodigde personen enz. op de plaats der plechtigheid aankwamen, waar zij verwelkomd werden door den stadsbouwmeester P. Dens, volgens wiens plan en onder wiens leiding de schouwburg wordt gebouwd. Na de uitvoering van het openingsstuk van het zangspel de Vergissing, van J. Mertens, sprak de heer burgemeester J.-C. van Put de volgende redevoering uit:
‘Mevrouwen en Mijnheeren
De stad Antwerpen viert thans een heuglijk feest. Het eerst tusschen al de steden van België, is het haar vergund een gebouw ter eere van de Nederlandsche letterkunde op te richten. Onze zoo lang verwaarloosde moederspraak verkrijgt nu eenen tempel, waarin zij, eindelijk, op gelijken rang met hare hooggeschatte mededingster, de Fransche taal, gesteld zal worden. Het magistraat is fier, te mogen overgaan tot het leggen van den gedenksteen eens gebouws, dat den ouden letterkundigen roem van onzen volksstam zoo plechtig mag getuigen. Inderdaad, mijnheeren, was het niet uit ons midden dat reeds over verscheidene eeuwen, die uitmuntende geesten opstegen wier kunstwerken thans nog door de beschaafde wereld worden bewonderd en die vooral ten doel hadden den volksgeest, bij onze voorvaderen, te ontwikkelen? Schrijft men niet aan onzen Dietschen stam den oorsprong toe van het onovertroffen Niebelungen lied, even als van den alom befaamden epos: Reinaert de Vos? Was de groote volksdichter van Maerlant | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 124]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
geen Vlaming, en had Antwerpen niet in de XIVe eeuw de eer in het getal harer stadsklerken den uitmuntenden volksdichter Jan van Boendale te tellen, hem, wiens werken thans het voorwerp zijn der nasporingen van al de geleerden? En dan, rijst in de XVIe eeuw uit ons midden niet op die talrijke schaar van rederijkers en refereindichters, onder wier getal wij vooral moeten melden Willem van Haecht, wiens werken, tijdens de feesten der landjuweelen opgevoerd, de grondsteenen werden waarop de dichters der XVIIe eeuw eene ware en echt nationale letterkunde zullen bouwen? Ofschoon geen Antwerpenaar van geboorte, moet Vondel, de grootste der Nederlandsche dichters, door zijne taal en afkomst, zooals hij het zelf bekent, toch tusschen onze medeburgeren, tusschen onze voorvaderen gerekend worden. Zijn beeld zal dus op den gevel van den schouwburg prijken, als dat van hem die eenmaal hier te lande de stichter van de grootsche Nederlandsche tooneelkunst was. Vondel noemen, is de reden geven van het bestaan diens gebouws, waarin voortaan zijne kunst de nieuwe, zoo lang gewenschte ontwikkeling zal bekomen. Sedert een tweetal eeuwen hebben, in de maat der mogelijkheid, tot die ontwikkeling bijgedragen, dichters, hier ook met eer te noemen: Willem Ogier, Nieulant, Feith, Bilderdijk, Willems, van Duyse enz. Nevens den naam en de beeltenis van Vondel, zal ook hun naam op den gevelwand van den tempel hunner kunst, onzen nationalen schouwburg, prijken. Het opbouwen van dien schouwburg opent voor de Nederlandsche tooneelkunst een nieuw en veelbelovend tijdvak. Voortaan is deze in onze stad ontheven van al de hindernissen die hare vrije ontwikkeling tot heden beletteden. Die nieuwe loopbaan waarin zij, uit den ouden sluimer heropgebeurd, met verjeugdigde kracht vooruit zal streven, is haar dus door het Antwerpsche volk geopend geworden, dat alzoo eene daad heeft verricht welke niet slechts onze Nederlandsche tijdgenooten, maar ook het nageslacht erkentelijk zal weten te waardeeren. Verheven boven het vooroordeel en overtuigd van de hoogst zelfstandige kracht die het leven vormt van den Nederlandschen volksstam, is het bestuur het eerste dat dezelve, ten aanschouwe van twee zusternatiën, openlijk en ambtelijk heeft erkend en haar de ruimste middelen heeft gegeven om tot eene glansvolle en voortaan immer groeiende ontwikkeling te geraken. Het stedelijk bestuur van Antwerpen heeft dus zijne taak volbracht; thans gaat degene van de schrijvers, de verdedigers onzer nationale taal en tooneelkunst, beginnen. De grond is gelegd tot het groote en heugende werk dat door het nageslacht zal voltrokken worden. Hun is het thans hetzelve met hernieuwden moed aan te vatten en te brengen tot eene hoogte die, over de gedane pogingen en den bekomen uitslag, de nakomelingen het voortreffelijkst denkbeeld zou op doen vatten. Waren eenmaal, zooals de geschiedenis het tuigt, onze voorvaderen groot, laten wij zulks op het gebied der kunst, ook voor het nakroost wezen. Gij allen, schrijvers, kunstenaars, die naar Vondels lauweren dingt, streeft moedig voort op de nieuw geopende baan, en, even groot als ooit, zal de tooneelkunst, heropgebeurd uit haar diep verval, ter eere van Nederlands volk en moedertaal, herleven.’ Hierop volgde de uitvoering van het fraaie openingstuk van Teniers of de Boerenkermis, getoonzet door den ridder L. de Burbure. Na eene redevoering van den heer schepen d'Hane-Steenhuyse, namens het provinciaal leescomiteit, werd de feestmarsch van Hiel en Benoit (zie blz. 120) voorgedragen. Daarna geschiedde het teekenen van het op perkament geschreven proces-verbaal der steenlegging, welk, met de vermelde koperen plaat en voor 40 fr. 53 c. Belgische muntstukken en een exemplaar in zilver, in brons, in koper en in compositie van den gedenkpenning, door den verdienstelijken graveerder Baetens, voor die gelegenheid uitgevoerd, in eene looden bus onder den steen gelegd werd, waarvan de heer burgemeester de voegen met mortel bestreek. Op de eene zijde van den gedenkpenning staat: het wapen van Antwerpen, met het opschrift. Stad Antwerpen; aan de keerzijde: eerste schouwburg in België, ambtelijk aan de Nederlandsche tooneelkunst toegewijd. Gedenksteen den 23n Augustus 1869 geplaatst. Burgemeester: J-C. van Put; schepenen: van Honsem, van den Bergh-Elsen, d'Hane-Steenhuyse, Cogels-Osy. Enkelen hebben opgemerkt dat een van de werklieden, die aan de steenlegging behulpzaam was, heimelijk iets in de bus heeft laten glijden. Misschien wel een papiertje, waarop 's mans naam en voornamen stonden, die aldus op gemakkelijke wijze den weg tot de onsterfelijkheid heeft meenen te vinden! De overheden en de genoodigden die het proces-verbaal onderteekenden, stelden ook hunne namen in het gedenkboek. Nog voerden het woord de heeren: Mienikus, namens de Rederijkerskamer, van Amsterdam; Cranvoort, namens de tegenwoordig zijnde maatschappijen van Brussel. Aan de voorzitters der maatschappijen werd een exemplaar van den gedenkpenning geschonken. Ten 10 ure 's morgens waren op de Schelde de door de Union Club, met ondersteuning van het stadsbestuur, ingerichte roeien zeilwedstrijden begonnen. Ten 12 ure verdrong men zich rond de standplaats van den ijzeren weg van den staat, om de harmoniemaatschappijen te ontvangen die deel kwamen nemen aan het festival, ingericht door de zorgen der maatschappij St-Willibrords. De verschillende maatschappijen begaven zich in stoet langs de volgende straten: Gemeentestraat, Gemeenteplaats, St-Jacobsmarkt, St-Jacobsstraat, Lange-Nieuwstraat, Katelijnevest, Meir, Huidvettersstraat, Korte-Gasthuisstraat, Schrijnwerkersstraat en Schoenmarkt naar de Groenplaats. Onmiddellijk na de aankomst, nam er het festival aanvang; het duurde den ganschen namiddag voort onder eenen overgrooten toeloop van volk. In de koninklijke Harmoniemaatschappij was ten 12 1/2 ure een muzikaal morgenfeest begonnen, in het winterlokaal der maatschappij, Oude-Vaartplaats, te midden der prachtige bloemententoonstelling. Ten 2 ure 's namiddags reed de ommegang uit met de nieuwe reuzin enz., (zie bladz. 117) doch, jammerlijk genoeg, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 125]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
plaatsneê van j. nauwens, naar eene lichtteekening van j. slaets.
de reus verloor bijna het hoofd, zoodanig dat men gedwongen was hem op de Statieplaats achter te laten. Ten 5 ure 's namiddags zette men de tooneelprijskampen voort. Het was de beurt der
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 126]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De uitslag was als volgt: 1e prijs, een verguld eermetaal en 400 fr., aan de maatschappij Vrede en Vriendschap, van Rotterdam; 2e prijs, een zilveren eermetaal en 200 fr., aan de maatschappij Jan van Beers, van Utrecht; 3e prijs, een zilveren eermetaal en 100 fr., aan de maatschappij door Vriendschap vermaak, van Rotterdam; voor den besten liefhebber, zilveren eermetaal aan den heer Hassels, van Amsterdam; voor de beste liefhebsters, zilveren eermetaal aan mejuffer Vleming, van Utrecht; aanmoedigingseermetaal aan jufvrouwen van Biene en van Doesselare, van Rotterdam.
Uitslag: 1e prijs, een verguld eermetaal en 400 fr. en 2e prijs, een zilveren eermetaal en 200 fr., aan de tooneelisten van het Nationaal tooneel, van Antwerpen; 3e prijs, een zilveren eermetaal en 100 fr., aan de Jonge Tooneelisten van Antwerpen; voor den besten Belgischen tooneelist, zilveren eermetaal aan den heer Hendrickx, en een eermetaal van dezelfde waarde aan mejuffer Beersmans, voor de beste speelster. Ten 7 ure had er een groot harmonieconcert in den tuin der koninklijke maatschappij van dierkunde plaats. Duizende kaarten waren er genomen door vreemdelingen, die, met het groot getal opgekomene leden, den hof vulden. - Ten 9 ure vuurwerk in de Markgravelei, op de Oude-Harmonieplaats. Deze dag sloot weêr met een luisterlijk bal in de vereenigde zalen van het Théâtre des Variétés, ingericht door de maatschappij de Vrije Kunst. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dinsdag 24 Augustus.Ten 10 ure 's morgens ging men met het prijsvaren op de Schelde voort. Op dit zelfde uur had er eene tweede merkwaardige plechtigheid plaats: het zetten van eenen gedenksteen in een der muren van de in opbouw zijnde Beurs. Er staat reeds eene dubbele rei kolommen in den hoek rechts, aan den inkoom van de Twaalf-Maandenstraat. Er was eene estrade opgericht, waarnevens eene tafel met de noodige voorwerpen, even als daags te voren, voor het leggen van den gedenksteen van den Nederlandschen schouwburg. De heeren burgemeester, schepenen, leden der kamer van volksvertegenwoordigers, leden van de gemeente- en provincieraden, de voorzitter en leden van de rechtbank van koophandel, werden ontvangen onder 't spelen van Waar kan men beter zijn. Verders bemerkte men er consuls, kooplieden, kunstschilders, bouwkundigen, letterkundigen enz. Onder den gedenksteen werd gelegd een proces-verbaal der plechtigheid, geteekend door de overheden en de uitgenoodigden, en voor 40 fr. 55 c. Belgisch geld. De heer burgemeester sprak de volgende redevoering uit: ‘De plechtigheid die ons vereenigt, is eene dergene, welke plaats nemen in de geschiedenis, niet alleen eener stad, maar ook in die van alle landen. Inderdaad, het gemeentebestuur van Antwerpen, omringd van de vertegenwoordigers aller handeldrijvende volkeren, gaat over tot de heroprichting van een gebouw, dat, om zijne schoonheid, gediend heeft tot model voor het stichten van alle gelijkslachtige lokalen welke, sedert drie eeuwen, in de beschaafde wereld door den handel zijn geopend geworden. Zonder in eenige wijze te willen onderzoeken in hoe verre Antwerpen recht heeft op de eer het eerste handelslokaal te hebben ingericht, is het buiten twijfel dat de Beursgebouwen in 1510 en 1530 opvolgend in onze stad opgericht, den naam van den bouwmeester Dominicus de Waghemakere hebben vereeuwigd. Niet wij, maar de getuigenissen van uitheemsche deskundigen, hebben bestatigd dat 's mans werk, hetwelk tot in het jaar 1858 bleef bestaan, de bewondering van alle kunstenaars mocht verdienen. Wanneer in 1530 het magistraat van Antwerpen, na te hebben gezegepraald over de groote moeielijkheden die den opbouw van de Beurs kwamen beletten, het nieuwe handelslokaal voor de kooplieden der gansche wereld opende, dan blonk onze stad boven alle andere uit door den ongemeenen luister die zij door het ontwikkelen van haren handel en hare welvaart had verkregen. Hare haven, die tot wijkplaats diende aan de bodems van alle vreemde volkeren, was toen het middenpunt van den handel in Noord-Europa geworden, en de vreemdelingen die onze stad bezochten en er zich veeltijds vestigden, genoten er voordeelen welke zij nergens in Europa op zulken herbergzamen voet aan konden treffen. Welnu, mijnheeren, wat onze voorzaten voor den handel deden, wat zij ondernamen om Antwerpen's handelsbetrekkingen te vergrooten, dat zullen wij, hunne stappen volgende en voor zooveel onze hedendaagsche gebruiken het vergen, trachten voort te zetten en uit te breiden. Een onbeperkt vertrouwen heerschte altijd over onze plaats: nog immer vindt de koopman te Antwerpen het gulhartigst onthaal, gepaard met de grootste voorrechten door | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 127]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hem te genieten in de veiligste haven. De werken welke ter vergrooting der haven werden ondernomen, moeten volledigd worden en den zeevaarder de gemakkelijkste landing verschaffen wanneer hij, ook ten onzent, de snelste betrekking met het vaste land zal vinden. Het paleis, mijnheeren, dat door den gemeenteraad en het volk van Antwerpen aan den algemeenen handel wordt heropgericht en waarvan wij heden den eersten gedenksteen zullen plaatsen, dit praalgebouw zij waardig, en van den handel onzer stad, en van de kunstschool die in ons midden haren zetel heeft gevestigd. Zooals men weet, werd er besloten de zoo jammerlijk vernielde Beurslokalen te herbouwen, ter plaatse zelve, waar, sedert drie eeuwen, Antwerpen's kooplieden hunne zaken verhandelden. Ons grootsch verleden zij dus alzoo aan het tegenwoordige en het toekomende verbonden, en onze Beurs wordt voor Antwerpen, als het ware, een herverkregen adeltitel, waaraan elk komend geslacht eenen nieuwen luister zal weten bij te zetten. De Waghemakere's meesterstuk zal dus terug in wezen geroepen geworden. Ruimer dan ooit zal het rijzen op de oude plaats, want het dient voortaan geschikt te worden volgens de eischen des tijds en de wenschen van den handel, die altoos naar breedere ontwikkeling streeft. Een kundig bouwmeester, heeft op eene hoogst merkwaardige wijze, het werk zijns voorgangers zoodanig weten te volledigen, dat het, om zoo te zeggen, geheel zijne eigene schepping geworden is. Heeren consuls, vertegenwoordigers van zoovele vriendenvolken, kooplieden, makelaars in alle vakken; gij, die dagelijks de Beurs bezoekt en wier werkzaamheden de welvaart en den rijkdom tusschen onze bevolking verspreiden, het gemeentebestuur is gelukkig u hier vereenigd te zien op een feest, dat een nieuw tijdstip voor Antwerpen doet beginnen en dat in en door uw bijzijn aan de gansche wereld mag doen blijken, dat de regeering onzer stad niet onledig blijft, wanneer het er op aankomt de belangen van haren handel te vestigen en te vergrooten. Moge de Beurs, waarvan wij den eersten gedenksteen gaan leggen, uwe handelsbetrekkingen begunstigen en het lievelingsoord van uwe vereenigingen worden! Moge zij, even als in de XVIe eeuw, het middenpunt van eene der eerste handelsteden van Europa worden, eene plaats waar men dagelijks al de talen der beschaafde wereld hoorde rondgalmen en de volkeren zich in vrede en vriendschap tot het behartigen eener algemeene welvaart steeds ontmoeten. Wat het stadsbestuur betreft, het gevoelt zich hoogst gestreeld, door het opbouwen der Beurs, de uitvoering te verwezenlijken van die talrijke werken welke ten voordeele van den handel werden ontworpen en die het weldra op een nieuw feest, in uwe tegenwoordigheid, hoopt in te huldigen.’ Deze plechtigheid liep het kwaart na 11 ure ten einde. Intusschen be gon de laatste algemeene repetitie van het oratorio de Schelde. Al de plaatsen van den koninklijken schouwburg waren bezet. Op hetzelfde uur had de uitdeeling plaats der herinneringsmedaliën aan de maatschappijen, die hadden deel genomen aan het festival van den vorigen dag. Ten 2 ure reed de Ommegang voor de tweede maal uit; men had den reus zijn oud hoofd, dat sedert eenigen tijd in het oudheidkundig museum berustte, weêr moeten opzetten, doch het scheen dat zijn oude kop niet vaster stond dan zijn nieuwe des vorigen dags, want aan de dokken was hij door het schokken van de wagens weêr bijna onthoofd geworden. Ten 7 ure, in den koninklijken schouwburg, uitvoering van het oratorio de Schelde. Onze lezers kennen sinds lang Emanuel Hiel, den dichter van het oratorio de Schelde, aan wien onze letterkunde reeds zoovele verdienstelijke gewrochten verschuldigd is. Sedert lang heeft hij als een verbond gesloten met zijnen kunstbroeder Peter Benoit; zij mogen, om zoo te zeggen, onafscheidbare medewerkers genoemd worden en - stippen wij het spoedig aan - hunne samenwerking brengt hun beide geluk aan. De bijval van het oratorio de Schelde heeft dien van den te Brussel, Gent en Antwerpen voorgedragen Lucifer nog overtroffen. De voordracht van het oratorio de Schelde, met kosteloos uitgedeelde toegangskaarten, had eene ontzaggelijke schare muziekliefhebbers uitgelokt. Zoowel bij de 's morgens openbaar plaats hebbende repetitie, als des avonds bij de uitvoering, was de koninklijke schouwburg te klein. De grootsche en eigenaardige muziek van Peter Benoit heeft al de aanhoorders in verrukking gebracht. Het slot van het tweede stuk werd op aandrang van het juichende publiek herhaald. Den heer Benoit wedervoer daarenboven de eer, door den heer burgemeester in zijne loge ontboden en door den eersten magistraat der gemeente met zijn werk hartelijk geluk gewenscht te worden. De zangers en zangeressen, zoowel als de muzikanten, kweten zich allerbest van hunne taak. De uitvoering mocht nagenoeg onberispelijk genoemd worden. In eene volgende aflevering zullen onze lezers ongetwijfeld met genoegen de welgelijkende portretten der heeren Hiel en Benoit aantreffen. Ten 9 ure 's avonds bal in de Variétés. Ten 10 ure 's avonds, werd op den linkeroever van de Schelde een groot vuurwerk afgestoken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Woensdag 25 Augustus.Ten 6 ure 's avonds, voortzetting der tooneelwedstrijden in de volgende orde:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 128]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De uitslag was als volgt: 1e en 2e prijs aan de maatschappij Hoop en Liefde; 3e prijs aan de maatschappij Lauwertak. Eenige prijs voor den besten Antwerpschen tooneelliefhebber aan N. Winkler; 1e prijs voor de beste Antwerpsche tooneelliefhebster aan mej. Aleidis; 2e prijs aan mej. Elisa. Aanmoedigingsmedaliën werden verleend aan mej. Maria en mej. Regina. Ten 8 ure volksconcert op de luisterlijk verlichte Groenplaats. Wij laten hier het uitgevoerde programma volgen.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zondag 29 Augustus.Ten 4 ure 's namiddags, op de plaats vóór de St-Willebrordskerk, groot zang- en harmonieconcert, ingericht door de zorgen der zangmaatschappij de Burgerszonen. Ten 9 ure 's avonds vuurwerk, afgestoken op dezelfde plaats, en tot slot van de feesten, bal in de Variétés en in eene menigte andere lokalen. |