De Vlaamsche School. Jaargang 15
(1869)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 65]
| |
[pagina 66]
| |
De heilige Remaclus, bisschop van Tongeren in 650 en stichter der abdijen van Stavelot en van Malmedy, verliet in 660 den later naar Luik verplaatsten Tongerschen bisschoppelijken stoel, om te Stavelot te midden zijner kloosterlingen te gaan sterven.Ga naar voetnoot1 Men ziet den ouden bisschop op het harde leger der monniken uitgestrekt, de reeds half gebrokene blikken opgeheven houdende naar eene slechts voor hem, bij het naderen van den dood, zichtbare engelenschaar. De monniken omringen zijn bed, geknield of in biddende houding en in stomme smart verdiept. Zijn opvolger in de bisschoppelijke waardigheid, de H. Theodorus spreekt het gebed der stervenden uit op het H. Sacrament, welk hij den lijder gaat toedienen. Dit is ongeveer de korte algemeene beschrijving van het tafereel, welk de lezer hiervoren getrouwelijk in plaatsneê afgebeeld ziet. Het is het werk van den heer Jos. Bellemans, kunstschilder en lid des gemeenteraads te Antwerpen.Ga naar voetnoot2 De kunstenaar erlangde met zijne schilderij den grootsten bijval op de internationale tentoonstellingen van Dublijn, Berlijn en Porto, waar zij beurtelings prijkte. In de laatstgenoemde stad bekwam hij met deze schilderij, het eermetaal van eersten rang. Ziehier in welke bewoordingen zeer geachte vreemde kunstbladen de schilderij van den heer Bellemans beoordeelden: ‘Wij moeten den eersten rang geven, tusschen al de tentoongestelde godsdienstige schilderingen, aan het tafereel, de doud van den H. Remaclus voorstellende, door den heer Jos. Bellemans, Belgischen schilder, en ofschoon het onderwerp slechts zijdelings godsdienstig is, omdat het niet zoo zeer geldt de voorstelling van het christendom als van een gevolg daarvan, bezit het toch een zoo diep godsdienstig karakter, eene zoo krachtige geloofsuitdrukking, dat het eenieder treffen moet. De algemeene werking is samengetrokken in de gelaatsuitdrukking en de houding van den stervenden bisschop; in deze uitdrukking heeft de schilder iets grootsch gebracht. Er spreekt uit geheel de voorstelling eene plechtige stilte die aan het oogenblik een oprecht godsdienstig en dichterlijk karakter bijzet. Ofschoon de uitvoering van dit tafereel zoo volkomen, ofschoon alles, tot de minste bijhoorigheden, onder het geschiedkundig en godsdienstig oogpunt beschouwd, grondig bestudeerd is, wordt de stempel der voortreffelijkheid op deze schilderij gedrukt door het godvruchtig gevoel, door de godsdienstige berusting, afgeteekend op het gelaat dezes grijsaards, die zijne ziel in de handen zijns verlossers gaat teruggeven. Wilden wij nog een woord zeggen van dit tafereel, geschilderd met al den krachtrijkdom van kleur die de Vlaamsche school kenschetst, wij zouden er slechts bijvoegen dat van al de godsdienstige en andere schilderijen, onaangezien het vak waartoe zij behooren, die zich in de pronkzaal bevinden, geene enkele, wat betreft de kracht van de kleur en het keurige der teekening, met dit tafereel kan wedieveren.’ Kreuz-Zeitung, van Berlijn. ‘De Antwerpsche school mag fier zijn over een ander hoogst vendienstelijk historieschilder, den heer Jos. Bellemans, wiens tafereel (met groote figuren): de laatste oogenblikken van den H. Remaclus, eene zelden geëvenaarde vastheid en kracht van toets en tevens veel gemak verraadt; het is daarbij zeer goed ontdaan gebleven van valsche opsiering en chic.’ Art-Journal, van Londen. ‘De godsdienstige schildering kondigt een diepgevoelend volk aan. Schilderingen als degene, welke ons de H. Elizabeth (door de Keyser), de bekoring van den H. Antonius (door Gallait) en de laatste oogenblikken van den H. Remaclus (door Bellemans) voorstellen, schijnen den aanschouwer als te nopen tot het gebed.’ The Nation, van Dublijn. Indien onze lezers hier al de kleur moeten gemissen, onze plaat zal hun toelaten zich een goed denkbeeld te vormen én van de samenstelling der schilderij én van de uitdrukking en de houding der personen. |