Spaansche schilderschool. - Murillo.
Dit achttienjarig kind,
teekening en houtsnede door verest.
met zijnen korf in de eene hand, terwijl het met de andere eene beweging maakt, als vroeg het eene bete broods, heeft op het eerste zicht geen enkele trek die armoede verraadt. En toch is 't een arm, verlaten weesje, dat in de gebergten en dalen van het schoone Italië rondzwerft en zijn dagelijksch brood moet bedelen, wil het niet van honger bezwijken.
Het kind keert huiswaarts, maar rust een oogenblik uit van de vermoeienissen des ochtends. Dit stuk verbrokkelde muur, door ouderdom vergrijsd, die wilde natuurplanten, welke er aan vastgegroeid zijn, zullen al dikwijls dit kind tot steun gediend hebben.
Hoe menigmalen zal het aan den voet van dien muur niet uitgerust hebben, als het, van als de zon hare gloeiende stralen over de natuur uitschoot, reeds op weg was met zijnen bedelkorf, het zinnebeeld zijns levens. Die trouwe hond is 's meisjes eenige geleider. Zooals wij haar nu beschouwen, schijnt zij tevreden te zijn, over de aalmoezen in den morgen ontvangen; haar op den hond gevestigde blik getuigt het. Het dier schijnt haar te begrijpen. Hoe aandachtig ziet het niet op tot het meisje! Misschien denkt de viervoeter wel: 't Zal heden voor mij kermis zijn.
Want als de bedelares haar biezen korf doorzijgt, is het voor beide, gebiedster en hond, groote tafel. De bergen, welke daar in de verte oprijzen, dragen vele sporen van de voetstappen van het arme kind. Dààr, als het guur en nat weder was, wen al wat ademt, tot het kleinste diertje toe, naar eene schuilplaats zocht, zat het kind op de puntige rotssteenen, met zijne naakte ledertaai gewordene voeten, terwijl het de handen samenvouwde en bad: Geef ons heden ons dagelijksch brood.
Dit tafereeltje van den stichter en eenen der beste meesters der Spaansche school, Murillo, is warm van toon, meesterlijk getoetst, vol uitdrukking en waarheid en krachtig van kleur.
Murillo, een der eigenaardigste schilders der Spaansche school, een der oorspronkelijkste kunstenaren die ooit bestonden, heeft zoowel in de onstoffelijke als in de stoffelijke richting op het gebied der kunst uitgemunt. Zijne Maria- en Jezusbeelden blakeren van een goddelijk vuur en wekken bij den toeschouwer, zelfs bij den weinig godsdienstigen, eene soort van heiligen aandrift op.
Ruw en stoffelijk, maar op edele wijze, doet Murillo zich voor, als hij bedelaars, arme zwervers, landloopers maalt. Zijne helden van dit slach doen zich juist niet opmerken door aan flarden gescheurde plunjes of terugstootende gelaatstrekken. Hij geeft de natuur terug, zooals zij is, maar hij weet eene keus te doen, hij heeft smaak. Deze hoedanigheden, gevoegd bij eene zwierige teekening, eene voortreffelijke indeeling zijner stukken en 's meesters warme, zonnige kleur, maken Murillo eenen kunstenaar, waardig zijnen stempel te drukken op gansch eene school.
Desiderius.