De Vlaamsche School. Jaargang 15
(1869)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– AuteursrechtvrijDe bisschoppen van Antwerpen en hunne wapenschilden.
IV. Na het vertrek van de Berghes viel de keus der aartshertogen Albertus en Isabella op JOANNES MIRAEUS (Le Mire) uit eene oude Kamerijksche familie den 6n Januari 1560 te Brussel geboren. De ootmoedigheid van den nieuwgekozene spaarde geene
| |
[pagina 54]
| |
van den beroemden Estius en later zijn opvolger, schitterde door zijne geleerdheid aan de hoogeschool van Duway, wanneer hij den 23n Mei 1634 tot bisschop van Antwerpen werd benoemd en den 22n Juli van het opvolgend jaar gewijd. Zeventien jaren bracht hij aan het bisdom van Antwerpen over, tot dat hij op 27 November 1651 door Innocentius X, op aanvraag van den koning en van het kapittel van Kamerijk, tot dezen aartsbisschoppelijken zetel verheven werd, waar hij den 2n November 1667 overleed. Het wapen is gedeeld, rechts van goud met klimmenden leeuwGa naar voetnoot1 van sabel, getongd van keel en gekroond van zilver; links doorsneden; boven van keel met twee molenijzers van zilver; beneden van zilver met achtpuntige ster van keel. Aartsbisschop en hertog van Kamerijk geworden, voerde hij in het hoofd van goud eenen vliegenden arend van sabel, gebroken met tornooikraag van keel over den arend. De leuze is: Attende tibi et doctrinae (Let op u zelven en op uwe leering). (Wordt voortgezet.) |
|