De Vlaamsche School. Jaargang 9(1863)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Myn pijpken, o! Myn pijpken, o myn pijpken, Wat smaakt ge mij toch goed, Ge zyt me zonder liegen, Als 't suikerstukjen zoet. Mijn pijpken, mijn lief pijpken, Uw wolkjens zijn zoo blauw, En vliegen kronklend boven Wen ik u blij aanschouw. Mijn pijpken, mijn bruin pijpken, O, Vriendje van mijn mond! Wanneer ik u mag smaken, Dan ben ik zoo gezond. Mijn pijpken, minlijk pijpken, 'k Ben u wel dankbaar ook, Als ik by 't gistend vuurken, U vrij en rustig rook. Mijn pijpken, smaaklijk pijpken, Bemind van gansch de jeugd; Gij biedt mij alle dagen Een uurken lust en vreugd. Ja pijpken, duurbaar pijpken, Ge zijt mij schatten waard, Want 'k min steeds uw genoegen, Meer dan het geld der aard! Johan Moruanx. Dendermonde, 1863. Vorige Volgende