Het vieren van zon- en heiligdagen.
Sedert eenige maanden is men te Antwerpen begonnen de oude vestingwerken af te breken; eenige honderde werklieden zijn aan deze afbraak, die voor stadsrekening geschiedt, gebezigd. In het contract tusschen de maatschappij die de werken heeft aangenomen, en de stad Antwerpen gesloten, komt onder andere het volgende artikel voor:
‘Art. 73. - Zonder bijzondere vergunning is het, op boete van honderd franken, voor elke overtreding, verboden des nachts, des zondags en gedurende erkende feestdagen te arbeiden.’
Ongeveer tweehonderd negen-en-negentig jaar geleden, werd een verbod van omtrent denzelfden aard gedaan, ter gelegenheid van de alstoen begonnen bouwwerken van het Zuiderkasteel te Antwerpen. Ziehier wat wij daarover aantreffen in het Antwerpsch Chronykje, uitgegeven te Leyden, bij Pieter vander Eyck, 1743, bladz. 147:
‘Den 27. Octobris 1567 op Sinte Symon en Judas Avont, heeft men eerst beginnen te graven het Casteel wel met vyf hondert gravers.
Op den selven dach heefft Conte Lodron doen verbieden dat niemant en mocht graven op heylige dagen op de pene van dry stuyvers.’
Het Antwerpsch Chronykje zegt niet of het verbod overtreden is geworden.
Een Oostenrijksch kolonel, gunstig om zijne statistiekwerken bekend, heeft berekend dat een leger van 100,000 soldaten met 30,000 paarden, dagelijks 100,000 kilos meel, zout en tabak noodig heeft, alsmede een voorraad van 135,000 kilos voeder voor de paarden. In den oorlog die thans door Italië en Pruisen tegen Oostenrijk gevoerd wordt, zijn omtrent anderhalf millioen soldaten onder de wapens.