Kronijk.
Brussel. - Een aantal ingezetenen hebben besloten pogingen aan te wenden, voor de heropbeuring van het Vlaamsch opera en te dien einde een uitvoerend comiteit benoemd, bestaande uit de heeren Désiré Delcroix, Stroobant, Geelhand en Jan van Droogenbroeck.
- Internationale vereeniging ter bevordering der maatschappelijke wetenschappen. Prijskamp voor het schrijven eener verhandeling over het onderwijs der zedeleer in de school. Er is geen prijs, maar eene zeer eervolle melding verleend aan het stuk: Maxima debetur puero reverentia, en eene eervolle melding aan het gewrocht met kenspreuk: De studie der wijsbegeerte kan, als zij goed geleid en met zorg gedaan wordt, veel bijdragen tot 't regelen der zeden.
- Door de besturende commissie der tentoonstelling van schoone kunsten is aan den minister voorgesteld, eene zelfde jury voor het plaatsen der stukken en het vragen van belooningen voor de tentoonstellers te benoemen, welke jury, behalve uit den voorzitter en ondervoorzitter der besturende commissie, zou bestaan uit negen kunstenaars, door de tentoonstellers gekozen en vier leden, door den minister aan te wijzen op eene dubbele lijst candidaten, in te dienen door de commissie. De in 1866 genomene maatregel, volgens welken de tentoonstellende schilders, beeldhouwers enz. hunne keuze, bij het kiezen der leden van de jury, slechts mochten vestigen op kunstbroeders in hun vak, zou vervallen. Van de jury zouden slechts mogen deelmaken kunstenaars die het kruis der Leopoldsorde of het gouden eermetaal in tentoonstellingen hebben bekomen. De jury zal hare voorstellen aan het staatsbestuur indienen gedurende de eerste 8 dagen van de opening der tentoonstelling en acht dagen daarna zou over dezelve moeten beslist zijn. Het afhouden van 3 0/0 van den prijs der verkochte stukken, ten behoeve van de hulpkas voor kunstenaars, zal niet meer plaats hebben. De tentoonstelling zal van 25 Juli tot 30 September geopend zijn en de heeren Stallaert en Simoneau zijn benoemd als leden van de inrichtingscommissie, ter vervanging van de heeren Portaels en Dewinne, die niet aannemen.
- In de laatst gehoudene zitting van de geschiedkundige commissie der Belgische academie heeft de rijksarchivaris Gachard het woord gevoerd over een historisch vraagstuk, dat onlangs is opgeworpen. Dr. Bergenroth, een Berlijnsch geleerde, die, in dienst van het Engelsche archiefwezen, dezer dagen te Madrid is overleden, had gemeend uit eenige correspondentiën, door hem te Simancas gevonden en reeds door den Master of the Rolls uitgegeven, het gevolg te moeten trekken, dat Johanna, de moeder van Karel V, niet wegens zinsverbijstering was opgesloten gehouden, maar op grond van kerkelijk-politieke overwegingen, en dat zij eerst vele jaren later in de gevangenis krankzinnig geworden was. Deze meening heeft hij in von Sybel's Historische Zeitschrift verdedigd.
De heer Gachard, die hooge achting koestert voor de verdiensten van Dr. Bergenroth, heeft die correspondentiën aan een nauwlettend onderzoek onderworpen, en hij is tot de slotsom geraakt, dat zij niet de beteekenis hebben, welke die geleerde daaraan toekent. Volgens zijne meening is de Duitsche geschiedvorscher misleid geworden door twee uitdrukkingen in het Spaansche origineel, welke niet goed door hem begrepen zijn: de woorden ‘dar la cuerda’ of ‘la premia’ hebben geene betrekking op het ter pijnbank leggen, maar beteekenen ‘den teugel vieren’ en ‘dwang (doch niet dwang door folteringen) uitoefenen.’ De verklaring, door den heer Gachard van die archiefstukken gegeven, heft wel niet alle sluiers op, welke Johanna's lotgevallen omgeven, maar slaat toch den bodem in aan elke verdenking van ketterij, waaronder het geloof dier vorstin door Dr. Bergenroth gebracht was.
Gent. - Verschenen bij de Busscher: Het jaar zestien, eene schets uit het werkmansleven, door Albijn van den Abeele. Een boekdeel van bij de 200 blz. Prijs: fr. 1.50.
- Verschenen: De slijper en Ween niet meer, twee liedjes van Karel Versnaeyen, op muziek van C.-J. Souweine. Uitgever: K. de Vylder.