Een cilinder of rol zilver, verguld met 30 grammen goud, kan in eenen draad getrokken worden van eene lengte van 444,000 meters. Deze draad door den pletmolen plat getrokken, heeft twee oppervlakten met goud bedekt; men kan hem alsdan in twee lengten snijden, en hem dus vier lengten elk van 444,000 meters doen opleveren; en daar elke millimeter van deze uitgestrektheid in 8 zichtbare deeltjes kan verdeeld worden, haalt men meer dan 14 billioen zichtbare deeltjes uit 30 grammen goud.
Een centigram indigo geeft eene zichtbare kleur aan 100,000 grammen water; maar daar ieder gram zich in 1000 deelen laet scheiden, kan eene centigram indigo aan 100,000,000 deelen water eene blauwe kleur geven.
Sponsachtigheid. - De deeltjes die de lichamen uitmaken, zijn in geene volkomene aanraking, maar verwijderd door kleine openingen die men poriën noemt, en welker grootte verschillig is volgens den aard der lichamen. Gemeenlijk zijn deze poriën vervuld met lucht of water, en om deze reden is het, dat vele lichamen, zooals de bouwsteen, het hout, alhoewel droog op hunne uitwendige oppervlakte, door den tijd van hun gewicht verliezen, uit hoofde van de uitwaseming des waters dat in hun binnenste besloten was.
Eene brok suiker in water geworpen overdekt zich gedeeltelijk met luchtblaaskens die welhaast tot de bovenste oppervlakte van het water klimmen. Deze luchtblaaskens komen uit de poriën van de suiker naarmate dat deze tot smelting overgaat.
Voor zekere lichamen, zooals metalen, glas, enz., is de sponsachtigheid niet zeer merkelijk; maar ze bestaat daarom niet te min: al deze lichamen vergrooten van omvang door warmte, en krimpen door koude; aldus zijn de deelen dezer lichamen niet in volkomene aanraking, aangezien zij elkander min of meer kunnen naderen.
Persbaarheid. - De persbaarheid is de eigenschap krachtens welke de lichamen tot eenen kleineren omvang kunnen gedrukt worden. De sponsachtige lichamen zijn zeer persbaar; eene spons kan door drukking tot een derde, een vierde en zelfs tot een tiende van haren gewoonlijken omvang gebracht worden.
De metalen koud gesmeed worden vaster. De munten en gedenkpenningen ontvangen hunne inprintingen onder de schroef; en deze drukking is zoo hevig dat zij het metaal fatsoeneert, gelijk de drukking der hand eenen vorm aan was geeft. De geslagene geldstukken hebben merkelijk eenen minderen omvang dan de schijven waarvan zij gemaakt worden.
De vloeibare lichamen zijn veel minder persbaar dan wel de harde; het water vermindert maar zeer weinig van omvang. Wanneer men water sluit in een kanonstuk welks loop meer dan drie duim dikte heeft, en dan het water aan de grootste drukkingskracht onderwerpt, scheurt het kanonstuk vooraleer het water tot het 19/20 van zijnen omvang gebracht zij. Ook is zulkdanige proefneming door de nijverheid ten nutte gemaakt, om de sterkte van metalen vaten en buizen te beproeven, onder andere van de ijzeren buizen die men gebruikt tot de leiding der kooldampen bij het gaslicht dienende.
De gasachtige lichamen zijn onder alle de persbaarste. Men
kan het bewijzen door de volgende proefneming. A is eene glazen buis, 8 of 10 duim lang; hare wanden hebben eene zekere dikte. In haar binnenste beweegt zich een zuiger B die haar nauw toesluit. Indien de buis met water gevuld was, zou de zuiger niet kunnen dalen, vermits het water weinig persbaar is, maar wanneer zij met lucht gevuld is, volstaat de macht van de hand om den zuiger in te drijven en den omvang van de ingeslotene lucht tot een tiende en zelfs tot een twintigste te verminderen. Men voelt dat de wederstand vermeerdert naarmate de ruimte vermindert, doch men gelukt er nooit in, den zuiger tot het onderste einde te stooten; dit kan niet geschieden ten ware de inbeslotene lucht hare ondoordringbaarheid verloor, dat is te zeggen, dat de lucht vernietigd werd.
Veêrkracht. - De veêrkracht is de eigenschap krachtens welke de lichamen, welker deelen door drukking, buiging of uitrekking ineengedrongen of uit elkander gezet zijnde, hunnen vorigen staat terug verkrijgen zoohaast de drukking, buiging of rekking ophoudt.
De lucht- of gasachtige lichamen zijn volkomen veêrkrachtig; ook geeft men hun dikwerf den naam van veêrkrachtige vloeistoffen. Men bewijst gemakkelijk deze hoedanigheid wanneer men eene blaas, met lucht gevuld, aan eene drukking onderwerpt; de blaas neemt hare vorige gedaante terug wanneer de drukking ophoudt.
De vloeibare of natte lichamen zijn ook veêrkrachtig, doch bij hen is deze hoedanigheid zeer moeielijk te bewijzen, vermits zij weinig persbaar zijn; nogtans hernemen deze lichamen hunnen vorigen omvang zoohaast de drukking ophoudt, waaraan men ze onderworpen heeft.
De harde lichamen zijn wel zoo veêrkrachtig niet als de gasachtige. Doch eenige van hen, zoo als stalen banden, elpenbeen enz., bezitten eene groote veêrkracht. Wanneer men eenen elpenbeenen bal laat vallen op eenen effen marmersteen, waarover men eene laag olie gesmeerd heeft, ziet men op de plaats waar de bal gevallen is, eene vlek die des te grooter is, naarmate de val heviger is geweest, wat voorzeker bewijst dat de bal niet omhoog gesprongen is, dan na plat geworden te zijn, even als eene blaas vol lucht of eene zeepblaas, want deze zoo lichte blazen kunnen ook terugkaatsen zonder breken.
Uitzetting. - De uitzetting is de eigenschap welke de lichamen hebben van omvang te veranderen door den invloed der warmte, zich uit te zetten wanneer men ze warmt, zich in te krimpen wanneer men ze verkoelt, en hunne vorige uitgestrektheid nauwkeurig terug te nemen, wanneer ze aan den vorigen graad van warmte of koude onderworpen zijn. Voor de harde lichamen is deze hoedanigheid zeer gemakkelijk te bewijzen door verschillige proefnemingen. De volgende is zeer eenvoudig: men neemt een stuk ijzer welks lengte stiptelijk bepaald is, men maakt het gloeiend, en, het alsdan met eenen passer metende, ziet men dat het langer is geworden; door de verkoeling komt het stuk ijzer tot zijne vorige grootte terug.
De volgende proefneming bewijst de uitzetting der vloeibare lichamen. Men neemt eene glazen buis A B, welker binnenste middelijn of diameter twee tot drie millimeters lang is; aan het eene einde van deze buis is een holle bol A; het andere