Sterfgeval.
De katholijke hoogeschool van Leuven, heeft een groot verlies ondergaan door het afsterven van Mgr de Ram, den waarden en geleerden rector. Zonder overdrijving mag men zeggen dat deze ontijdige dood het gansche vaderland in rouw dompelt. Door zijne geleerdheid, door de verhevenheid van zijnen geest, door den adel en de gematigdheid van zijn karakter, door de kunde met welke hij zijne verhevene ambten bekleedde, en eindelijk door de opoffering waarvan hij zooveel blijken gaf aan de belgische jeugd, had Mgr. de Ram zich duurzame titels verworven op den eerbied en de dankbaarheid van al zijne landgenoten.
Verleden jaar gaf hij het eerste deel uit zijner Hagiographie nationale, en alhoewel hij slechts zestig jaren telde, uitte hij de vrees, dit werk niet te zullen kunnen voltooien, een voorgevoelen welk ongelukkiglijk bewaarheid is geworden.
Alhoewel eene doodelijke ziekte sinds eenige dagen Mgr. De Ram het hart verknaagde, verwachtte niemand een zoo spoedigen dood. Op zaturdag 13 Mei, bij zijne terugkomst uit Brussel, waar hij de zitting der academie had bijgewoond, gevoelde de waardige prelaat zich onpasselijker dan ooit.
De geachte kerkvoogd kon den volgenden dag nog bij volle verstand en in de teederste gevoelens van godsvrucht en geloof, de laatste troostmiddelen der Kerk ontvangen. Weinige stonden nadien was het gedaan met het kostbaar leven, dat gedurig afgewisseld werd door zooveel goede daden en zooveel nuttige werken.
Mgr. de Ram werd geboren den 2 September 1804; hij was apostolisch-prelaat-protonotaris ad instar participantium; raadsheer der vergadering van den Index; eere-kanonik der aartsbisschoppelijke kerken van Mechelen en van Parijs; doktor in de godgeleerdheid en in het kerkelijk recht; officier der Leopoldsorde en van die der Eiken-Kroon, ridder der orde van den Ernestijnschen tak van Saksen, van den Rooden-adelaar 3e klas van Pruisen en van Willem van Hessen, ridder van eerste klas der Beijerscheorde van St-Michiel, kommandeur der Christus-orde en der orde van Isabella-de-Katholieke; lid der Academiën van godgeleerdheid en van de katholieke Godsdienst te Rome, der koninklijke Academiën van wetenschappen, letteren en schoone kunsten van België en van Munchen, der koninklijke commissie van vaderlandsche geschiedenis, van het geschiedkundig genootschap in Duitschland, van de pauselijke Academie van oudheidskunde te Rome enz., enz.
Het lijk van Mgr. de Ram bleef gedurende twee dagen in kerkvoogdij-gewaad, van des aflijvigen talrijke eereteekens voorzien, ten zijnen huize ten toon gesteld. Eene kamer was in rouwkapel herschapen, en het volk hield niet op den overledene eene laatste hulde te gaan bewijzen.
De plechtige lijkdienst had plaats op 18 Mei onder eenen toeloep van duizende en duizende personen uit alle de standen der maatschappij.
Heel het garnizoen was onder de wapens, onder het kommando van den generaal-majoor du Villers, die, even als zijne aides-de-camp en al de troepen, in groot uniform was.
Van het collegie tot aan de St Michielskerk was de straat met rouwfloers behangen.
Ten half 11 kondigde het doffe geroffel der trommels het begin der lijkplechtigheid aan.
Eene talrijke geestelijkheid, tusschen welke zich verscheidene bisschoppen, vicarissen-genernal, de deken en de pastoors van parochiën bevonden, zijn processiesgewijze het lijk gaan afhalen.
Na de gebruikelijke gebeden in de rouwkapel, die inderdaad indrukwekkend was, hebben de redevoeringen aanvang genomen. Er werd er eene uitgesproken door den onder-rector; eene andere door M. de Gerlache, lid der Koninklijke Academie van Brussel; eene derde door M. Van Tomme; eene vierde door een oud-student, M. Prosper Staes, in naam van allen die hunne studiën te Leuven hebben gedaan.
Een gelederen-vuur der troepen bewees hulde aan den waardigen overledene.
De kerk was geheel in rouw, honderde lichten brandden rond de baar. De priesterlijke ornamenten en teekens van waardigheid versierden de lijkbaar.
Na de dienst die tot 12 ½ heeft geduurd heeft de stoet zich weer gevormd tot aan de Mechelsche-poort, waar een nieuw gelederen-vuur zich liet hooren.
De kist is aan de Mechelsche-poort op eenen lijkwagen geplaatst om naar 't kerkhof van Nijlen, bij Lier, gevoerd te worden, waar de familie de Ram haren grafkelder heeft en Mgr een buitengoed bezat.
Op 20 Mei heeft de begrafenis aldaar plaats gehad. Behalve de familie, waren een aantal hoogleeraren, eene commissie van studenten, het bestuur van Tijd en Vlijt en verscheidene leden dezer maatschappij aanwezig. Drie redevoeringen werden er uitgesproken: eene namens Tijd en Vlijt, door M. Frederik de Laet, student in de rechten, zoon van den volksvertegenwoordiger; eene door M. Weustenraad, oud student en eene door den eerw. heer pastoor der parochie, namens zijne parochianen. Eene plechtige lijkdienst werd aldaar gecelebreerd. Mgr. de Ram wordt in de gemeente Nijvel even als te Leuven bijzonder betreurd.