De wespen.
De wespen (ook wel appelbijen of fluiteniers geheeten) maken nesten op de wijze van die der bijen; het wespennest bestaat uit eene soort van papier hetwelk van oud hout en boomschors, die zij met hare bovenkaken afknagen, is bereid. De koeken liggen gewoonlijk waterpas; eerst worden de bovenste, daarna de lagere gevormd; zij hangen met stijltjes aaneen, en de bovenste van allen is aan het nestbekleedsel vastgehecht. Een wespennest hangt of vrij in de lucht op, of wordt onder den grond of in boomholten geplaatst. De cellen zijn zeshoekig, gewoonlijk met de opening naar beneden gekeerd.
Bij de bijen ziet men eene alleenheersching met een koningin aan het hoofd; de regeeringsvorm der wespen is eene republiek of een gemeenebest, waarvan de leden echter minder door eigene nijverheid dan door roof in hun onderhoud voorzien. De wespen zijn vrijbuiters; zij zijn zeer begerig naar het sap van vruchten; zij zuigen het vocht, dat aan het vleesch in slachterswinkels kleeft, snijden er stukjes af, rooven den honig der bijen en vermoorden deze zoowel als andere insecten, niet om zich zelven maar om hare larven daarmede te voeden.
Deze roofrepubliek, hoe talrijk hare burgers ook zijn mogen, heeft echter haren oorsprong aan eene enkele moêr te danken. Deze, in het najaar bevrucht, overwintert terwijl de geslachteloozen en mannetjes sterven, en zij vangt in het voorjaar, het werk alleen aan. Daarna wordt zij door geslachtelooze wespen, haar eerstgeboren kroost, geholpen. In den herfst worden er mannetjes en wijfjes geboren; men vindt dan dikwijls eenige honderden van deze laatsten in eenen nest, die in ongestoorden vrede samenwonen, terwijl in eenen bijenkorf slechts voor eene poos twee of drie wijfjes in een gezin te zamen kunnen zijn. De geslachtelooze werkwespen zijn kleiner dan de overigen, zij sterven allen door winterkoude.
Profr. van der Hoeven.
Wij zijn gewoon in anderen, datgene te waarderen, wat wij zelven niet bezitten. Daarom geeft het bruine meisje gewoonlijk den blonde, en het blonde meisje den zwartlokkigen held de voorkeur.