8. | Het portret van den koning, steendruk naar Baugniet. |
9. | Het portret van Z.K.H. den graaf van Vlaanderen, plaatsnede door Franck. |
10. | Inhuldiging der Congreskolom, geteekend door Gerlier. |
11. | De verbryzelde vioolboog, door J. Van der Sypen, naar Gallait. |
Wij wenschen M. den minister geluk over zijne geschenken, en hopen dat onze welhebbende lieden welke geschenken willen aankoopen voor dergelijke liefdadige werken het voorbeeld zullen volgen kunstwerken aantekoopen. Maar al te lang zien wij de liefdadige tentoonstellingen opgekropt met nietsbeduidende uit het buitenland getrokkene voorwerpen wanneer men nogtans het aan deze inkoopen besteedde geld hier te lande zoo nuttig kan besteden met een dubbel doel: liefdadigheid en kunstaanmoediging.
- Op 29 Maart ll. heeft men in de groote zaal van het Verbond voor kunsten, letteren, enz. twee Aztekken doen komen. Maximo en Bertola, zoo heeten de afstammelingen van die aloude bevolking van midden-Amerika, zijn geene schoonheden; maar zijn zeker wel hoogsteigenaardige exemplaren van het menschenras.
De gestalte is kinderlijk; de kleur bronsachtig; het voorhoofd vlucht achteruit en verdwijnt onder een zwart kroeshair, de neus komt vooruit in den vorm van bek en de mond en kin vluchten weêr achteruit. De jongen heeft dit erger dan het meisje; met een weinig moeite zou men, in teekening eenen vogelkop ervan maken.
Men ziet echter dat hier geene misvorming bestaat; maar wel een natuurlijke vorm, die aan een bijzonder ras moet toebehooren of toebehoord hebben. De bewegingen van den jongen hebben veel van die der apen; het meisje integendeel houdt zich stiller en stijver, terwijl hun beider gang zeer waggelachtig is.
Hoe het zij, de Aztekken zijn iets wonderlijks in het menschenras, en verdienen gezien te worden. Beide personen spreken iets of wat engelsch, doch volgens de gegevene uitleggingen, kenden zij hoegenaamd geene taal, toen zij te New-York aankwamen, aangezien zij altijd gediend hebben als afgoden in de indiaansche tempels en alzoo in eene gansche afzondering leefden.
De 19e en laatste verhandeling van M. Montigny, over de sterren en het planetenstelsel, heeft op 11 April in het Verbond plaats gehad.
Deze geleerde leeraar is met de meeste aandacht door zijne talrijke aanhoorders betracht geworden, en allen drukten de hoop uit het volgende jaar het genoegen te kunnen genieten, zijne zittingen bij te wonen. Het bestuur van het Verbond heeft een kort verslag van deze belangrijke zittingen in druk laten verschijnen en de leden der maatschappij aangeboden.
Over de verhandeling door L. Alvin, op 21 April gehouden, over Albrecht Durer, zullen wij in een volgend nummer spreken.
Op zondag 23 April ll. waren in het Verbond twee tafereelen tentoongesteld. Het eerste was van M.E.J. Boks en stelde de gouden Leeftijd voor; van dezen jeugdigen doch veelbelovenden schilder, hadden wij nog maar één tafereel gezien, de tentoongestelde schilderij houden wij dus voor de tweede waarmede hij in het publiek verschijnt De eerste prijkte in de driejaarlijksche tentoonstelling van 1864, stelde de dood van Archimedes voor; zij werd aangekocht na de sluiting der tentoonstelling door M. Adolf de Roubaix. Wij danken laatstgenoemden heer voor zijne wijze aanmoediging aan een opkomend talent verleend, en hopen in het belang der schoone kunsten dat hij navolgers vinden mag.
M. Boks is leerling der koninklijke Akademie, en thans secretaris der afdeeling van beeldende kunsten in het Verbond. Het tweede tentoongestelde tafereel was van M.F. Lautenberger, en stelde eene Doode natuur voor; hetzelve bezat zeer goede hoedanigheden.
Op 30 April waren de volgende tafereelen tentoongesteld: eene stalling, door M.L. van Kuyck; een welgelijkend portret van M. de Braie, door M. Jos Delin; en eene groep in plaaster, door M. Breuer, welke daartoe het volgende onderwerp gekozen heeft: ‘ib ben de moeder der zuivere liefde, vrees, wetenschap en hoop.’ Dit laatste werk is bestemd voor de toekomende tentoonstelling van Keulen.
- Op 29 April, had de uitspraak plaats der rechters, die de voorbereidende prijskampen van schilderen, enz., moesten beoordeelen, der mededingers voor den grooten prijskamp, gezegd van Rome. Er waren 19 deelnemers, waaronder 6 van Antwerpen, de anderen waren van verschillende steden.
Wij laten hier de namen volgen der 6 leerlingen, welke zijn aangenomen om naar den prijs van Rome medetedingen:
De Wilde, Frans, geboren te St-Nicolaas, leerling der Academie van Antwerpen; Hennebircq, Andries, geboren te Doornik, leerling der Academie van Brussel; Ooms, Karel, geboren te Desschel, leerling der Academie van Antwerpen; Tydgadt, Lodewijk, geboren te Lovendegem, leerling der Academie van Gent; Vander Haegen, Edmund; geboren te Gent, leerling der Academie van Leuven; Vander Ouderaa, Petrus, geboren te Antwerpen, leerling der Academie van Antwerpen.
De door het Staatsbestuur benoemde commissie, welke de voorloopige prijskampen beoordeelden, waren:
M.N. de Keyser, bestuurder der Academie van Antwerpen.
M.J. Geefs, leeraar der Academie van Antwerpen.
M. van Hemelrijck, advokaat, lid van den bestuurraad der Academie van Antwerpen.
M. Portaals, 1ste leeraar van het schilderen bij de Academie van Brussel.
M. Canneel, bestuurder der Academie van Gent.
M. Chauvin, bestuurder der Academie van Luik.
M.L. de Taye, bestuurder der Academie van Leuven.
- De werken, uitgevoerd door de leerlingen der koninklijke Academie voor de prijskampen van het afgeloopen jaar, zijn tentoongesteld in de tentoonstellingszalen, Venusstraat, van zondag 30 April tot donderdag 4 Mei.
- Op 30 April heeft M. Jottrand, vader, eene zeer belangrijke verhandeling gehouden in de bovenzaal der Sodaliteit. De zaal was opgepropt met volk, de spreker werd menigmaal door toejuichingen onderbroken.
- Aangekondigd om in het kort bij M. Delamontagne te verschijnen: Vrije Zangen, dichtbundel, door Edw. van Rijswijck, Thz.
- Wij hebben ontvangen: Critisch onderzoek der nieuwe spelling, taalstudie door prof. E. van Driessche.
- Op maandag 1 Mei had de inhuldiging plaats van een standbeeld, generaal Carnot voorstellende, op het Laar te Borgerhout, nabij Antwerpen. Dit standbeeld is uitgevoerd door M. Leonardus