De Vlaamsche School. Jaargang 14
(1868)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 121]
| |
[pagina 122]
| |
Het hiervoren afgebeelde grootsch gedenkteeken werd op Zondag 26 Juli te Luik onthuld. Het staat op het middelpunt van den Avroy-singel, en daar het in heel den omtrek van op tamelijk verren afstand goed zichtbaar is, mag de plaats, waaraan men eindelijk de voorkeur heeft gegeven, vrij wel gekozen worden genoemd. Geheel het gedenkteeken heeft eene hoogte van 12 meters. Het bestaat uit het ruiterbeeld van Karel-den-Groote, welk beeld 5 meters hoog is, en uit zes beelden, welke geplaatst zijn in beeldsteden, uitgehouwen in de zijwanden van het voetstuk, dat zeven meters hoog en, van onder, zeven meters lang en vijf en half meters breed is. De beelden zijn in brons, het voetstuk in Caenschen steen. De beelden van het voetstuk stellen de bijzonderste leden der familie van Karel-den-Groote voor, te weten: 1o Pepijn van Landen, major domus in Austrasië onder Dagobert (628-38); 2o Pepijn van Herstal, geboren in 643, zoon van Ansegisel en Begga, hertog der Franken; 3o Karel Martel, natuurlijke zoon van Pepijn van Herstal, omstreeks 690 geboren, major domus aan het Frankische hof; 4o Pepijn-de-Korte, koning der Franken en vader van Karel-den-Groote; 5o de heilige Begga, dochter van Pepijn van Landen en moeder van Pepijn van Herstal; 6o Bertha met den grooten voet, de vrouw van Pepijn-den-Korte en moeder van Karel-den-Groote. De vervaardiger van het gedenkteeken is de heer L. Jehotte, oud-leeraar aan de academie van Brussel. De kunstenaar verdient met zijn werk welgemeend geluk te worden gewenscht. 't Is een van de merkwaardigste gewrochten die ons de Belgische beeldhouwkunst tot hiertoe heeft geleverd. De opvatting van Karel's beeld is zeer gelukkig te noemen. De houding van den grooten vorst is vol beweging, vol leven, geheel natuur. Zij ademt eenen ernst, eene statigheid, eene majesteit geheel in overeenstemming met wat ons de geschiedenis nopens het karakter en het leven van den onsterflijken volksbeschaver en krijgsman heeft geleerd. Wij gelooven dat men bezwaarlijk eene betere houding, dan degene welke de heer Jehotte heeft verkozen, voor het afbeelden van Karel-den-Groote zou kunnen treffen. Het blijkt uit de kalmte en de vreedzaamheid welke over geheel het beeld ligt, dat Karel-de-Groote meer achting verdient en hooger moet geplaatst worden als bevorderaar van den vrede en zijne werken, dan als krijgsman, hoe groot hij ook in dit opzicht moge zijn geweest. De moeilijkheid, welke er voor den beeldhouwer bestond, den held in dit tweevoudig opzicht, als volksbeschaver en als krijgsman te zamen goed voor te stellen, is de heer Jehotte allerbest te boven gekomen. En die verdienste is niet gering, want als die stempel niet duidelijk zichtbaar op het werk gedrukt hadde gestaan, zou het beeld, in zooverre het Karel-den-Groote moest voorstellen, erg mislukt zijn geweest. Onder dit oogpunt beschouwd, hebben de beelden der leden van 's keizers familie, die het voetstuk versieren, den kunstenaar minder studie en minder arbeids gekost. Voegen wij er bij, dat zij allen de door hen ingenomene plaats waardig zijn. Zij zijn de waardige onderdeelen van een geheel, dat door Karel's ruiterstandbeeld meesterlijk bekroond wordt. Op het voetstuk leest men, in de Latijnsche taal, het opschrift: Carolus Magnus: magnus bello, major pace. 't Is een tijdgenoot van Karel-den-Groote die hem deze leuze schonk: Groot in den krijg, grooter in den vrede. De onthulling van het gedenkteeken heeft zonder groote plechtigheid plaats gehad. De heer de Luesemans, gouverneur van de provincie Luik, heeft eene redevoering uitgesproken, waarin hij eene korte levensschets van Karel-den-Groote leverde. Daarna werd door den gouverneur met den burgemeester van Luik het proces-verbaal der overdracht van het gedenkteeken aan de stad Luik uitgewisseld. Eene talrijke menigte woonde de onthulling bij. Ook de heer Jehotte was tegenwoordig. De onkosten, voor het gedenkteeken door den staat, de provincie en de stad Luik gedaan, beloopen tot de somme van 200,600 frank. |
|