De Vlaamsche School. Jaargang 14

Vredelied.

Daar groeit en bloeit en rijpt het graan

Op 't bloemrijk zingend land;

Daar vindt eenieder zijn bestaan,

Door werklust en verstand;

Daar brengt men kloeke zonen groot

Tot eer van 't vaderland,

Daar eet men heel gerust zijn brood:

Waar vreê de kroone spant.

Ja, welvaart groeit,

Waar vrede bloeit

En heerlik spant de kroone;

Maar welvaart vlucht,

Waar oorlogszucht

Wraakgierig zit ten troone.

Daar rijzen uit den barren grond,

En steden, dorpen op;

Waar vroeger dorre heide stond,

Daar tieren tarwe en hop.

[p. 80]

 

Daar schalt de fiere hoofdfeestdag.

 

Voor vrijheid door het land.

 

Daar denkt men zonder vrees of dwang:

 

Waar vreê de kroone spant.

Ja welvaart bloeit, enz.

Daar eert men plicht, en wet, en recht,

Het ware, 't goede en 't schoon';

Daar schendt men nimmer trouw of echt,

Daar zit de deugd ten troon.

Daar heerscht oprechte broedermin,

Daar is men 't woord gestand,

Daar is er heil voor elk gezin:

Waar vreê de kroone spant.

Ja welvaart bloeit, enz.

O zoete vrede, hoogste goed,

Die niets dan heil ons baart,

Verwarm door uwen liefdegloed

Alwie er denkt op aard'.

Versterk de zucht naar eer en deugd,

Naar wijsheid en verstand;

Want daar alleen is heil en vreugd

Waar gij de kroone spant.

Ja welvaart bloeit, enz.

J. Blockhuys.