De Vlaamsche School. Jaargang 15
(1869)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– AuteursrechtvrijSterfgevallen.Op 18 Januari overleed te Antwerpen de bouwmeester de Proost. De lijkdienst en de plechtige begrafenis hadden den 21n plaats. Aan het graf werden twee redevoeringen uitgesproken, door de heeren H. Altenrath, namens de bouwmeesters, en Schaeps, in naam der leerlingen des overledenen. De Proost ontving het eerste onderwijs in de bouwteekenkunde aan de Antwerpsche academie, bij den eenvoudigen doch gewetensvollen leeraar F. Stoop vaderGa naar voetnoot1 en later bij den heer Serrure. De Proost, die in zijn vak zeer werkzaam was, bewees bovendien diensten aan de stad Antwerpen, als lid der commissie van de 5e wijk, tijdens de beraadslagingen over de kleine en groote omheining. - Hendrik Conscience heeft het ongeluk gehad zich zijne twee zonen door den dood te zien ontrukken. De beide jongelingen, waarvan de oudste, Peter-Hildevert, op 27 Mei 1842 te Antwerpen werd geboren, zijn bezweken aan den typhus, die verschrikkelijke ziekte, welke, sedert eenige weken, zoovele slachtoffers te Brussel maakt. Peter-Hildevert Conscience had Brussel verlaten, toen hij de eerste verschijnselen der ziekte aan zich bespeurde, en was naar Dixmude gegaan, met de hoop dat de verandering van lucht hem zou gebaat hebben, doch het was om niet. Weldra werd de vader ontboden en 48 uren na dezes komst, was de veelbelovende jongeling een lijk. Ten zijnent teruggekeerd, vond Conscience drie geneesheeren rond het bed van zijnen jongsten zoon Hendrik geschaard, die weldra zijnen broeder in den dood ging vervoegen. Peter-Hildevert Conscience had twee jaren in Amerika gereisd en stelde zich voor, eerlang Australië te bezoeken, met de hoop eenmaal zijne reisontmoetingen en indrukken in boeiende verhalen bekend te maken aan het Vlaamschlezend publiek. Zullen wij den diep beproefden vader, de neêrgedrukte moeder, onze deelneming in hunnen rouw betuigen? Neen, wij zwijgen, verstomd door zooveel wee en ramp. Gewone troostredenen vermogen hier niets. Het is moed en kracht, welke wij toewenschen aan de wreed geteisterde ouders, opdat zij de harde beproeving die hun is wedervaren vermogen te doorstaan. |
|