Sterfgevallen.
De heer Cornelius Josephus Bal, leeraar aan de koninklijke academie van schoone kunsten van Antwerpen, ridder der Leopolds-orde, is in deze stad overleden op 31 Juli 1867, ten 2 ure namiddag, in den ouderdom van 47 jaren, 3 maanden en 13 dagen. Op Zaterdag 3 Augustus 's morgens ten 11 ure, had in de parochiale kerk van den H. Joseph, in de Leopoldslei, de plechtige lijkdienst plaats. Behalve de familie, waren er verscheidene schilders, graveerders, beeldhouwers, de leden van het professoraal corps der academie, enz., enz., in de kerk aanwezig. De begrafenis had plaats te Berchem. Op het graf werden twee redevoeringen uitgesproken in de Fransche taal door de heeren N. De Keyser en Verhoeven-Ball.
De heer C.J. Bal was op 7 April 1820 te Antwerpen geboren. Na zijne studiën op de academie gedaan te hebben, zette hij, te Parijs, onder het bestuur van den heer A. Martinet, zijne studiën in de graveerkunst voort; in 1849 behaalde hij te Antwerpen den prijs van Rome. Na zijne studiën in den vreemde te hebben voltooid, vestigde hij zich te Parijs en na den dood van den heer E. Corr volgde hij dezen op als leeraar bij de koninklijke academie te Antwerpen.
Ziehier de opgave zijner voornaamste werken: de bekoring van den H. Antonius, naar eene schilderij van Gallait; Johanna de krankzinnige, naar denzelfden schilder; de schoone hovenierster, naar Raphaël; de Montenegrijnsche vrouw met haar kind, naar Cermak. Zijn laatste werk: de afstand van keizer Karel, naar Gallait, is onvoltooid gebleven en dit wordt door al de kunstliefhebbers diep betreurd.