Kronijk.
Antwerpen. - Het bestuur der Koninklijke maatschappij ter aanmoediging van schoone kunsten, heeft hare leden den volgenden omzendbrief toegezonden:
‘Sedert verscheidene jaren hebben al de maatschappijen der stad, beurtelings, de bijdragen hunner leden verhoogd, in eene soms aanzienlijke evenredigheid, maar die gerechtvaardigd en gebillijkt wordt door de algemeene prijsvermeerdering van alles wat gekocht wordt.
Tot hiertoe heeft onze Maatschappij niet willen overgaan tot dezen maatregel, hopende alleenlijk in de vermeerdering harer inschrijvers eene toereikende aangroeiing van hulpmiddelen te vinden. Voor de driejaarlijkscke dienst van 1868-71, gelooven wij nogtans de laagste jaarlijksche inschrijving op zeven franken te mogen brengen; die verhooging van één frank per lid en per jaar, onbeduidend voor ieder van u, zal na de drie jaren een geheel daarstellen, welk machtig zal bijdragen om de Maatschappij op den rang te houden, waartoe zij geraakt is.
Deze reden zou voldoende wezen, om te doen hopen dat de maatregel, welke wij u aankondigen, met welgevallen zal onthaald worden. Hij biedt nog dit voordeel aan, dat hij de verdeeling der kansen bij de trekking vergemakkelijkt, door die te vermeederen van twee tot vier, voor den minsten inschrijver, à rato van eene kans voor vijf franken.
In het toekomende zullen diensvolgens de inschrijvers, die gedurende drie jaren hunne inschrijvingen regelmatig voldaan hebben, genieten:
degene van 7 fr. 's jaars, dat is 21 fr. op het einde der dienst, 4 kans. |
degene van 10 fr. 's jaars, dat is 30 fr. op het einde der dienst, 6 |
degene van 15 fr. 's jaars, dat is 45 fr. op het einde der dienst, 9 |
in de tombola, die de tentoonstelling zal sluiten, en aldus drie kansen meer per driejaarlijksche dienst voor elke jaarlijksche verhooging van vijf franken.
De rechten op den catalogus en den toegang zullen niet gewijzigd worden.
De inschrijvers van 7 franken zullen eene proef der gravuur blijven ontvangen. - Die van tien franken eene proef voor de letter. - Die van vijftien franken en meer, eene kunstenaarsproef.
de secretaris, Eduard RIGELÉ.
de voorzitter, Jaq. CUYLITS.
Antwerpen, 29 Januari 1868’
Mechelen. - Op 17 Februari had in den Katholieken Kring, een feest plaats. Zijne Em. de aartsbisschop woonde voor de eerste maal aldaar eene vergadering bij. Na door den voorzitter den weled. heer van Cannart d'Hammale gulhartig verwellekomd te zijn, nam Z. Em. het woord en deed het nuttige van den Katholieken Kring uitschijnen, en moedigde de jonge leden aan, om door het woord en door het uitgeven hunner werken de zegepraal der goede zaak te bewerken.
Daarna begon de verhandeling van den heer Poullet, leeraar aan de hoogeschool van Leuven. Hij handelde over het lijfstraffelijk recht in vroegere tijden en werd met veel aandacht door de talrijke aanhoorders gevolgd.
St-Nicolaas. - Op 16 Februari hield de heer A. Snieders, Jr. in den Vlaamschen Kring, eene verhandeling, die door een talrijk publiek werd bijgewoond. De spreker handelde over de vrijdenkerij. De eerw. deken van St-Nicolaas, talrijke geestelijken, alsook de burgemeester der stad, die van Temsche, leden der Kamer, van den provincialen- en gemeenteraad woonden die verhandeling bij.
Leuven. - Bij de gebroeders van Linthout is verschenen Jaarboekje van het Kerssouwken voor 1868 Dit werkje, 108 bladzijden groot, kost slechts 50 centiemen; het behelst letterkundige bijdragen van de dames van Ackere, David, Courtmans en de twee gezusters Loveling, en van de heeren Staes, Blieck, Hiel, Marcelein, Neirynck, Kleyn, Rysheuvels enz. enz. Het met zorg gedrukte boekje bevelen wij onzen lezeren aan.