den beroemden burgemeester van dien naam, wiens woning zich in de genoemde straat bevond.
Brussel. - De klas der letteren, zedekundige en politieke wetenschappen der belgische Akademie, heeft de volgende prijsvragen uitgeschreven voor 1866:
Eerste vraag. - Den invloed te bepalen, dien de vestiging der saksiche volksplanting op 't kustland, op de zeden en de instellingen van Vlaanderen heeft uitgeoefend.
Tweede vraag. - De geschiedenis te schrijven van de staatsen bestuurbetrekkingen, die tusschen België en het graafschap Burgondië hebben bestaan, tot aan de verovering van dit laatste land door Frankrijk.
Derde vraag. - Chastelain's talent, zijn invloed, zijne politieke denkbeelden en letterkundige stellingen te beoordeelen.
Vierde vraag. - Welk was de invloed, door Leibnitz op de richting der hedendaagsche wijsbegeerte uitgeoefend?
Vijfde vraag. - De geschiedenis van het strafrecht in het oude hertogdom Brabant te schrijven.
Zesde vraag. - Men vraagt hoe de werkman zich zelven kan helpen (self help) en welke de hervormingen en instellingen zijn, die het spoedigst en krachtdadigst kunnen bijdragen om zijn welzijn en zijne onafhankelijkheid voor te bereiden, te bewerkstelligen en te bestadigen.
De prijs voor elke dezer vragen zal eenen gouden eerepenning zijn, ter waarde van zes honderd franks, ter uitzondering van de vierde vraag, voor dewelke een buitengewone prijs van duizend franks is ingesteld.
De verhandelingen zullen leesbaar moeten geschreven en mogen opgesteld zijn in het fransch, nederduitsch of latijn; zij zullen vrachtvrij, voor den 1 Juli 1866, aan M. Quetelet, bestendigen Secretaris, moeten worden gezonden.
De klas stelt, van nu af, ten wedstrijde voor 1867, de twee volgende vragen:
Eerste vraag. - Welke zijn de staatkundige en wetenschappelijke strekkingen der ketterijen geweest, sedert den oorsprong van het Christendom tot het begin der zestiende eeuw?
De schrijver zal, zooveel mooglijk, de godsdienstige leeringen der sekten ter zijde laten en zich tot de aanduiding hunner maatschappelijke strekkingen bepalen.
Tweede vraag. - Kan, in tegenwoordigen toestand der bekende wereld en der huishoudelijke en politieke wetenschappen, de volksplanting in den werkkring der volkeren van Europa treden, te welken einde en door welke middelen?
De prijs aan de eerste dezer vragen voorbehouden, zal duizend franks zijn; die voor de tweede vijftien honderd franks; en de klas, der welwillende aandacht aan M. den minister van binnenlandsche zaken het belang aanbevelende der studiën welke deze laatste vraag medebrengt, zal hem verzoeken om deze belooning nog te vermeerderen.
Bestendige prijzen, door den baron de Stassart gesticht:
Eerste vraag. - Een leven van Johan-Baptist van Helmont. Men vordert dat de mededingers de schriftstukken, betreffende dezen beroemden man, onderzoeken, welke in de verschillende letterkundige bewaarplaatsen van het land en den vreemde bestaan.
De aan deze vraag voorbehoudene prijs is zes honderd franks. Het uiterste tijdstip voor de inzending der handschriften is den 1n Februari 1866. De door de mededingers na te levene pleegvormen zijn dezelfde als die, voor de wedstrijden der Akademie voorgeschreven.
Tweede vraag. - De geschiedenis te schrijven der betrekkingen van openbaar recht die tusschen de Belgische provinciën en het Duitsche keizerrijk hebben bestaan, sedert de Xe eeuw tot aan de inlijving van België bij de fransche republiek.
De prijs, voor deze vraag uitgeloofd, is drie duizend franks. De verhandelingen zullen, voor den 1n Januari 1867, moeten ingezonden zijn. De te vervullen pleegvormen zijn dezelfde als voor de jaarlijksche wedstrijden.
Gent. - De 48e uitgave van het Willem's Fonds is verschenen bij M. Willem Rogghé. Het is de eerste aflevering der: korte statistieke beschrijving van België. Dit werk onderscheidt zich door de helderheid van voordracht en nauwkeurigheid. Den heere Julius Vuylsteke, advocaat te Gent, komt hiervoor dank toe. Dit nuttig werk is zeer geschikt voor de middelbare scholen, en is een onmisbaar boek voor alle onderwijzers.