De Vlaamsche School. Jaargang 14
(1868)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 65]
| |
De Kipdorp- of Borgerhoutschepoort, te Antwerpen, afgebroken in 1866, (van de stadszijde gezien.)
teekening van stroobant, houtsneê van e. vermorcken.
Wat betreft onze denkwijze nopens de afbraak van dat zoo eigenaardig als belangrijk geschiedkundig gedenkteeken, bepalen wij ons, onze lezers te verzenden naar hetgeen wij nopens de afbraak of de herstelling der Berchemschepoort op bl. 57 en volgende zegden. Het gebouw, waarvan onze lezers hier de schoone afbeelding zien, is de poort, welke, in 1583, opgericht werd ter gedenkenis van de overwinning, door de Antwerpenaren behaald op de krijgsbenden van Alençon, den 17n Januari 1583, zooals blijkt uit het volgende jaarschrift: aVXILIVM sVIs DeVs, welk door van Caukercken als volgt vertolkt werd: GoDt Was VerDeDIger sYns VoLX. Met de getallen: 30 April 1583, onder de beeldstede, werd het tijdstip aangeduid, waarop dit gedeelte van het gebouw voltooid werd. Wij laten hier een stuk volgen, ons medegedeeld door den schrijver van het boekdeeltje waarvan wij gewaagd hebben ter | |
[pagina 66]
| |
gelegenheid van de BerchemschepoortGa naar voetnoot1 en ontleend aan het Antwerpsch Cronykje 1743: ‘Memorie en sekere specificatie van de materialen die de stadt van Antwerpen heeft geproffiteert door de demolitie en afbrekinge van den Clooster van Sinte Bernaerts ten tyde van de voorgaende regeringe namentlyck in de jaeren 1582, 1583 ende 1584. 8. Is alsdoen oock veel arduyn ende andere witwerck mede genomen, ende in de stadt vercocht, ende een deel vervuecht aen de Roy poorte, Kipdorppoorte en de anders statswercken, mede in 't maecken van den schouwen in de selve poorten, behalvens alleenlyck dat daertoe is verbezicht geweest eenigen bremerschen steen. 9. Ende alsoo die van 't clooster iteratief verboth impetreerden van den hertoge d'Alenson, soo hebben sy met het voorscreven afbreken, eenen cleijnen tyt gesupercedeert, want syn de de selve d'Alenson, den 14 January 1583 vutter stat gedreven, hebben die van de stat terstont wederom geordonneert 't clooster al ende geheelyck te raseren ende demolieren, ende hebben tot dyën eijnde aengenomen eenen Joris sergeant, met condicien dat hy 't clooster soude afbreken 't gene datter noch was overbleven 't syne coste ende laste, dies soude de stat prouffiteeren het vierde schip van de materialen, daerinne de selve Joris niet en heeft gefalleert, met seer veel volck hem temployeren ende alsoo de schaillen dacken dijer noch waeren bleeven met veels steens affgebrocken, ende alsoo veel schepen met steen hout schaillen ende diergelycke materialen, nae stat gevoert, daermede diversche edificien ende statswercken syn gemaackt, namentlyck thuys van de Wynaccijse omtrent de verfve, item oyck de werfpoorte, vutgenomen t' blau werck, d' welck gecomen was van de poorte van t' casteel item noch eenen gevel aen de borse op de rechte syde gaende van de borsse voorscreven nae de meire synde, oyck veel houts ende schaillen verbesicht van t' voorscreve clooster genomen in t' opbouwen van de borsse, ende oyck in 't hermaecken van de Kipdorppoorte, daervan dat voortsgemaect syn, in 't stadt, diversche wacht ende ronthuysen. 16. Noch de bancken onder in de Kipdorppoorte, geweest synde de taeffelen in den refter van 't clooster.’ De afbraak der poort heeft doen zien, dat, op den achterkant der bloksteenen, teekeningen in ojivalen stijl stonden, welke onbetwistbaar bewijzen, dat bewuste steenen afkomstig waren van de abdij van St-Beernaarts op de Schelde, waaraan men die ontnomen had in 1582-83, om dezelve te gebruiken ten voordeele der stad Antwerpen, alstoen bezet door de Staten-Generaal. De afgebeeldde poort, welke beurtelings de Kipdorp-, de St-Jacobs-, de Borgerhoutsche- en de Alençonpoort werd geheeten, was door hare grootsche lijnen en indeelingen, hare beeldsteden, wapentrosssn en het van eenen rozenkrans omringde schild een schoone en indrukwekkende zegeboog, een prachtig overblijfsel van den krijgskundigen bouwtrant uit het Spaansche tijdvak (XVIe eeuw). Vroegertijds was de poort bekroond door een verheven dak en eenen met bladlood en schaliën gedekten zuil, welke, blijkens een schrijven (1816) van M.-I. van Brée, alstoen bestuurder der Antwerpsche academie, aan den heer gouverneur der provincie Antwerpen, baron van Keverberg van Kessel, zuinigheidshalve gesloopt werd, en thans nog den hof van een buitengoed te Wilrijck versiert.Ga naar voetnoot2 |
|