- Er is spraak van stadswege eenen prijskamp uit te schrijven voor het vervaardigen der elf standbeelden, die de buitengevels van den in aanbouw zijnden Vlaamschen schouwburg zullen versieren.
- Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen. Voordrachten van den heer Ch. Dufour, leeraar in het koninklijk atheneum, over de lucht: 18 en 25 Februari; 4, 11 en 18 Maart, over het water; 1 en 8 April, over het vuur, telkens ten 8 ure 's avonds.
Op 11 Februari hield de heer H. Millet eene voordracht over het kweeken van perzikboomen.
Op 14, 15, 16 en 17 Februari waren er teekeningen van groote meesters tentoongesteld, gekleurd volgens het stelsel van A. Brunn.
Den 15n Februari werd, onder de leiding van den heer Callaerts, een groot avondfeest gegeven, waarop, onder andere, Mendelssohn's Lauda Sion prachtig werd uitgevoerd.
Den 17n Februari hield de heer Bancel eene voordracht over de Fransche omwenteling.
Op 8 en 9 Maart waren de volgende schilderijen tentoongesteld: Boccaccio aan het hof van Joanna van Napels, door F. Pauwels; dit tafereel, schoon geteekend en prachtig van kleur, getuigt dat de heer Pauwels, ofschoon in Duitschland woonachtig, de Vlaamsche school getrouw en zijnen reeds lang verworven naam waardig blijft. Buiten gevaar, de Wacht en de Faizantenjacht, drie schoone werken van Ch. Verlat; de Faizantenjacht vooral is meesterlijk uitgevoerd; die witte hond, op lichten grond uitkomende, is onbeschrijfelijk schoon en zal moeilijk geëvenaard worden. Landschap, van A. Wüst; van P. Beaufaux een schoon geschilderd portret van den wel edelen heer Guyot van Praet. De teekening en stand zijn meesterlijk. Het wezen is misschien wel wat al te fijntjes afgewerkt; de handen zijn waarlijk schoon van uitvoering. De heer Beaufaux, die nog weinig van zich zien liet sedert zijne terugkomst uit Italië, belooft een meester in het vak te worden. De blijde inkomst van eenen schutterskoning, van F. Vinck; De boorden der Semoy, te Bouillon, van R. Montgomery; De vijand nadert, van Jos. Lies, een meesterstuk, toehoorende aan den heer Bernheim, van Brussel. Dit prachtig tafereel getuigt eens te meer, hoe betreurenswaardig het is, dat men de gelegenheid niet waarneemt om tafereelen aan te koopen voor het museum, tijdens het leven der schilders en wel op het tijdstip, wanneer hunne kunst mag geacht worden, hare volle ontwikkeling te hebben bereikt. Een werk als dit, is onmisbaar in een Antwerpsch museum, waar het tot leiddraad aan jonge schilders zou kunnen dienen, terwijl het tevens den te vroeg gestorven Lies, in al zijne waarde zou doen kennen. Middag, van Julius Wagner; de Dokter, van vanden Daele; Gezicht op Moylandt, van J. van Luppen; Het oud vleeschhuis te Antwerpen en de Ingang van een bosch, door Albert de Keyzer; SS. Petrus- en Paulusdag; Morgenstond; Herinnering uit de heide; Gezicht op Scherpenheuvel, van L. Derickx; Een stal uit
Opper-Beieren, van Lauterberger.
- Den 22n Februari had in den koninklijken schouwburg, voor eene overvulde zaal, de uitvoering plaats van het oratorio de Schelde, woorden van Em. Hiel, muziek van P. Benoit. De voordracht mocht nagenoeg volmaakt genoemd worden en het gewrocht der twee uitstekende kunstenaars verwierf eenen grooten bijval. Beiden genoten de eer door het publiek op het tooneel geroepen te worden; ook verdienen de heeren Warnots, Bauwaerts en Pot, en vooral mejufvrouw V. Ledelier te worden vermeld. Zij hebben niet weinig bijgedragen tot de goede uitvoering van Benoits werk.
- Bij de laatste driejarige tentoonstelling zagen wij ons onpartijdigheidshalve genoodzaakt, een hard oordeel te vellen over de gewrochten van den heer Em. van den Bussche, die, zooals men weet, in 1863, den dusgenaamden prijs van Rome voor de schilderkunst behaalde. Men zie ons verslag over de tentoonstelling van 1867, Vlaamsche School, bladz. 194, 1867.
Hartelijk verheugt het ons ook daarom, heden te kunnen melden, dat de heer van den Bussche, van 2 tot 10 Maart, in de zaal der Venusstraat eene schilderij heeft tentoongesteld, waarop de grootste verwachtingen voor de toekomst van den jeugdigen schilder mogen gebouwd worden. Op deze schilderij, die is getiteld: de oude gezellen van Augustinus, ziet men, in eene galerij, de H. Monica gezeten. Augustinus staat vóór zijne moeder, terwijl op het nabijzijnde meer eene met bloemen omkranste boot, waarin een vroolijk gezelschap jonge lieden, Augustinus' oude gezellen, plaats genomen hebben, voorbijvaart. Op de gelaatstrekken van Augustinus, die het hoofd half omgewend heeft naar de opvarenden, wier vreugdetonen hem in de ooren klinken, leest men den strijd die in zijn binnenste wordt gevoerd tusschen de hartstochten en de deugd; maar er straalt uit zijne blikken ook iets hetwelk zegt, dat de zege aan de deugd verblijven zal.
Wij wenschen den heer van den Bussche welgemeend geluk met zijn werk, dat zich zoowel door wetenschap van samenstelling, waarheid van uitdrukking, als door teekening en kleur gunstig aanbeveelt.
Brussel. - Wedstrijden der academie van België. Op de vraag: geschiedenis van het strafrecht van Brabant, van Karel V tot het einde der XVIIIe eeuw, is eene verhandeling ingezonden, dragende tot kenspreuk: C'est ici ung livre de bonne foy. Rechters de heeren Thonissen, Defacqz en Haus.
Op de vraag Statistische beschrijving eener Vlaamsche gemeente, zijn twee verhandelingen ingekomen, dragende tot kenspreuk: 1o Spes alit agricolas en 2o Voorheen en nu. Rechters de heeren Kervyn van Lettenhove, de Decker en de Laveleye.
Een antwoord is ingezonden op de vraag: Welke is de staatkundige en maatschappelijke strekking der ketterijen, enz. Zij heeft tot kenspreuk: Oportet esse haereses. Rechters de heeren Thonissen, Juste en P. Neve.
- Op 7 Maart had alhier de tweede uitvoering plaats van Benoit's oratorio de Schelde. Zij heeft inderdaad aller verwachting overtroffen.