Ja zelfs weet u Tartini dank,
Dat hij, door uwen vedelklank,
Zich zooveel lof en eer ziet geven,
Wanneer gij, langs zijn kunstpapier,
Hem, met een' weergaloozen zwier,
In zijn gedachten naer komt streven.
Geluk dan, ô mijn Vaderstad,
Geluk met zulken nieuwen schatt'
Ontvang Hem als uw' Ingeboren;
Geluk met eenen kunstenaer'
Wien weergaê gij, in hondert jaer,
Niet hebt gehoord, of ligt zult hooren.
1731.
VAN LENNINCK (Lucas J.), was een bekwaam toonkunstenaar te Deventer, en organist der groote kerk. Toen men den 1n Augustus 1623 te Deventer het Collegium Musicum stichtte, werd Van Lenninck als muziek-directeur aangesteld, en was nog werkzaam in andere muziek-maatschappijen. In een album van bovengenoemd Collegium Musicum berust van hem eene canon voor verschillige stemmen.
VAN LOONSMA (E.-Th.), was in 't jaar 1750 organist te IJlst, bij Sneek, in Friesland, alwaar hij ook muziekonderwijzer was. Van hem bestaat: Muzikaale A, B, C, of het kort begrip wegens de behandeling van het orgel en het Clavecymbel, 1760. Te Deum Laudamus in 't latijn en in 't nederduits voor de viool, dwas, fluit, violoncello en basso continuo, 1760. Andere samenstellingen van dezen organist zijn ons niet bekend.
VAN MAERLE (Hendrik), goed toonkunstenaar der XVIIe eeuw, aangesteld als organist aan de Dom te Utrecht, verving rond 1644 den organist Andr. Michielsz. In 1657 had hij 60 gl. tractement. De rekeningen der kerk behelzen het volgende:
‘Item Henri van Maerle, organist van de Dom, over 7 maenden tractement van de 60 gl., hem den eersten Maert 1558 toegeleijt, voor spelen op 't orgel voor ende na de predicatie, mits oock bij gelegenheijt van musijck, daer onder spelen de basso continue, 35 gl. J. Docx, de klokkenist die J. van Eyck vervangde, had 350 gl. tractement.’
De stadsmusicus was in 1557 Just.-Servaes Clemon. In 1647 was een Th. Dusart als musicus in Utrecht werkzaam.
VAN NIEROP (Dirk), heeft een zeer belangrijk werk uitgegegeven, getiteld:
Wiskundige Musijka, vertoonende de oorzaecke van 't geluijt, de redens der zanghtoonen telkonstigh uitgereeckent, ende het maken en stellen der speeltuijgen, Amsterdam, 1659, in-8o. Van Nierop was een goed wiskundige, hij woonde te Amsterdam, waar hij overleed in 1677 en was een man die in alle kunsten en wetenschappen zeer ervaren was.
Edw. Gregoir.