Maatschappij tot bevordering van nijverheid en wetenschap
De maatschappij tot bevordering van nijverheid en wetenschappen werd te Gent gesticht op het einde der maand Januari 1864, met het doel te geraken tot eene vereeniging van personen welke verschillende ambachten of nijverheden uitoefenen en om zich onderling te ondersteunen in al hetgeen kan bijdragen tot hunne beschaving en tot bevordering van hun bedrijf, alsook om behulpzaam te zijn aan leden welke de bekwaamheden bezitten om aan kampstrijden deel te nemen.
Met genoegen, ja met vreugde vernamen wij het tot stand komen van dezen kring, dien wij doeltreffend en aanhoudend zien werken tot het bereiken van een doel, waarover wij in 1859, in ons tijdschrift, het volgende zegden: ‘De kunst heeft ten allen tijde den mensch veredeld, en zij was onbetwistbaar de grootste drijfveer der volksbeschaving. De kunst dan op onze dagen, aan de nijverheid toegepast, moet ook niet alleen den nijveraar veredelen; zij is, volgens ons, het eenige redmiddel tegen den kanker die de samenleving ondermijnt: de zucht naar goud en fortuin. Boezemt den nijveraar, den ambachtsman, liefde voor de kunst en mitsdien voor de wetenschap in, en gij zult in een gedeelte van het volk dichterlijke gevoelens doen ontstaan, die vrede, eendracht en geluk zullen te weeg brengen.’
Dat de Gentsche maatschappij zulks heeft begrepen, blijkt duidelijk uit de algemeene richting in haar streven. Buiten de drie reeds van haar verschenen jaarboekjes, die eene keur van nuttige en aangename verhalen in wetenschappelijke en letterkundige vakken behelzen, zijn ook door de maatschappij onder hare leden verscheidene wedstrijden uitgeschreven, namelijk in de volgende vakken: werktuigkunde, bouwkunde, versiering, zang en letterkunde.
De eerste en tweede prijsuitdeeling had plaats in de troonzaal van het stadhuis, waar zilveren en bronzen eermetalen aan de overwinnaars werden geschonken; in het jaar 1866 gaf men bij den eersten prijs eene toelage van 100 en by den tweeden eene van 90 franken.
Wekelijks worden er zang- en letterkundige avondfeesten gegeven, voordrachten gehouden enz. De maatschappij bezit, naast een kabinet van nijverheidsvoorwerpen, eene reeds vrij aanzienlijke bibliotheek bestaande uit wetenschappelijke en letterkundige boeken, werken over de nijverheid enz.
De omstandige verordening op de inrichting der maatschappij, kan men vinden in den almanak voor 1866 door den kring uitgegeven. Van het bestuur maken deel: de heeren L. Schepens, voorzitter; J. Rouan, als geheimschrijver; W. Crappé, als boekbewaarder.
Ten einde onze lezers proefondervindelijk over de degelijkheid van de jaarboekjes der maatschappij te laten oordeelen, ontleenen wij aan haren almanak voor 1867, dien wij, even als zijne twee voorgangers, in veler handen wenschen, het onderstaande lezenswaardig artikel.