De Vlaamsche School. Jaargang 13
(1867)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 61]
| |
Landgoed van David Teniers.In de omstreken van Vilvoorde, te Perck, op 15 kilometers van Brussel, bestaat nog een gedeelte van bovengenoemd landgoed, waar David Teniers, de jongeGa naar voetnoot1, des zomers met zijne familie verbleef. Op eene groote plaat (gesneden door le Bas en eenekermis voorstellende, naar een van 's meesters tafereelen, berustende in de verzameling van St-Petersburg), komt op den achtergrond eene getrouwe afbeelding van het dusgenaamd kasteel voor, met de drie torens, waaraan het zijnen naam heeft ontleend, en het nog bestaande ijzeren hek. Men ziet ook op deze plaat den dubbelen keizerlijken arend die de inkoompoort onder den puntgevel versiert en welke men bij nauwkeurig onderzoek ook op naastgaande afbeelding kan opmerken. Deze dubbele arend werd door Teniers zelf geschilderd en is door de latere eigenaars en bewoners zorgvuldig in eere gehouden, ofschoon, volgens den heer A. Wauters,Ga naar voetnoot2 de bewoners dezer streek David Teniers niet meer bij naam kennen en zij hem eenvoudig aanduiden onder de benaming ‘de groote schilder.’ Op de, in de verzameling van St-Petersburg berustende schilderij, is Teniers en zijne familie in prachtige kleeding afgebeeld; de groote meester komt uit zijn huis en gaat tot eenige boeren, welke op het voorplan staan. Gemeld kasteel oflandgoed ziet men ook nog op twee tafereelen, kermissen voorstellende, berustende, het eene in de beroemde galerij van Lord Ellesmore, te Bridgewater, het andere in de schoone verzameling van Lord Northwick, te Thirlestone, bij Chettenham. Antwerpen zal binnen kort het standbeeld inhuldigen van den beroemden schilder die zooveel bijdroeg tot het stichten der academie van schoone kunsten, en waarvan de uitvoering, zooals bekend is, den heere Jos. Ducaju opgedragen is. In 1864 gaf de Vlaemsche School, op bladz. 177, het portret en op bladz. 187 eene plaat naar een tafereel van Teniers. Thans hebben wij nogmaals het genoegen de afbeelding van een van 's meesters werken mede te deelen, op bladz. 65. Diegene onzer lezers, welke nog niet in de gelegenheid waren de geringe overblijfselen van het dusgenaamd kasteel der Drij torens te zien, durven wij gerust een uitstapje naar Perck aanbevelen. Er blijft van de oude woning des schilders, wel is waar, zeer weinig over; maar de plaatsen waar groote mannen hebben geleefd verdienen daardoor alleen reeds bezocht te worden. Kunnen wij ook de woning van David Teniers niet meer in haren eersten staat terugzien, wij kunnen ten minste de streek doorwandelen, waar hij gewandeld, gedacht en gedroomd, geteekend en geschilderd heeft. Immers de omtrek van Perck is fraai en schilderachtig. Teniers, de vriend der schoone natuurgezichten, zou er zich anders wel niet hebben neêrgezet. Eerst dan wanneer door aanschouwing het kinderlijk verstand verhelderd en het oog in het zien geoefend is, kan met hoop op goeden uitslag het meer verwijderde en uit den aard der zaak minder aanschouwelijke het onderwerp van onderwijs uitmaken. |