redigheid bestond; dat de wassen bal, alhoewel veel minder zwaar dan de metalen ballen, maar vier vingers achteruit bleef, als deze laatste reeds den grond raakten. Desauguliers bevestigde dit ook door vele proefnemingen; hij liet van den koepel van St-Pauluskerk te Londen, twee ballen van gelijken omvang vallen, de eene van glas, de andere zijnde eene blaas met lucht gevuld; de betrekking van derzelver wederzijdsch gewicht was als 19 tot 1; de zwaarste bal kwam op den grond op tijd van 6 1/4 seconden, terwijl de andere daartoe 18 3/4 seconden gebruikte. De te doorloopene afstand was van 272 Engelsche voeten, zoodat de betrekking der snelheid hier was als 3 tot 1, en integendeel de betrekking der hoeveelheid stof als 19 tot 1. Dit verschil in snelheid werd door den wederstand der lucht veroorzaakt, wederstand, waarvan het vermogen vergroot naarmate een lichaam minder stof vervat voor eenen gelijken omvang; ook ziet men dat al de lichamen met dezelfde snelheid vallen, wanneer men den wederstand der lucht vernietigt. Daaromtrent is de proefneming door Newton uitgevonden, voorzeker beslissend:
Wanneer men een stuk lood, een stuk papier en
eenige penneveertjes in eene glazen buis, ongeveer 8 voet lang, sluit, en dat men daarna derzelver lucht uitpompt, ziet men bij het omkeeren der buis dat er bijna geen verschil bestaat in de snelheid van den val dezer voorwerpen; maar wanneer men langs het kraantje K weder een weinig lucht in de buis laat komen, dan bemerkt men dat de penneveertjes min snel vallen dan het lood, en dat de snelheid vermindert naarmate men meer lucht in de buis laat komen. Om de reden van dit verschijnsel te doen vatten, zullen wij veronderstellen dat het stuk lood twintigmaal meer weegt dan het stuk papier, zoodat het stuk lood kan aanzien worden als hebbende 20 graden hoeveelheid stof, terwijl het papier maar één graad heeft; het stuk lood zal dus ook aan 20 graden zwaarte onderworpen zijn, en het papier maar aan eenen graad; nogtans zal de wederzijdsche snelheid van beweging dezer lichamen in het ledige gelijk zijn, vermits 20 graden zwaarte, werkzaam op 20 graden hoeveelheid stof, geen grooter uitwerksel kunnen veroorzaken dan dit van 1 graad zwaarte op eenen graad hoeveelheid stof. Deze lichamen zullen dus met gelijke snelheid moeten vallen, indien niets hun wederstand biedt, en gevolgenlijk zullen ze, wanneer de glazen buis luchtledig is, hare lengte op denzelfden tijd moeten doorloopen.
Het is ook zeer gemakkelijk te begrijpen waarom hetzelfde verschijnsel niet meer plaats grijpt, wanneer de glazen buis lucht inhoudt. Veronderstellen wij dat de inbeslotene lucht eenen wederstand aanbiedt, bekwaam tot het vernietigen van eenen halven graad zwaarte in ieder lichaam; het papier zal dus de helft verliezen, terwijl het stuk lood, dat 20 graden of 40 halve graden zwaarte heeft, maar een veertigste van zijne valkracht verliezen zal. Derhalve zal het met meer snelheid moeten vallen dan het papier, en dit laatste weder sneller dan de penneveertjes.
Dr F.-J. Matthyssens.