De Vlaamsche School. Jaargang 10(1864)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Mededoogen! Thans is 't winter, sneeuw en ijs Maakt en stad en velden grijs; 't Vriezen heeft het werk geslopen. De armen door de schaamte en nood Aan ons deur in een gekropen Kloppen siddrend! - Doen wy open, Deelen wy met hen ons brood. God schonk ons en brood en vuur; Buiten is het koud en guur, Buiten slentren arme weezen, Hongrig en bevrozen schier; Kom hun smeeken niet misprezen, Laat ons mededoogend wezen, Roepen wij een weesjen hier! God noemt de armeliên zijn kroost, Wee die hem niet helpt en troost Als het is in zijn vermogen! God schenkt vele d'overvloed, Om er tranen meê te droogen; Rijken pleegt dan mededoogen, De armen troosten is zoo zoet! X. Vorige Volgende