De Vlaamsche School. Jaargang 10
(1864)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 78]
| |
Aan Vlaandrens hoofd-dichteres M.we Van Ackere, geboren Maria Doolaeghe,
O rijk begaafde vrouw, die Vlaandrens taal en regten
Verdedigt en vereert door 't krachtig vrije lied,
Dat uit uw vrome borst stijgt over 't kunstgebied,
En rijke peerlen weet aan Vlaandrens kroon te hechten,
Streef voort, niets zal uw wil of kracht beteugelen:
Een Godheid heeft in u haar troon gesticht,
Dien nimmer haat of laster zal verbrijzlen,
Dewijl hij 't vlaamschevolk veredelt en verlicht.
Uw naam zal lot en tijd verduren,
En stemt elk vlaamsch gemoed tot eerbied en ontzag:
Alwie een sprankel kunst in zijne borst voelt blaken,
Wordt door uw tooverstem vervuld met zielsvermaken
En kent zich magteloos bij 't geen uw harp vermag.
Wie is de groote Bard, wie is de stoute Dichter
Die naar verdienste schetst uw hemelpoëzij?
En wie zweeft door het ruim, op nooit gekende vlerken,
De vlugt, de stoute vlugt van uwen geest nabij?
Neen, de aarde blijft verstomd en luistert naar uw zangen,
Naar uwe godenspraak, die Ge uitstort in uw lied,
Daar Gij de tranen droogt op nat bekreten wangen,
En 't volst genot van vreugd met hoop in 't harte giet.
Gij zingt in lief en leed,
Bij 's Konings purpren troon,
En bij 't miskende broedergraf -Ga naar voetnoot(1)
Wien 't volk noch zerk, noch kruisken gaf
Dáár klinkt uw hijmne schoon.
Heb dank, geëerde Vrouw,
Voor zoo een edele daad;
En eerlang zal men op dit graf,
Dat men geen terp, geen bloemke gaf,
Zien staan een pronksieraad!
Wij reiken U uit 't volst gemoed
De blijde broederhand,
Volherd, streef moedig naar uw doel;
Want nimmer blijft de Vlaming koel,
Bij de eer van taal en land!
En als uw wenschen zijn verhoort
En 't dankbaar nageslacht
Zal wijzen op zijn praalgesteent,
Dat uit uw vlijt zijn naam ontleent,
Dan wordt Gij ook herdacht.
L. Cosyn De Buck.
Mariakerke, 1863. |
|