BRUSSEL. - De koninklyke kommissie van Monumenten heeft op 15 january eene algemeene zitting gehouden, waerin belangryke beslissingen genomen zyn.
Er is onder ander besloten dat, by de herstelling van gedenkteekens, dezelve, in geval van gelyke verdiensten, altyd zal moeten verricht worden door den bouwmeester die het meest in de nabyheid van het gedenkteeken woont.
M. Schuermans, van Limburg, heeft eene redevoering gedaen, waerin hy krachtdadig heeft aengedrongen opdat men aen de kerkfabrieken en besturen der godshuizen, vooral der dorpen, zou verbieden oudheidskundige voorwerpen te verkoopen of tegen nieuwe voorwerpen te verruilen. Spreker haelt verscheidene voorbeelden aen, waeruit blykt dat men alzoo dikwyls stukken van groote weerde voor de kunst, uit de handen heeft laten gaen. Hy zou zulks door eene straf willen beletten.
De Z.E. kanonik Vande Put, van Brugge, heeft doen uitschynen dat H.H. de bisschoppen van België, reeds, voor wat hen betreft, voorzien hebben in de verbetering der beheering der kerkgoederen, door de inrichting van leergangen van oudheidkunde, in de bisschoppelyke seminariën. Van de verspreiding der kennis heeft hy veel meer verwachting dan van welkdanige strafbepaling ook, daer de feiten, waerover men klaegt, veel meer aen onkunde moeten worden toegeschreven dan wel aen kwaden wil.
M.P. Génard, van Antwerpen, deelt ten volle in de gedachten van M. Vande Put. Hy ook is overtuigd dat de aengehaelde feiten enkel aen gebrek van genoegzame kennis moeten toegeschreven worden. De wetten en instruktiën over het onderwerp, zyn menigvuldig en zouden dienen verzameld en herzien te worden.
Daerenboven is er een groot gebrek in de uitgaven der koninklyke kommissie van gedenkteekens, namelyk dat al de stukken enkel in de fransche tael worden uitgegeven. Vooral moet men zich van de belanghebbenden doen verstaen.
Onze hoofdopsteller heeft voorgesteld voortaen al de stukken rakende de kommissie en die met de vlaemsche provinciën in verband staen, in de twee talen te drukken.
Dit voorstel werd met algemeene stemmen aangenomen. Er zullen ook voortaen aen de belanghebbenden exemplaren gezonden worden van al de verslagen die over de monumenten zullen verschynen.
Daerna werden er twee voorstellen aengenomen, gedaen door de heeren Bethune en Cluysenaer, voor het inrichten van tweejaerlyksche pryskampen voorde inwendige versiering der kerken en voor de glasschildering.
Verder werden de volgende voorstellen aengenomen:
1o Dat er een byzonder komiteit, bestaende uit een lid voor elke provincie, zal benoemd en by de centrale kommissie gevoegd worden, om de bewaring der romeinsche oudheden te bewaken. (Voorstel van het komiteit van Limburg.)
2o Dat de komiteiten zullen verzocht worden eene verhandeling te maken over al de belangryke burgerlyke gebouwen in de verschillende provinciën bestaende. (Voorstel van M. Génard.)
3o Dat er in de Godshuizen byzondere zalen voor de schilderyen en kunststukken zullen ingericht worden. (Voorstel van het komiteit van Antwerpen).
4o Dat men telkens vóór de herstelling van gebouwen, eene volledige teekening derzelve zal vragen. (Voorstel van M. Dumortier).
Ten slotte werden nog de verslagen medegedeeld der Kommissie en der Provinciale Komiteiten over hunne werkzaemheden in 1862-1863.
DENDERMONDE. - De maetschappy van rhetorika De Rosiers, onder kenspreuk Deught ist motijf, sedert eenige maenden in deze stad heringericht, heeft besloten eenen letterkundigen almanak uit te geven. Verscheidene vlaemsche schryvers, waeronder eenige leden der Rosiers, hebben er hunne medewerking aen verleend.
Dit letterkundig werkje zal op fraei papier gedrukt worden, by M. Emil Ducaju, zoon, drukker-uitgever der gazet van Dendermonde.
GENT. - M. Karel Miry, heeft een groot opera in vyf bedryven en zeven tafereelen samengesteld, 't welk voor titel heeft: Bouchard d'Avesnes. Hetzelve zal kortelings in den schouwburg van bovengemelde stad opgevoerd worden.
ST.-NICOLAES. - Om in de maand februarij aanstaande te verschijnen: Oom Karel of de zusterliefde, een waer verhael uit onzen tyd, door Jozef van Walle. - De schryver zegt in zyn prospectus: ‘De vlaamsche Taal wint meer en meer veld. Meer en meer wordt ze beoefend, meer en hooger worden hare voortbrengselen geacht; - ja, het vlaamschminnende publiek verkiest die boven de zedenbedervende romans, welke ons dagelijks uit het Zuiden toevloeijen. Door deze schoone hoop gestreeld, twijfel ik niet, of mijn echt waar verhaal zal welwillend ontvangen worden.’
Het werkje, op schoon papier gedrukt, zal een boekdeel uitmaken van ongeveer 100 bladzijden, engelsch formaat. Het zal, bij inschrijving, verkrijgbaar zijn aan fr. 1-50 per boekdeel. Men teekent in bij den schrijver te Exaarde, of bij M.A. Dieudonné-Vercauteren.
THIENEN. - By M.P.J. Stevens is een prachtig Nieuwjaersboekjen verschenen voor 1864, De Vlaamsche Volkszanger, door Dietscherdal en Diederik; het is het tweede jaer dat dezelfde letterkundigen zich gelasten met de uitgaef van dit belangryk boekje voor het volk. Zie hier hoe zy zich thans uitdrukken in hunne voorrede aen de lezers.
‘Toen wy, een jaer geleden, onzen eersten Volkszanger in het licht gaven, waren wy verre van te denken dat hy zoo een algemeen goed onthael zou genieten. Eene menigte afdruksels werden er van verkocht, en met vertrouwen zetteden wy ons weêr aen 't werk.
Daer wy echter vreesden dat de liederen te eenzydig zouden zyn, door twee schryvers vervaerdigd, zonden wy eene uitnoodiging aen onze dichters, om hen te verzoeken ons jaerboekjen met éen of meer hunner voortbrengselen te verryken; doch, 't zy dat onze brief niet te regt kwam, 't zy om andere redens, de bydragen waren zoo dun gezaeid, dat wy de wyziging: met medewerking der voornaemste Nederduitsche Schryvers van den titel hebben moeten aflaten. Wy hopen dat ons verzoek een volgend jaer beter zal begrepen worden, en bidden intusschen de heeren letterkundigen, het nummer dat wy hun toezenden te aenveerden als eene uitnoodiging tot medewerking.’
Het is met de Vlaamsche Volkszanger, even als met eene geheele reeks andere belangryke uitgaven; als zy niet bestaen beklaegt men zich daerover, en eenmael tot stand gekomen, vergeet men, dat Eendracht macht maekt, en verwaarloost men de krachtdadigste middelen tot de verspreiding of verheffing der moedertael tusschen het volk. Dat de de vlaemsche volksdichters dan in het toekomende den zoo loijalen oproep mogen beantwoorden, dat is onze vurigste wensch, alsook van een goed verkoop van het boekje daer het alle ondersteuning weerdig is.’
D.V.S.